Carnalliet

Het mineraal carnalliet is een gehydrateerd kalium-magnesiumchloride met formule: KMgCl3•6(H2O).

Download our Free bookmarks organizing software today!

Search results for 'Carnalliet':

More information on 'Carnalliet':

Het mineraal carnalliet is een gehydrateerd kalium-magnesiumchloride met formule: KMgCl3•6(H2O).

De kleur varieert van geel tot wit, roodachtig, tot soms kleurloos en blauw. Het is gewoonlijk massief tot vezelachtig met orthorhombische kristallen. Het is transparant tot doorschijnend met een vettige glans. De brekingsindices zijn n?=1,467 n?=1,476 n?=1,494. Het heeft een hardheid op de schaal van Mohs van 2,5 en heeft een gemiddelde dichtheid van 1,6. Het mineraal neemt vocht op uit de omgeving, specimens moeten in een luchtdichte omgeving bewaard worden.

Carnalliet werd voor het eerst beschreven in 1856 in Stassfurt, Saksen-Anhalt, Duitsland. Het is genoemd naar de Pruisische mijnbouwingenieur, Rudolph von Carnall (1804-1874).

Carnalliet komt voor samen met een opeenvolging van kalium- en magnesiumhoudende evaporieten zoals sylviet, kainiet, picromeriet, polyhaliet en kieseriet. Carnalliet is een nogal zeldzaam chloride dat enkel gevormd wordt in specifieke omstandigheden in een verdampende zee of in een sedimentair bekken. Dit mineraal wordt commercieel uitgegraven voor zowel het kalium als het magnesium en komt voor in de evaporietafzettingen van Carlsbad, New Mexico; het Paradox Bassin in Colorado en Utah; Strassfurt, Duitsland; het Perm Bassin, Rusland; en het Williston Bassin in Saskatchewan, Canada. Deze afzettingen dateren van het Devoon tot het Perm.

Categorieën: Mineraal | Chloride

Stassfurt

Stassfurt of Staßfurt is een plaats in de Duitse deelstaat Saksen-Anhalt, gelegen in het district Aschersleben-Stassfurt. De plaats heeft ongeveer 19.800 inwoners.

Altmarkkreis Salzwedel - Anhalt-Zerbst - Aschersleben-Staßfurt - Bernburg - Bitterfeld - Bördekreis - Burgenlandkreis - Dessau (stad) - Halberstadt - Halle (stad) - Jerichower Land - Köthen - Magdeburg (stad) - Mansfelder Land - Merseburg-Querfurt - Ohrekreis - Quedlinburg - Saalkreis - Sangerhausen - Schönebeck - Stendal - Weißenfels - Wernigerode - Wittenberg

Categorie: Saksen-Anhalt

Saksen-Anhalt

Saksen-Anhalt (Duits: Sachsen-Anhalt) is een deelstaat in het midden van Duitsland met een oppervlakte van 20.447 km² en 2.535.800 inwoners (2003). De hoofdstad is Magdeburg. Aangrenzende deelstaten zijn Nedersaksen, Brandenburg, Saksen en Thüringen.

Saksen-Anhalt bestaat als bestuurlijke eenheid sinds 1945. Na het Congres van Wenen (1815) werd in Pruisen de provincie Saksen in het leven geroepen, met daarin als enclave de hertogdommen Anhalt-Dessau, Anhalt-Köthen en Anhalt-Bernburg (sinds 1863 verenigd tot Anhalt). De provincie Saksen werd in 1944 opgedeeld in de provincies Halle-Merseburg en Magdeburg, terwijl het Regierungsbezirk Erfurt onder gezag van de Rijksstadhouder in Thüringen werd gesteld.

In 1945 werden deze provincies met Anhalt, de enclave Calvörde (voorheen van Brunswijk), het oosten van het district Blankenburg in de Harz (eveneens Brunswijks) en de Thüringse enclave Allstedt weer verenigd tot de provincie Saksen, die echter nog datzelfde jaar werd omgedoopt in Saksen-Anhalt. Deze provincie kreeg na het opheffen van de staat Pruisen in 1947 de status van deelstaat (Land) en behoorde sinds 1949 tot de Duitse Democratische Republiek. In 1952 werd Saksen-Anhalt opgedeeld in de districten Halle en Magdeburg. Na de Duitse hereniging in 1990 werd de deelstaat hersteld.

Saksen-Anhalt is per 1 januari 2004 onderverdeeld in 21 districten (Landkreise) en drie stadsdistricten (kreisfreie Städte). In 2007 wordt een nieuwe districtsindeling ingevoerd, welke wordt vastgelegd met een besluit van het deelstaatparlement in 2006.

.

Pruisen

Pruisen (ook wel Pruissen; Duits: Preußen; Oud-Pruisisch: Prūsa; Pools: Prusy; Litouws: Prūsija; Latijn: Prussia, Borussia of Prutenia) was een land in Midden- en West-Europa dat met name in de achttiende en negentiende eeuw een grote rol speelde in de Europese geschiedenis.

Pruisen was van oudsher het gebied van de West-Baltische stam de Pruisen, gelegen tussen Achter-Pommeren en Koerland en ongeveer overeenkomend met de latere provincies Oost-Pruisen en West-Pruisen. In de dertiende eeuw veroverde de Duitse Orde het gebied. Het werd in 1525 een seculier hertogdom onder het Huis Hohenzollern, dat de staat sinds 1618 regeerde in personele unie met Brandenburg. Sinds de verheffing van Pruisen tot koninkrijk in 1701 gebruikt men de naam "Pruisen" veelal om het gehele Hohenzollern-rijk mee aan te duiden. Het land werd in de achttiende eeuw onder Frederik de Grote een Europese grootmacht. Door enorme uitbreidingen in de achttiende en negentiende eeuw omvatte Pruisen uiteindelijk grote delen van West- en Noord-Duitsland en van het huidige Polen. Premier Otto von Bismarck verenigde de Duitse staten in 1871 in het Duitse Keizerrijk, waarvan de koning van Pruisen keizer was. Van 1871 tot 1945 was Pruisen verreweg de grootste deelstaat van het Duitse Rijk, maar verloor het geleidelijk aan belang. Het land hield na de Tweede Wereldoorlog in 1945 de facto op te bestaan en werd in 1947 door de geallieerden ook de jure opgeheven.

De Pruisen, verwant aan de Litouwers, waren primitieve landbouwers en veetelers die leefden in stammen in de toen zwaar beboste streek tussen de rivieren Weichsel en Memel. Men onderscheidt in de regel elf oud-Pruisische landstreken: Kulmerland en Pomesanië aan de Weichsel, Pogesanië, Ermland en Natangen aan het Weichselhaf, het schiereiland Samland, Nadrauen en Schalauen aan het Koerse Haf en Barten, Sudauen en Galindië in het binnenland. Ze werden volgens de kroniekschrijver Peter van Dusburg elk bewoond door een stam, met uitzondering van het vrijwel onbewoonde Kulmerland.

Het Pruisenland kwam in de tiende eeuw in de invloedssfeer van de zich uitbreidende Duitse en Poolse staten. Mieszko I, hertog der Polanen, verwierf het gebied in deze eeuw als leen van keizer Otto I. Zijn opvolger Bolesław I zond in 997 Adalbert van Praag met een leger naar het gebied om de heidense Pruisen te kerstenen en te onderwerpen. Ze drongen Bolesławs legers echter terug. Adalbert stierf hierbij als martelaar en werd in 999 heilig verklaard.

De volgende poging de Pruisen te kerstenen kwam van de monnik Christiaan van Oliva, die in 1215 de eerste bisschop van Pruisen werd. De kerstening mislukte echter, evenals de poging van hertog Koenraad van Mazovië het gebied te veroveren. De laatste bood de Duitse Orde in 1225 het bestuur over het Kulmerland aan in ruil voor verovering van de regio. Keizer Frederik II gaf de Orde onder grootmeester Herman van Salza (regeringsperiode 1209-1239) in 1226 opdracht ook het heidense gebied ten noorden daarvan te veroveren en te besturen, formeel onder leenheerschap van de paus.

Evaporiet

Een evaporiet is een gesteente dat is ontstaan door indamping. Als de verzadiging van mineralen en zouten die opgelost zijn in (zee)water te hoog wordt, slaan deze neer en vormen een indampingslaag. Naarmate er meer verzadiging en toch verse aanvoer van water plaatsvindt, wordt het pakket evaporieten steeds dikker.

Bekende voorbeelden van evaporieten zoals bekend uit de geologie zijn

Evaporiet werkt als een afsluitend gesteente (seal) in olie- en gasproductie. Door de vaak dikke impermeabele pakketen worden olie en gas "gevangen" gehouden in reservoirs.

Categorie: Gesteente

Sylviet

Het mineraal sylviet of sylvien is een kalium-chloride met de chemische formule KCl.

Sylviet heeft de haliet structuur. Het kristalstelsel is kubisch met een ribbe van 629,31pm. De ruimtegroep is Fm3m. Het witte of lichtgekleurde mineraal heeft een dichtheid van 1,987 en een hardheid van 2,5. Het is niet magnetisch, maar wel zwak radioactief. De gamma ray waarde volgens het American Petroleum Institute is 730,82.

Het mineraal sylviet is genoemd naar de Nederlandse scheikundige Sylvia de la Boe (1614 - 1672).

In vrijwel alle evaporieten ter wereld komt sylviet voor. Het is daardoor een zeer algemeen mineraal.

Sylviet is een belangrijke bron voor de winning van kalium. Het mineraal wordt gebruikt in de chemische nijverheid en bij de vervaardiging van kunstmeststoffen. Sylviet is evenals keukenzout (haliet) een goed oplosbaar zout dat door verdamping in woestijnachtige omstandigheden gevormd kan worden. Door de zwakke radioactiviteit van sylviet is het op te sporen bij het boren naar olie en gas. Het is indicatief, aangezien het veel voorkomende steenzout (dat als seal voor veel reservoirs fungeert) niet radioactief is.

Kainiet

Kaïniet is een hydrochloorsulfaat van kalium en magnesium. Het is monoklien en komt voor in zoutafzettingen, waar het gevonden wordt met steenzout, carnalliet, sylviet enzovoort. Het komt zelden in kristallen voor. Meestal vormt het compacte massa's in lagen, afgewisseld met andere compacte massa's in lagen, afgewisseld met andere zouten waarvan het kaïniet op het eerste gezicht moeilijk te onderscheiden is.

Voorkomen

De bekendste vindplaatsen zijn noordelijk Duitsland. Polen en de Beneden-Wolga (USSR).

Categorieën: Beginnetje geografie | Mineraal

Polyhaliet

Polyhaliet is een hydrosulfaat van kalium, calcium en magnesium. Het is triklien en wordt meestal gevonden in vormloze of vezelige massa's, kleurloos of gekleurd door verschillende verontreinigingen.

Het is een zout dat vaak voorkomt met steenzout, anhydriet en dergelijke, in afzettingen die ontstaan zijn als gevolg van verdamping van zeewater. Het is dan ook in bijna alle zoutafzettingen ter wereld aanwezig.

Categorieën: Beginnetje geografie | Mineraal

Kieseriet

Kieseriet is een magnesiumhoudende, fijn kristallijne of korrelvormige kunstmeststof en bestaat uit:

27%MgO + 55% SO3(22% S).

Kieseriet is een bijproduct bij de zuivering van ruwe kalizouten uit zoutmijnen in Frankrijk en Duitsland.

Kieseriet mag ook gebruikt worden in de biologische landbouw en de biologisch-dynamische landbouw.

Categorieën: Tuinbouw | Landbouw

Saskatchewan

Saskatchewan is een provincie van Canada. De provincie heeft een oppervlakte van 651,900 km² en iets minder dan 1 miljoen inwoners. De provincie dankt haar naam aan de gelijknamige rivier de Saskatchewan.

Saskatchewan is één van de prairieprovincies van Canada grenzend aan Alberta in het westen en Manitoba in het oosten. Ten noorden van de provincie ligt Northwest Territories terwijl het in het noordoosten aan één punt aan Nunavut raakt. De zuidgrens van Saskatchewan is de 49e breedtegraad, wat tevens de grens met de Amerikaanse staten Montana en North Dakota is.

Saskatchewan is overwegend vlak met als hoogste punt Cypress Hill, met een hoogte van 1.392 meter boven zeeniveau. De belangrijkste rivieren zijn de Saskatchewan, de Assiniboine en de Churchill. Ongeveer de helft van Saskatchewan is bedekt door bossen terwijl er, mede in het noorden van de provincie, talrijke, veelal kleine, meren te vinden zijn.

Regina, de hoofdstad van de provincie, heeft een inwoneraantal, volgens de volkstelling van 2001 van 178.225 terwijl de grootste stad, Saskatoon 206.500 inwoners telt.

De eerste Europese nederzetting in wat later de provincie Saskatchewan zou worden, Cumberland House, was een handelspost van de Hudson's Bay Company, gesticht in 1774. Voor die tijd werd het gebied bewoond door de Athapascan, Algonkin en Sioux indianen.

Devoon

Het geologisch tijdvak Devoon (416 - 359 miljoen jaar (Ma) geleden) is een periode van het era Paleozoïcum en wordt onderverdeeld in de subperiodes:

De naam is afkomstig van het graafschap Devon in Engeland, waar Devonische gesteenten ontsloten zijn. Het tijdperk werd voor het eerst benoemd door de Britse geologen Adam Sedgwick en Roderick Murchison, na onderzoek aan de stratigrafie van Devon.

Tijdens het Devoon werden in West-Europa voornamelijk mariene kalken afgezet, die vooral in de Eifel en Ardennen goed ontsloten zijn.

In het Devoon verschenen nieuwe vissen, zoals de haaien, en ook ongewervelden zoals spinnen en kakkerlakken. Het belangrijkst was de opkomst van de amfibieën, de eerste gewervelde landdieren, ontstaan uit de kwastvinnigen, een groep vissen.

Cenozoïcum - Mesozoïcum - Paleozoïcum - Proterozoïcum - Archeïcum - Hadeïcum

Source: Wikipedia