Ferberiet

Het mineraal ferberiet is een ijzer-wolframaat met de chemische formule Fe2+WO4.

Download our Free bookmarks organizing software today!

Search results for 'Ferberiet':

More information on 'Ferberiet':

Het mineraal ferberiet is een ijzer-wolframaat met de chemische formule Fe2+WO4.

Het vrijwel opaak zwarte ferberiet heeft een metallische glans, een bruinzwarte streepkleur en de splijting van het mineraal is perfect volgens het kristalvlak [010] en deels volgens [100] en [102]. Het kristalstelsel is monoklien. Ferberiet heeft een gemiddelde dichtheid van 7,45, de hardheid is 4,5 en het mineraal is niet radioactief of magnetisch.

Het mineraal ferberiet is genoemd naar de Duitser Moritz Rudolph Ferber (1805 - 1875), die werkte in Gera.

Ferberiet komt voornamelijk voor in hydrothermale aders, greisen en granitische pegmatieten, maar ook als mineraal in alluviale sedimenten. De typelocatie van ferberiet is de Alquiles Sierra Almagrera, Spanje. Het mineraal wordt verder gevonden in Beira Baixa, Portugal en Bugarama, Ruanda.

Categorieën: Mineraal | Wolframaat | Verbinding van ijzer

Wolframaat

Het wolframaat ion heeft de chemische formule WO42−. Een wolframaat mineraal is een mineraal dat wolframaat als anion heeft. Wolframaat oxideert erg slecht in vergelijking met chromaat.

Categorieën: Beginnetje scheikunde | Wolframaat

Magnetisme

Al in de Oudheid ontdekte men dat magnetietkristallen elkaar afhankelijk van de oriëntatie aantrekken of afstoten. Dit natuurkundige verschijnsel wordt magnetisme genoemd. Magnetiet is, evenals magnesium genoemd naar Magnesia, een gebied in Thessalië in het oude Griekenland.

Verantwoordelijk voor het magnetisme van magnetiet is het aanwezige ijzer. Veel ijzerlegeringen vertonen magnetisme. Naast ijzer vertonen ook nikkel en kobalt magnetische eigenschappen.

Voorwerpen die dit verschijnsel sterk vertonen noemt men magneten. Er zijn natuurlijke en kunstmatige magneten (bijvoorbeeld Alnico,Fernico, ferrieten). Alle magneten hebben twee polen die noordpool en zuidpool worden genoemd. De noordpool van een magneet stoot de noordpool van een andere magneet af, en trekt de zuidpool van een andere magneet aan. Twee zuidpolen stoten elkaar ook af. Omdat ook de aarde een magneetveld heeft, met z'n zuidpool vlak bij de noordpool en z'n noordpool vlakbij de zuidpool, zal een vrij ronddraaiende magneet altijd de noord-zuidrichting aannemen. De benamingen van de polen van een magneet zijn hiervan afgeleid. Overigens wordt gemakshalve, maar wel enigszins verwarrend, de zuidpool van de "aardemagneet" de magnetische noordpool genoemd en de noordpool van de "aardemagneet" de magnetische zuidpool.

Een verwant verschijnsel is elektromagnetisme, magnetisme dat ontstaat door een elektrische stroom.

Bij nadere beschouwing blijkt het magnetisme in van nature magnetische of magnetiseerbare materialen, net als elektromagnetisme, ook veroorzaakt te worden door bewegende elektrische lading. James Maxwell heeft, voortbouwend op onderzoek van o.a. Michael Faraday al in de negentiende eeuw een zeer elegante wiskundige formulering gegeven van elektriciteit en magnetisme die door Heaviside werd bijgeschaafd tot slechts vier differentiaalvergelijkingen, de vergelijkingen van Maxwell waarmee alle macroscopische elektrische en magnetische verschijnselen zijn te beschrijven.

Gera

Gera is een stadsdistrict (kreisfreie Stadt) in de Duitse deelstaat Thüringen. De stad heeft 104.464 inwoners.

Gera werd in 995 voor het eerst vermeld. In 1564 werd het residentiestad van Reuss-Gera en in 1848 van het vorstendom Reuss jongere linie. In 1920 ging het op in Thüringen.

Altenburger Land - Eichsfeld - Eisenach - Erfurt - Gera - Gotha - Greiz - Hildburghausen - Ilm-Kreis - Jena - Kyffhäuserkreis - Nordhausen - Saale-Holzland-Kreis - Saale-Orla-Kreis - Saalfeld-Rudolstadt - Schmalkalden-Meiningen - Sömmerda - Sonneberg - Suhl - Unstrut-Hainich-Kreis - Wartburgkreis - Weimar - Weimarer Land

Categorieën: Plaats in Thüringen | Stad in Duitsland

Graniet

Graniet is een zuur (of felsisch) stollingsgesteente dat voornamelijk bestaat uit drie mineralen; kwarts, veldspaten (kaliveldspaat en plagioklaas) en mica's (muscoviet en/of biotiet). Ook amfibool komt in graniet voor.

De onderlinge verhouding van de mineralen verschilt, maar doorgaans is kwarts de dominante component (ongeveer 50%). Het kwarts is meestal (melk-)wit, het veldspaat kan gekleurd zijn (crème, roze) en de glimmers zijn meestal bruin of lichtgrijs van kleur.

Graniet is een stollingsgesteente en dat wil zeggen dat het is gevormd bij het ondergronds stollen van magma. (Dit in tegenstelling tot een uitvloeiïngsgesteente zoals basalt dat dichtbij of aan het aardoppervlak gestold is.) Doordat graniet op diepte gestold is, hebben de mineralen bij langzame afkoeling de tijd gehad om kristallen te vormen. Een gesteente dat nog langzamer stolt, meestal in de "armen" van een magmakamer, wordt pegmatiet genoemd. Als graniet wordt blootgesteld aan zeer hoge drukken en temperaturen, verandert het in gneis, een metamorf gesteente.

Het woord komt van het Latijnse woord granus, dat korrel betekent. Het verklaart het vaak korrelige uiterlijk van graniet. Strikt genomen klopt dit niet, omdat een stollingsgesteente niet bestaat uit korrels (wat typisch is voor een sedimentair gesteente). Grofkristallijn zou een betere benaming zijn.

Graniet komt voor in sommige delen van België, al is daar het meeste graniet commercieel al gewonnen. Sommige zwerfstenen in Noord-Nederland bestaan uit graniet, meestal uit Noorwegen of Zweden. (De meeste zwerfstenen zijn in ieder geval granietachtige stollingsgesteenten).

Pegmatiet

Pegmatiet is een ganggesteente, vaak ontstaan uit felsisch (zuur, hoog SiO2 gehalte) vulkanisme, dat zeer grote kristallen (tot 10 meter doorsnede) kan bevatten.

Kenmerkend voor een pegmatiet is het voorkomen van zeldzame mineralen als aquamarijn, toermalijn, topaas, fluoriet, apatiet en wolfraam. Vooral mineralen die lithium bevatten, ontstaan in pegmatieten omdat een pegmatiet de laatst kristalliserende elementen opneemt.

Pegmatiet is genoemd naar het Latijnse woord pegma, dat "schavot" of "boekenkast" betekent.

Overal waar magma stolt onder het aardoppervlak, ontstaat stollingsgesteente. In gebieden waar een deel van het magma nog vloeibaar blijft, zijn er kristallen die "drijven" en aangroeien in de smelt die langzaam en als laatste uitkristalliseert. Als pegmatieten ontsloten raken aan het oppervlak, zijn er vaak erg mooie en grote kristallen te vinden. Dit is het geval in Brazilië, maar ook op kleinere schaal op Cap de Creus, Catalonië, Spanje.

Omdat pegmatieten zeldzame aardelementen als lithium, beryllium en tantalium bevat, is het voor de industrie een interessant gesteente om te mijnen. Ook edelstenen worden in pegmatieten gevonden.

Alluvium

Holoceen, vroeger ook Alluvium genoemd, is de naam van het geologische tijdvak van 10.000 jaar geleden tot nu. Het woord 'Holoceen' stamt uit het Grieks: holos betekent "compleet" en ceno betekent "nieuw".

Het Holoceen is een relatief warme periode of interglaciaal, vergeleken met de voorgaande ijstijden of glacialen.

Tijdens het Holoceen is het Nederlandse landschap in grote mate gevormd: de kuststrook met haar duinen, de veengebieden van het westen, de zandverstuivingen op de Veluwe, het zeekleilandschap van Noord-Nederland, ze werden alle gevormd gedurende het Holoceen.

In deze periode eindigde de Oude Steentijd en vonden de Middensteentijd- en Jonge Steentijd, de bronstijd en de ijzertijd plaats. Uiteraard ook alle latere archeologische of geschiedkundige perioden.

Het Holoceen vormt samen met het voorafgaande Pleistoceen het Quartair.

Source: Wikipedia