Diaspoor

Het mineraal diaspoor is een aluminium-zuurstof-hydroxide met de chemische formule AlO(OH).

Download our Free bookmarks organizing software today!

Search results for 'Diaspoor':

More information on 'Diaspoor':

Het mineraal diaspoor is een aluminium-zuurstof-hydroxide met de chemische formule AlO(OH).

Het doorzichtig tot subdoorschijnend kleurloze, witte, groengrijze, grijsbruine of gele diaspoor heeft een glas- tot parelglans, een witte streepkleur en de splijting van het mineraal is perfect volgens [010] en goed volgens [110]. Het kristalstelsel is orthorhombisch. Diaspoor heeft een gemiddelde dichtheid van 3,4, de hardheid is 6,5 tot 7 en het mineraal is niet radioactief. De dubbelbreking van diaspoor is 0,0470 - 0,0500.

De naam van het mineraal diaspoor is afgeleid van het Griekse woord diaspor, dat "verstrooiing" betekent.

Diaspoor is een zeer algemeen mineraal dat gevonden wordt in bauxiet-houdende sedimenten. De typelocatie van diaspoor is niet nader gedefinieerd. Het mineraal wordt wel gevonden in de Saga groeve nabij Oslo, Noorwegen.

Categorieën: Mineraal | Hydroxide | Verbinding van zuurstof | Verbinding van aluminium

Orthorhombisch

Veel vaste stoffen hebben een kristallijne structuur. Dat wil zeggen dat zij bestaan uit een regelmatige opstapeling van een structuureenheid (moleculen, ionen, atomen) die als bouwsteen van de regelmatige stapeling gezien kan worden. De structuureenheden vormen een driedimensionaal rooster. In de kristallografie worden de gestapelde structuureenheden eenheidscellen genoemd.

De regelmatige stapeling wordt translatiesymmetrie genoemd. Naast de translatiesymmetrie bestaat er ook nog interne symmetrie binnen de eenheden. Het geheel van alle symmetrie heet kristalstructuursymmetrie (zie hierna).

De symmetrie heeft onder meer als gevolg dat de gehele structuur van het kristal kan worden beschreven als de inhoud van één eenheidscel of zelfs een gedeelte daarvan, soms aangevuld met een beschrijving van de (zeer kleine) verschillen tussen eenheidscellen.

Een van de technieken die kan worden gebruikt om kristalstructuren te bepalen is de Röntgendiffractie. Dit is tot nog toe (2003) de nauwkeurigste techniek om de structuur van moleculen te onderzoeken. Kristalstructuren van meer dan 250.000 organische verbindingen zijn reeds bepaald en opgeslagen in de Cambridge Structural Database.

Naast kristallijne vaste stoffen bestaan er glasstructuren en amorfe structuren.

Pleochroisme

Pleochroïsme is een optisch verschijnsel waarbij ten gevolgde van dubbelbreking van licht in een gekleurde edelsteen of kristal, het licht gesplitst wordt in twee bundels die in een hoek van 90° ten opzichte van elkaar gepolariseerd zijn. Aangezien de bundels verschillende paden volgen en met verschillende snelheden propageren doorheen de steen, kunnen ze als gevolg verschillende selectieve absorptie ondergaan, waardoor ze verschillende kleuren hebben als ze de steen verlaten. Dit geeft de steen een andere kleur als hij langs verschillende kanten bekeken wordt.

Sommige stenen vertonen twee kleuren of tinten, wat dichroïsme genoemd wordt, andere vertonen er drie en zijn trichroïsch. Edelstenen worden soms speciaal geslepen en gedraaid om pleochroïsme te benadrukken of te verstoppen, afhankelijk van de kleuren en hun schoonheid.

In de mineralogie is pleochroïsme een extreem bruikbaar hulpmiddel om een mineraal te identificeren, omdat verschillende mineralen die anders zeer gelijkend zijn, toch verschillende pleochroïsche kleurschema's kunnen hebben. In zulke gevallen wordt er dunne plak mineraal onderzocht door er onder een microscoop licht door te schijnen..

Categorie: Mineralogie

Zuurstof

Zuurstof is een scheikundig element met symbool O en atoomnummer 8. Het is een kleurloos niet-metaal.

Zuurstof werd in 1771 door de Zweedse apotheker Karl Wilhelm Scheele ontdekt, maar de herontdekking door Joseph Priestley maakte het pas in wijdere kring bekend. Men begreep al gauw dat dit gas, hoewel het maar een vijfde van de lucht van onze planeet uitmaakt, verbranding mogelijk maakt alsmede het ademen van mens en dier (en plant gedurende de duisternis). Het was Antoine Lavoisier die het zijn wetenschappelijke naam oxygenium (zuurvormer) gegeven heeft omdat men aanvankelijk dacht dat het element een onontbeerlijk bestanddeel van een zuur was. Hoewel oxides van vele elementen inderdaad zuurvormend zijn, is het omgekeerde niet waar: om een zuur te vormen is zuurstof niet noodzakelijk.

Zuurstof in zuivere vorm wordt veel toegepast in lasapparatuur en in de medische wereld voor mensen met ademhalingsproblemen. Ook in de luchtvaart en bij het duiken is het niet meer weg te denken. De vloeibare vorm vindt toepassing in de ruimtevaart en bij echte grootverbuikers. Als chemische grondstof is het ook bijzonder belangrijk, bijvoorbeeld voor de gecontroleerde oxidatie van ethyleen naar ethyleenoxide (over een zilverkatalysator). Dit industriële proces levert een belangrijke grondstof voor de polymeerindustrie

Op zeeniveau ofwel bij 1 bar krijgen wij in de lucht, die voor 21% uit zuurstof bestaat, een hoeveelheid zuurstof aangeboden met een partiele druk van 0,21 (1 bar * 21/100). Hiermee kan ons lichaam goed uit de voeten. Zodra wij de bergen in gaan, zal de luchtdruk iets dalen en krijgen wij dus ook minder partiële zuurstof druk.

Het element zuurstof komt voor als een twee-atomig gas, O2, dat 20% van de atmosfeer van de aarde vormt. Ook de drie-atomige vorm O3 (ozon) komt in de natuur voor, vooral in de hogere luchtlagen waar het onder invloed van het stralingsbombardement waaraan de aarde blootgesteld is, gevormd wordt. Door luchtverontreiniging kan het ook aan de grond voorkomen.

Hydroxide

R-zinnen: 35S-zinnen: 1/2-26-37/39-45

Waar mogelijk zijn SI-eenheden gebruikt. Tenzij anders vermeld zijn standaard omstandigheden gebruikt (298,15K of 25°C, 1 bar)

Natriumhydroxide (caustische soda), formule NaOH, is een witte, hygroscopische stof met een smeltpunt van 319 °C en een dichtheid van 2,13 g/cm3. De stof lost onder grote warmteontwikkeling in water op tot natronloog. Het is een sterke base en verdringt zwakkere basen uit hun zouten.

Natriumhydroxide reageert met kooldioxide uit de lucht tot natriumcarbonaat en moet daarom in een afgesloten verpakking worden bewaard.

Alle methoden hebben met elkaar gemeen dat er bijkomende reinigings- en concentratiestappen moeten worden doorlopen om watervrij natriumhydroxide te verkrijgen.

Radioactiviteit

Radioactiviteit, ook wel activiteit genoemd, is een natuurkundig fenomeen: bepaalde isotopen zijn instabiel en veranderen (desintegreren) spontaan in een andere atoomsoort. Dit noemt men radioactief verval.

Bij dit proces zenden ze straling uit. Na de desintegratie is de atoomkern veranderd van samenstelling, met name in de aantallen protonen en neutronen. Zo ontstaat een atoom van een andere atoomsoort, hetzij een andere isotoop van hetzelfde element, hetzij een ander element.

In sommige situaties is het desintegratieproduct, ook wel het dochternuclide genoemd, zelf ook weer instabiel. Het proces gaat door totdat de ontstane atoomkern in een stabiele vorm is geraakt. Men spreekt dan van een vervalketen.

Aan de ontdekking van en het onderzoek van radioactiviteit hebben veel mensen hun naam verbonden. Enkele van de voornaamste zijn:

Radioactiviteit wordt uitgedrukt in becquerel (Bq). Als er van een stof 1 atoom per seconde vervalt (desintegreert) is die stof een radioactieve bron (stralingsbron) met een sterkte van 1 becquerel.

Bauxiet

Bauxiet is de naam van het erts van aluminium. Bauxiet bestaat voor een groot deel uit aluminiumhydroxide; daarnaast bevat het, afhankelijk van de oorsprong, ook verbindingen van titanium, ijzer en silicium.

Bauxiet is genoemd naar het dorp Les Baux-de-Provence in het zuiden van Frankrijk, waar het in 1821 werd ontdekt door de Franse geoloog Pierre Berthier. In 1991 is de winning van bauxiet in Frankrijk gestaakt.

Tegenwoordig is Australië de grootste leverancier.

Bauxiet wordt verwerkt tot aluminium door het eerst om te zetten in het oxide, en daaruit door elektrolyse van de smelt het metaal te maken. Dit laatste is een zeer energie-intensief proces; daarom worden aluminiumfabrieken vaak naast elektriciteitscentrales gebouwd.

In 1915 werd in Suriname bauxiet ontdekt. De opbrengst uit bauxiet is een van de belangrijke inkomstenbronnen voor de Surinaamse staat.

Sediment

Sediment is de benaming voor door wind, water en/of ijs verplaatste en vervolgens afgezette korrels of deeltjes. Voorbeelden van sedimenten zijn grind, zand en klei. Aangroei van land door sedimentatie wordt wel aanwassen genoemd.

Sediment verplaatst zich op verschillende manieren, zoals glijdend of rollend (over ander sediment of gesteente), zwevend door het water, of springend en stuiterend. Als de stroming in water of lucht een gelijkmatige beweging is zal de sedimentverplaatsing constant zijn. Als de stroming draait en kolkt ontstaan er ophopingen van sediment en sedimentloze plekken. Ribbels op het strand zijn hier een voorbeeld van.

Sedimentverplaatsing zie je overal, in buitendijks gebied onder invloed van het getij, in binnedijks gebied door (over)stromingen van rivieren. Momenteel wordt van Oost-Terschelling zand meegenomen door de stroming en dit komt er aan de westkant van Ameland weer aan. Na ongeveer tien jaar draait dit weer om en komt het sediment weer terug bij Terschelling. In de Waddenzee is door de sterke stroming ook goed te zien wat er gebeurt met het sediment: hele stukken vaarroutes verplaatsen zich door dit proces.

De bodem in Nederland en het grootste deel van België is opgebouwd uit sediment of sedimentair gesteente. Het verschil tussen sediment en sedimentair gesteente is dat de laatste door chemische processen aan elkaar gekit en hard geworden is. Het verloop is gradueel.

Sediment kan worden afgezet door rivieren (fluviaal sediment) 18,3 (109 ton per jaar), door de wind (eolisch sediment) 0,6, door de zee (marien sediment), door landijs of gletsjers (glaciaal sediment) 2,0, door smeltwater (fluvioglaciaal sediment), door vulkanische uitbarstingen (volcanic ejecta) 0,15, door grondwater 0,48 en in meren (lacustrien sediment).

Diaspoor

Het mineraal diaspoor is een aluminium-zuurstof-hydroxide met de chemische formule AlO(OH).

Het doorzichtig tot subdoorschijnend kleurloze, witte, groengrijze, grijsbruine of gele diaspoor heeft een glas- tot parelglans, een witte streepkleur en de splijting van het mineraal is perfect volgens [010] en goed volgens [110]. Het kristalstelsel is orthorhombisch. Diaspoor heeft een gemiddelde dichtheid van 3,4, de hardheid is 6,5 tot 7 en het mineraal is niet radioactief. De dubbelbreking van diaspoor is 0,0470 - 0,0500.

De naam van het mineraal diaspoor is afgeleid van het Griekse woord diaspor, dat "verstrooiing" betekent.

Diaspoor is een zeer algemeen mineraal dat gevonden wordt in bauxiet-houdende sedimenten. De typelocatie van diaspoor is niet nader gedefinieerd. Het mineraal wordt wel gevonden in de Saga groeve nabij Oslo, Noorwegen.

Categorieën: Mineraal | Hydroxide | Verbinding van zuurstof | Verbinding van aluminium

Source: Wikipedia