Lopariet

Het mineraal lopariet is een cerium-natrium-calcium-titanium-niobium-oxide met de chemische formule (Ce,Na,Ca)2(Ti,Nb)2O6.

Download our Free bookmarks organizing software today!

Search results for 'Lopariet':

More information on 'Lopariet':

Het mineraal lopariet is een cerium-natrium-calcium-titanium-niobium-oxide met de chemische formule (Ce,Na,Ca)2(Ti,Nb)2O6.

Het opaak zwarte lopariet heeft een metallische tot diamantglans, een roodbruine streepkleur en een imperfecte splijting volgens het kristalvlak [100]. De gemiddelde dichtheid is 4,77 en de hardheid is 5,5. Het kristalstelsel is kubisch en het mineraal is zwak radioactief. De gamma ray waarde volgens het American Petroleum Institute is 24.983,65.

De naam van het mineraal lopariet is afgeleid van het Russische woord voor Lappen, Lopar. Dit omdat het mineraal voornamelijk gevonden werd op het door Lappen bevolkte Kola schiereiland.

Lopariet komt voor als primair mineraal in nefelien-syenieten. Het wordt ook gevormd in alkalische pegmatieten, waar het perovskiet vervangt. De typelocatie is gelegen in de Khibiny en Lovozero massieven, schiereiland Kola, noord-Rusland. Het wordt ook gevonden in Buer, Bjorkedalen, Langesundfjord, Telemarken, Noorwegen.

Categorieën: Mineraal | Oxide | Verbinding van cerium | Verbinding van natrium | Verbinding van calcium | Verbinding van titaan | Verbinding van niobium

Cerium

Cerium is een scheikundig element met symbool Ce en atoomnummer 58. Het is een zilverwit lanthanide.

Cerium is in 1801 ontdekt door de Zweedse wetenschappers Jöns Jacob Berzelius en Wilhelm von Hisinger. Tegelijkertijd en onafhankelijk daarvan werd het element ook ontdekt door de Duitser Martin Heinrich Klaproth.

Cerium is door Berzelius vernoemd naar de planetoïde Ceres, welke twee jaar eerder werd ontdekt.

In de industrie wordt cerium vooral gebruikt bij het maken van legeringen met aluminium en zirkonium. Andere toepassingen zijn:

In de petrochemische industrie wordt ceriumoxide gebruikt bij het kraken van olie.

Titanium

Titanium, of titaan, is een scheikundig element met symbool Ti en atoomnummer 22. Het is een grijs metallisch overgangsmetaal, het behoort met Zirconium (Zr), Hafnium (Hf) en Rutherfordium (Rf) tot de titaangroep.

In 1791 ontdekte Rev. William Gregor een nog onbekend element in het mineraal ilmeniet. In 1795 herontdekte Martin Heinrich Klaproth het element, ditmaal in rulieterts en noemde het titanium naar de titanen uit de Griekse mythologie. Omdat het metaal bij hoge temperaturen makkelijk reageert met zuurstof en koolstof, is het moeilijk om zuiver titanium te produceren. In 1922 lukte het A.E. van Arkel om zuiver metallisch titaan te bereiden (jodideproces).

Titanium wordt hoofdzakelijk (ongeveer 95%) gebruikt in de vorm van titaniumdioxide (TiO2); een intens wit pigment (titaanwit) in verf, papier en kunststoffen. Verf met titaniumdioxide reflecteert infrarood licht zeer goed, waardoor het veel wordt gebruikt in de astronomie.

Omdat het metaal sterk, licht en erg corrosiebestendig is, en bovendien bestand tegen extreme temperatuursschommelingen, worden titaniumlegeringen veel toegepast bij de constructie van vliegtuigen en raketten. Andere toepassingen van titanium zijn:

Verder wordt titanium soms gebruikt als constructiemateriaal om zeewater via destillatie om te zetten in drinkwater.

Niobium

Niobium is een scheikundig element met symbool Nb en atoomnummer 41. Het is een glanzend grijs/blauwachtig overgangsmetaal.

Niobium is in 1801 ontdekt door de Engelse chemicus Charles Hatchett tijdens het onderzoeken van het mineraal columbiet dat hem door de gouverneur van Connecticut was toegestuurd. Het metaal is voor het eerst geïsoleerd door Christian Blomstrand in 1864 door niobiumchloride te verhitten in een atmosfeer van waterstof.

De belangrijkste toepassing van niobium vindt plaats in de productie van sommige roestvrij staalsoorten. Daarnaast wordt niobium op kleine schaal gebruikt voor andere toepassingen:

Verder vindt niobium toepassing in supergeleiders.

Chemisch gezien vertoont niobium zeer veel overeenkomsten met tantalium; een element dat in het periodiek systeem direct onder niobium staat. Van alle supergeleidende elementen wordt niobium bij de hoogste temperatuur (9,3 K) supergeleidend.

Nefelien

Het mineraal nefelien is een natrium-kalium-aluminium-silicaat met de chemische formule (Na,K)AlSiO4. Het tectosilicaat behoort tot de veldspaatvervangers.

Het witte, grijze of bruine nefelien heeft een glas- tot vetglans, een witte streepkleur en de splijting is slecht volgens het kristalvlak [1010]. De gemiddelde dichtheid is 2,59 en de hardheid is 6. Het kristalstelsel is hexagonaal en de radioactiviteit van het mineraal is nauwelijks meetbaar. De gamma ray waarde volgens het American Petroleum Institute is 95,15.

De naam van het mineraal nefelien is afgeleid van het Griekse woord nephele, dat "wolk" betekent. Dit vanwege het feit dat het mineraal wolkjes vormt wanneer het in sterk zuur wordt gedompeld.

Nefelien is een algemeen mineraal in silica-arme stollingsgesteenten, als syeniet en in metamorfe gesteenten als mica-schisten en gneisen. De typelocatie is de Magnet Cove in het Ouachita-gebergte, Hot Spring County, Arkansas, Verenigde Staten.

Categorieën: Mineraal | Tectosilicaat | Verbinding van natrium | Verbinding van kalium | Verbinding van aluminium

Syeniet

Het gesteente syeniet is een grofkristallijn stollingsgesteente dat verzadigd is met SiO2, maar weinig tot geen kwarts bevat. Het behoort tot de dieptegesteenten.

De mineralen die voorkomen in syenieten zijn voornamelijk orthoklaas, biotiet, amfibool en pyroxeen. Naast orthoklaas kan syeniet ook plagioklaas bevatten. De kleur van het gesteente varieert van blauwgrijs of rood tot donkergroen of zwart. Uiterlijk lijkt het op graniet, het dieptegesteente waar het in feite de kwartsloze of kwartsarme variant van is.

De naam van het gesteente syeniet is afgeleid van de oude en Latijnse naam voor Aswan, Syene in Egypte.

Categorie: Stollingsgesteente

Kaliveldspaat

De mineralen-reeks kaliveldspaat is een groep van aluminium-tectosilicaten die behoren tot de veldspaten met samenstellingen tussen de eindleden albiet-orthoklaas, met albiet als natrium-houdend en orthoklaas als kalium-houdend uiterste mineraal. De reeks van mineralen is een zogenaamde vaste oplossing.

De kristallografie van de veldspaten varieert sterk met de samenstelling en is vrij complex. De symmetrie varieert van monoklien tot triklien. Algemeen komen meerdere systemen van splijting voor, ook bestaan er hoge en lage temperatuursvormen.

De individuele kaliveldspaatmineralen, gewoonlijk verkort aangeduid als kaliveldspaat, zijn belangrijke gesteentevormende mineralen in zowel felsische stollings-, metamorfe als sedimentaire gesteenten. Een veel voorkomende kleur van kaliveldspaatkristallen is zalmroze en daarmee is het een vrij gemakkelijk te herkennen mineraal in gesteenten. Door een bepaald type verwering van kaliveldspaat ontstaat uiteindelijk gibbsiet, deze verweringsreactie is beschreven als de verweringsreactie van kaliveldspaat.

felsisch--------------------------------------------------mafischkwarts - veldspaat - mica - amfibool - pyroxeen - olivijn

Categorieën: Mineraal | Tectosilicaat | Verbinding van aluminium

Pegmatiet

Pegmatiet is een ganggesteente, vaak ontstaan uit felsisch (zuur, hoog SiO2 gehalte) vulkanisme, dat zeer grote kristallen (tot 10 meter doorsnede) kan bevatten.

Kenmerkend voor een pegmatiet is het voorkomen van zeldzame mineralen als aquamarijn, toermalijn, topaas, fluoriet, apatiet en wolfraam. Vooral mineralen die lithium bevatten, ontstaan in pegmatieten omdat een pegmatiet de laatst kristalliserende elementen opneemt.

Pegmatiet is genoemd naar het Latijnse woord pegma, dat "schavot" of "boekenkast" betekent.

Overal waar magma stolt onder het aardoppervlak, ontstaat stollingsgesteente. In gebieden waar een deel van het magma nog vloeibaar blijft, zijn er kristallen die "drijven" en aangroeien in de smelt die langzaam en als laatste uitkristalliseert. Als pegmatieten ontsloten raken aan het oppervlak, zijn er vaak erg mooie en grote kristallen te vinden. Dit is het geval in Brazilië, maar ook op kleinere schaal op Cap de Creus, Catalonië, Spanje.

Omdat pegmatieten zeldzame aardelementen als lithium, beryllium en tantalium bevat, is het voor de industrie een interessant gesteente om te mijnen. Ook edelstenen worden in pegmatieten gevonden.

Perovskiet

Het mineraal perovskiet is een calcium-titanium-oxide met de chemische formule CaTiO3.

Het zwarte, roodbruine of gele perovskiet heeft een metallische glans en een grijswitte streepkleur. Het kristalstelsel is orthorhombisch en de splijting is goed volgens de kristalvlakken [100], [010]] en [001]. De gemiddelde dichtheid is 4 en de hardheid is 5,5. Perovskiet is niet radioactief.

Het mineraal perovskiet is genoemd naar de Russische mineraloog L.A. Perovski (1792-1856).

Perovskiet komt voor in gesteentes waar ook chloriet, talk en serpentijn voorkomen. In kimberlieten komt perovskiet ook veel voor. De typelocatie is Achmatovsk bij Kussinsk (district Zlato-oesti) in het Oeralgebergte, Rusland.

Categorieën: Mineraal | Oxide | Verbinding van calcium | Verbinding van titaan

Source: Wikipedia