Weloganiet

Het mineraal weloganiet is een gehydrateerd strontium-natrium-zirkonium-carbonaat met de chemische formule Sr3Na2Zr(CO3)6·3(H2O).

Download our Free bookmarks organizing software today!

Search results for 'Weloganiet':

More information on 'Weloganiet':

Het mineraal weloganiet is een gehydrateerd strontium-natrium-zirkonium-carbonaat met de chemische formule Sr3Na2Zr(CO3)6·3(H2O).

Het witte, citroengele of kleurloze weloganiet heeft een glasglans, een witte streepkleur en een perfecte splijting volgens kristalvlak [0001]. Het kristalstelsel is triklien. De gemiddelde dichtheid is 3,22 en de [Hardheidsschaal van Mohs|hardheid]] is 3,5. Weloganiet is niet radioactief.

Weloganiet is genoemd naar William E. Logan (1798 - 1875), de eerste directeur van de Canadese geologische dienst.

Weloganiet komt voor in één alkalische sill in een Ordovicische kalksteen. De typelocatie is de St. Michel groeve op Montreal Island in Québec, Canada.

Categorieën: Mineraal | Carbonaat | Verbinding van strontium | Verbinding van natrium | Verbinding van zirkonium

Strontium

Strontium is een scheikundig element met symbool Sr en atoomnummer 38. Het is een zilverwit aardalkalimetaal.

In 1790 was Adair Crawford in staat om het mineraal strontianiet te onderscheiden van verschillende bariummineralen. Acht jaar later ontdekte Martin Heinrich Klaproth het element zelf en in 1808 werd het voor het eerst met behulp van elektrolyse geïsoleerd door Humphry Davy.

Het element is vernoemd naar de Schotse plaats Strontian waar strontiumhoudende mineralen voor het eerst werden ontdekt.

Strontium wordt voornamelijk gebruikt in het glas van kleuren televisie's. Andere toepassingen zijn:

Tenslotte wordt strontium gebruikt in vuurwerk omdat het bij verbranding een intense scharlakenrode kleur heeft.

Zirkonium

Zirkonium of zirkoon is een scheikundig element met symbool Zr en atoomnummer 40. Het is een goudkleurig overgangsmetaal.

Zirkonium is in 1789 ontdekt door de Duitse chemicus Martin Heinrich Klaproth tijdens het onderzoeken van uit Sri Lanka afkomstige mineralen. In 1824 is het in onzuivere vorm voor het eerst geïsoleerd door de Zweedse chemicus Jöns Jacob Berzelius door een mengsel van kalium en zirkoniumfluoride te verhitten. Pas in 1914 is zirkonium in zuivere vorm geïsoleerd.

De naam zirkonium is afkomstig van het Arabische zargûn dat als goudachtig is te vertalen.

Zirkonium wordt in de industrie voornamelijk gebruikt als zirkoon (ZrSiO4) voor het maken van mallen welke gebruikt worden bij het gieten van andere metalen en het polijsten van keramische materialen. Zirkoon wordt ook wel gebruikt als natuurlijke edelsteen in juwelen. Andere toepassingen zijn:

In legeringen met niobium vormt het bij lage temperaturen supergeleiders en wordt het gebruikt bij de productie van supergeleidende magneten.

Triklien

Veel vaste stoffen hebben een kristallijne structuur. Dat wil zeggen dat zij bestaan uit een regelmatige opstapeling van een structuureenheid (moleculen, ionen, atomen) die als bouwsteen van de regelmatige stapeling gezien kan worden. De structuureenheden vormen een driedimensionaal rooster. In de kristallografie worden de gestapelde structuureenheden eenheidscellen genoemd.

De regelmatige stapeling wordt translatiesymmetrie genoemd. Naast de translatiesymmetrie bestaat er ook nog interne symmetrie binnen de eenheden. Het geheel van alle symmetrie heet kristalstructuursymmetrie (zie hierna).

De symmetrie heeft onder meer als gevolg dat de gehele structuur van het kristal kan worden beschreven als de inhoud van één eenheidscel of zelfs een gedeelte daarvan, soms aangevuld met een beschrijving van de (zeer kleine) verschillen tussen eenheidscellen.

Een van de technieken die kan worden gebruikt om kristalstructuren te bepalen is de Röntgendiffractie. Dit is tot nog toe (2003) de nauwkeurigste techniek om de structuur van moleculen te onderzoeken. Kristalstructuren van meer dan 250.000 organische verbindingen zijn reeds bepaald en opgeslagen in de Cambridge Structural Database.

Naast kristallijne vaste stoffen bestaan er glasstructuren en amorfe structuren.

Alkalisch

Alkalisch is een aanduiding in de scheikunde en geologie voor chemische stoffen en mineralen. Het kan verwijzen naar de elementen uit de alkali- of de aardalkaligroep, of naar mineralen of gesteenten die veel (aard)alkali's bevatten, zoals kaliveldspaat respectievelijk trachiet. In de scheikunde wordt met alkalisch ook wel basisch bedoeld, het tegenovergestelde van zuur.

Categorieën: Base | Geologie

Ordovicium

Het geologisch tijdvak Ordovicium (488,3 - 443,7 miljoen jaar (Ma) geleden) is een periode van het era Paleozoïcum en wordt onderverdeeld in de subperiodes:

Het Ordovicium is genoemd naar de Keltische stam, de Ordovices en de naam werd voor het eerst gebruikt in 1887 door Charles Lapworth.

Aan het begin van het Ordovicium situeerde het merendeel van de landmassa's zich in het zuidelijk halfrond. Het paleocontinent Laurentië bevond zich rond de evenaar en omvatte onder meer Groenland en Noord-Amerika. Ten oosten ervan bevond zich het paleocontinent bestaande uit een deel van het huidige Siberië en ten zuidoosten Baltica met Scandinavië en het Europese deel van Rusland. Laurentië en Baltica waren van elkaar gescheiden door de Iapetusoceaan. Nog verder zuidwaarts bevond zich een groot paleocontinent, Gondwana. Hiervan werden stukken afgebroken, o.a. Avalonië, die snel in noordelijke richting dreven. Op dit mini-continent bevonden zich de landmassa's die tegenwoordig Zuid-Ierland, het Verenigd Koninkrijk en de Benelux vormen.

Aan het einde van het Ordovicium begon een periode van orogenese waardoor Laurentia en Baltica naar elkaar toe bewogen. Dit zorgde ervoor dat de Iapetusoceaan verdween. Ook Avalonia bewoog verder richting Baltica waardoor de zuidrand van Baltica en Avalonia grootschalige plooiing onderging. De huidige Ardennen zijn in eerste instantie door deze plooiingsfase, die we kennen als de Caledonische orogenese, geplooid. Later kwam hier de Hercynische orogenese overheen.

In het Ordovicium verschenen de eerste echt grote dieren; enkele ongewervelden waren 11 m lang. In dit tijdperk verschenen ook de eerste planten, zoals de kleine Cooksonia. Dankzij deze planten zou er meer zuurstof in de lucht komen, wat leven op het land mogelijk maakte. Dieren zoals belemnieten, trilobieten zeeschorpioenen (zie ook Eurypterus) kenden een grote bloei.

Kalksteen

Kalksteen is een afzettingsgesteente dat voor een groot deel bestaat uit calciumcarbonaat. Kalksteen-gesteente bevat vaak fossielen, zoals schelpen, ammonieten en veel micro-fossielen. Blauwe hardsteen is een dergelijke vorm van fossiele kalksteen, bestaande uit de restanten van zeelelies.

In kalksteen treden vaak karstverschijnselen op zoals grotten met druipstenen, dolines, poljes en diepe karstdalen.

In Zuid-Limburg dagzoomt de kalksteen op veel plekken. Ten onrechte wordt de kalksteen hier ook mergel genoemd. In België komt in de Ardennen op veel plekken kalksteen voor.

Kalksteen dateerd uit de Krijt-periode (100 milj. jaar geleden) en is ontstaan uit de kalkskeletten van zeedieren.

De White Cliffs van Dover bestaan ook uit kalksteen.

Source: Wikipedia