Barnsteen

Barnsteen is een fossiele hars van prehistorische naaldbomen, Pinus succinifera. Deze hars is miljoenen jaren geleden uit de bomen gedropen en daarna versteend. Barnsteen stamt dus uit het Paleozoïcum tot aan het Quartair. Barnsteen is warmgeel tot donkerrood van kleur. De mooiste barnsteen is doorzichtig.

Download our Free bookmarks organizing software today!

Search results for 'Barnsteen':

More information on 'Barnsteen':

Barnsteen is een fossiele hars van prehistorische naaldbomen, Pinus succinifera. Deze hars is miljoenen jaren geleden uit de bomen gedropen en daarna versteend. Barnsteen stamt dus uit het Paleozoïcum tot aan het Quartair. Barnsteen is warmgeel tot donkerrood van kleur. De mooiste barnsteen is doorzichtig.

Mineralogisch bezien heeft barnsteen een amorfe structuur. Het is vrij zacht, de hardheid bedraagt 2-2,5

Het woord barnsteen, dat in het Duits Bernstein is, is afkomstig van het Nedersaksische woord börnen dat branden betekent. Inderdaad is deze halfedelsteen brandbaar. Barnsteen heet in het Engels amber. In de Nederlandse taal wordt met amber meestal de kleur amber bedoeld, bijvoorbeeld bij de kleur van bepaalde biersoorten. Een andere betekenis voor amber is amber (potvis), een product uit de darmen van de potvis, dat sterk geurt en in parfums wordt gebruikt.

Zoals ook nog bij de tegenwoordige dennen het geval is, loopt er uit kleine beschadigingen van de schors hars uit de boom. Deze hars beschermt de boom tegen insecten en schimmels. In vroegere tijden zijn door de bomen in het Oostzeegebied grote hoeveelheden hars geproduceerd. Na de ijstijd is het barnsteen uit de grond gespoeld en in zee terecht gekomen. Jongere, niet gefossiliseerde barnsteen heet kopal. Het voelt vettig aan.

Soms komt er een insect in de hars terecht. Dit fossiel blijft in de versteende barnsteen zichtbaar. Door de ouderdom verdwijnen de kleuren van het insect en wordt het zwart. In tegenstelling tot wat in de film Jurassic Park wordt gesuggereerd, is het niet mogelijk om DNA van dieren zoals dinosauriers uit door insekten opgezogen bloed te halen.

Fossiel

Onder fossielen verstaat men meestal de versteende overblijfselen of sporen van planten of dieren zoals die in de geologische geschiedenis gevormd zijn.

De bestudering van fossielen en met name het evolutionaire verband ertussen helpt bij onderzoek naar de opeenvolging van gesteenten, een tak binnen de geologie die stratigrafie genoemd wordt. Doordat overblijfselen van leven slechts fossiliseren onder specifieke omstandigheden is de fossiele informatie beperkt en per definitie "incompleet".

Bij het woord fossielen denkt men vaak aan de botten van dinosauriërs of van mammoeten en het is inderdaad zo dat de harde delen van een organisme de grootste kans maken door fossilisatie geconserveerd te worden. Voor gewervelde dieren zijn dat de botten en vooral de tanden. De zachtere weefsels van het organisme blijven alleen in bijzondere gevallen bewaard en zijn daarom veel zeldzamer. Zachtere weefsels worden alleen dan bewaard als zij snel bedolven raken onder een laag die ze afschermt tegen iedere vorm van rot of vraat. Met alleen de harde delen is het soms moeilijk zich een goed beeld te vormen van het complete organisme. Een goed voorbeeld hiervan zijn de Conodonta, die lange tijd in grote aantallen werden gevonden maar alleen van hun tanden bekend waren. Pas toen ook een afdruk van de rest van het diertje gevonden werd, bleek dat het hier om primitieve vormen van het fylum Chordata ging. Bij andere fyla blijven vaak andere harde delen, bijvoorbeeld schelpen over.

Er is een aantal bijzondere vormen van fossilisatie. In barnsteen bijvoorbeeld worden soms complete insecten ingesloten gevonden omdat de hars waaruit de barnsteen ontstaan is een goede afsluiting tegen oxidatie vormt. Dat geldt op grotere schaal ook voor teerputten. In de buurt van de Amerikaanse stad Los Angeles is een goed voorbeeld daarvan in de La Brea teerputten. Van dieren die in de teerput gevangen raakten, bleven de botten vaak bijzonder goed bewaard. Bovendien trokken de vastzittende dieren vaak roofdieren aan die ook weer verstrikt raakten. Op deze manier werd tijdens het Pleistoceen een "bottenkerkhof" gevormd.

Naast botten worden ook andere sporen van leven gevonden, zoals pootafdrukken of graafgangen. Van deze zogenaamde sporenfossielen is het niet altijd mogelijk om vast te stellen van welk dier zij afkomstig zijn. Zij krijgen daarom vaak hun eigen taxonomische benaming.

Hars

Hars is een taai kleverig, plantaardig product dat voornamelijk gewonnen wordt uit naaldbomen. Er bestaan echter ook verschillende kunststoffen die harsen worden genoemd. Voorbeelden van zulke kunstharsen zijn polyurethaanhars en epoxyhars.

Harsen vinden veel toepassingen.

Barnsteen, dat eigenlijk gefossiliseerde hars is, wordt veel aangetroffen in de Oostzee en de landen hieromheen. Soms wordt in barnsteen een insect aangetroffen, dat vaak nog in morfologisch perfecte staat verkeert.

Zie ook: colofonium

Categorie: Materiaal

Paleozoïcum

Het geologisch tijdvak Paleozoïcum of Primair is een era uit de geologische geschiedenis tussen 542 miljoen jaar (Ma) en 251 Ma. Het wordt onderverdeeld in de volgende periodes:

Het era voorafgaand aan het Paleozoïcum wordt het Proterozoïcum genoemd, het era erna heet het Mesozoïcum.

Bij het begin van het Paleozoïcum was de paleogeografische ligging van België en Nederland op het zuidelijk halfrond, ergens ter hoogte van de huidige ligging van Patagonië. Het huidige Europa is ontstaan door verschillende periodes van orogenese waarvan twee tijdens het Paleozoïcum plaatsvonden:

Het Paleozoïcum wordt gekenmerkt door een enorme bloei van leven, zowel marien als op het land (vanaf het Devoon). Trilobieten worden wel gezien als de meest succesvolle dieren van het Paleozoïcum, die vrijwel de gehele 290 miljoen jaar overleefd hebben. Samen met zo'n 99% van het aardse leven stierven deze dieren echter uit bij de massa-extinctie aan het eind van het Perm. De evolutie van amfibieën naar reptielen was een erg belangrijke in het Paleozoïcum. Het land raakte bevolkt door dieren en planten, wat voorheen alleen in de zee mogelijk was geweest.

Cenozoïcum - Mesozoïcum - Paleozoïcum - Proterozoïcum - Archeïcum - Hadeïcum

Quartair

Het geologisch tijdvak Quartair (meestgebruikte spelwijze Kwartair) is als sub-era de bovenste onderverdeling van het era Cenozoïcum, dat duurde van 2,588 Ma tot heden. Het volgt op het Tertiair en is onderverdeeld in de subperiodes:

De indeling van het Cenozoïcum in Tertiair en Quartair is een verouderde, die nog wel toegestaan wordt. De correcte indeling is in Paleogeen en Neogeen.

Het Kwartair wordt gekarakteriseerd door twee belangrijke gebeurtenissen:

Cenozoïcum - Mesozoïcum - Paleozoïcum - Proterozoïcum - Archeïcum - Hadeïcum

Holoceen - Pleistoceen - Plioceen - Mioceen - Oligoceen - Eoceen - Paleoceen - Krijt - Jura - Trias - Perm - Carboon - Devoon - Siluur - Ordovicium - Cambrium

Amorf

Amorf is Grieks voor zonder vorm.

In de chemie is een amorf materiaal een stof bij een temperatuur onder zijn stollingtemperatuur dat niet vloeibaar is en geen (macro)kristallijne structuur heeft.

Een manier om een amorfe structuur te krijgen is een stof vanuit zijn vloeibare aggregatietoestand heel snel afkoelen (1.000.000 K per seconde). De moleculen hebben dan niet voldoende tijd om zich te schikken naar een kristalrooster. De fysiche eigenschappen van amorfe materialen zijn beduidend anders dan die van de kristallijne varianten.

Een bekend voorbeeld van amorfe stof zijn de zogenaamde metallische glazen.

Categorie: Materiaalkunde

Oostzee

De Oostzee of Baltische Zee is de zee, die ruwweg ligt tussen Zweden en de Baltische staten. De Oostzee is brakker dan de Noordzee en heeft een geringer getijverschil. De zee bestaat pas sinds het 6e millennium v. Chr. Qua vorm doet de Oostzee wel wat denken aan een hoofdrivier met zijrivieren (Finse Golf en Botnische Golf). Uit geologisch onderzoek is inderdaad gebleken dat in het Pleistoceen hier een rivier moet hebben gelegen: de Eridanos

Met de wijzers van de klok meegaand, grenzen aan deze 'binnenzee':

Tot de Oostzee in ruime zin behoren ook de Botnische Golf, de Finse Golf, de Golf van Riga en kleinere baaien ('bochten') en haffen langs de kust van Duitsland, Polen, Rusland en Litouwen.

Estland, Letland, Litouwen en Polen wateren voor 100% af op de Oostzee, de andere landen gedeeltelijk. Ook Tsjechië, Slowakije, Oekraïne en Wit-Rusland lozen deels hun oppervlaktewater in de Oostzee.

De belangrijkste rivieren die op de Oostzee afwateren zijn de Weichsel in Polen, de Oder nabij de Pools-Duitse grens, de Daugava (of Westelijke Dwina) in Letland en de Neva in Rusland.

Statische elektriciteit

Onder statische elektriciteit wordt elektriciteit bedoeld waarbij geen stroom loopt, maar wel een hoge (gelijk)spanning aanwezig is.

Elektrische tegenpolen trekken elkaar aan. Dus als er geen stroom loopt is er toch een effect. Statische elektriciteit kan met apparatuur opgewekt worden, maar ook mechanisch.

Door wrijving van verschillende materialen kan statische elektriciteit opgewekt worden. In een elektriseermachine, zoals de Van de Graaffgenerator, wordt dat principe gebruikt. Personen kunnen statisch geladen worden door de wrijving tussen schoenzolen en vloerbedekking; het aanraken van metaal kan dan voor een ontlading zorgen.

Een onweersbui is statisch geladen, en de bliksem is de ontlading van statische elektriciteit.

Bij statische elektriciteit kunnen haren overeind gaan staan, vooral als iemand de haren pas gewassen heeft. Dat kan een waarschuwende functie hebben. Vlak voordat bliksem ergens inslaat, zal op de grond plotseling een lading en statische elektriciteit ontstaan. Als dat gevoeld wordt kan mogelijk snel op de hurken gaan zitten misschien nog helpen. Zelfs bij het repareren van een televisietoestel met een beeldbuis (CRT) is soms aan de haren van de hand te voelen of er in de buurt een hoogspanning is.

Barnsteenroute

Een barnsteenroute is een handelsweg uit de oudheid, waarlangs het barnsteen van de vindplaatsen aan de Oostzee en Noordzee (Denemarken) naar afnemers in het Middellandse Zeegebied werd getransporteerd.

Alleen de route in Oostenrijk, de Alpenroute en de weg ten zuiden van de Alpen zijn echt goed gedocumenteerd. De handelaars namen met de kostbare vracht steeds de veiligste weg, die van tijd tot tijd veranderde. Bij gelijkwaardige keuzes geeft men echter een voorkeur voor een rivierdal of veilige pleisterplaatsen voor de overnachtingen.

De hoofdroutes worden ingedeeld aan de hand van de doorsteek van grote rivieren door gebergtes:

Ook in Engeland werd barnsteen gewonnen. De meest westelijke vindplaats bevond zich bij het kustplaatsje Cromer in het noordwesten van het graafschap Norfolk. Vandaar werd het barnsteen via een zeeroute uitgevoerd naar de kapitaalkrachtige afnemers aan de Middellandse Zee.

De hoogste productiecijfers van de barnsteenwinning aan de Oostzeekust voor de Tweede Wereldoorlog bedroegen in het jaar 1926 meer dan 499 ton barnsteen. Rond 1860 heeft een vakman, de mijnbouwkundige Runge, berekend, dat in de loop van de afgelopen 3000 jaar rond 1,2 millioen kilogram barnsteen alleen door jutten en zeven aan het strand moeten zijn verzameld. Alleen al bij het kustplaatsje Rauschen in het noordelijke Samland werden binnen twee stormachtige dagen van het jaar 1931 meer dan 750 kilogram barnsteen aan het strand gevonden (Bronvermelding: Karl Jülicher in het tijdschrift Pan, uitgave April 1982).

Barnsteen

Barnsteen is een fossiele hars van prehistorische naaldbomen, Pinus succinifera. Deze hars is miljoenen jaren geleden uit de bomen gedropen en daarna versteend. Barnsteen stamt dus uit het Paleozoïcum tot aan het Quartair. Barnsteen is warmgeel tot donkerrood van kleur. De mooiste barnsteen is doorzichtig.

Mineralogisch bezien heeft barnsteen een amorfe structuur. Het is vrij zacht, de hardheid bedraagt 2-2,5

Het woord barnsteen, dat in het Duits Bernstein is, is afkomstig van het Nedersaksische woord börnen dat branden betekent. Inderdaad is deze halfedelsteen brandbaar. Barnsteen heet in het Engels amber. In de Nederlandse taal wordt met amber meestal de kleur amber bedoeld, bijvoorbeeld bij de kleur van bepaalde biersoorten. Een andere betekenis voor amber is amber (potvis), een product uit de darmen van de potvis, dat sterk geurt en in parfums wordt gebruikt.

Zoals ook nog bij de tegenwoordige dennen het geval is, loopt er uit kleine beschadigingen van de schors hars uit de boom. Deze hars beschermt de boom tegen insecten en schimmels. In vroegere tijden zijn door de bomen in het Oostzeegebied grote hoeveelheden hars geproduceerd. Na de ijstijd is het barnsteen uit de grond gespoeld en in zee terecht gekomen. Jongere, niet gefossiliseerde barnsteen heet kopal. Het voelt vettig aan.

Soms komt er een insect in de hars terecht. Dit fossiel blijft in de versteende barnsteen zichtbaar. Door de ouderdom verdwijnen de kleuren van het insect en wordt het zwart. In tegenstelling tot wat in de film Jurassic Park wordt gesuggereerd, is het niet mogelijk om DNA van dieren zoals dinosauriers uit door insekten opgezogen bloed te halen.

Source: Wikipedia