Caledoniet

Het mineraal caledoniet is een lood-koper-carbonaat-sulfaat met de chemische formule Pb5Cu2(CO3)(SO4)3(OH)6.

Download our Free bookmarks organizing software today!

Search results for 'Caledoniet':

More information on 'Caledoniet':

Het mineraal caledoniet is een lood-koper-carbonaat-sulfaat met de chemische formule Pb5Cu2(CO3)(SO4)3(OH)6.

Het doorzichtige tot doorschijnende blauw- tot blauwgroene of donkergroene caledoniet heeft een vettige tot glasglans, een groenwitte streepkleur en de splijting is perfect volgens het kristalvlak [001] en duidelijk volgens [100]. Caledoniet heeft een gemiddelde dichtheid van 6,05 en de hardheid is 2,5 tot 3. Het kristalstelsel is orthorhombisch en het mineraal is niet radioactief.

Het mineraal caledoniet is genoemd naar Caledonia, de oude naam voor Schotland en verwijzend naar de Caledonische orogenese, de gebergtevorming die plaatsvond aan het einde van het Siluur.

Caledoniet is een mineraal dat voornamelijk secundair gevormd wordt in lood- en koperertsafzettingen. De typelocatie is de Mammoth mijn nabij Tiger, Arizona, Verenigde Staten.

Categorieën: Mineraal | Sulfaat | Carbonaat | Verbinding van lood | Verbinding van koper

Sulfaat

Sulfaten is de verzamelnaam voor chemische verbindingen met sulfaat-groepen, SO4. Sulfaten komen voor in mineralen zoals aluin en calciumsulfaat (gips). Sulfaat is een groep van ongeveer 300 mineralen, waarin metallische elementen een binding vormen met sulfaat, bijvoorbeeld anhydriet. Sulfaat is een fundamentele structuureenheid doordat zwavel een sterke binding vormt met zuurstof.

Categorie: Sulfaat

Caledonische orogenese

De Caledonische orogenese was een periode van gebergtevorming of orogenese gedurende het Paleozoïcum. Door deze orogenese ontstond uit het westelijke paleocontinent Laurentia en het oostelijke Baltica het paleocontinent Laurazië. De Caledonische orogenese wordt verdeeld in een aantal fasen die van 520 tot 395 Ma geleden plaatsvonden. Tijdens de laatste en belangrijkste fase werden de Caledoniden gevormd

De naam is afgeleid van Caledonia, de latijnse naam van Schotland. In Schotland werd de Caledonische orogenese voor het eerst onderscheiden.

Doordat de oceaankorst van de Iapetus oceaan onder Baltica subduceerde, kwamen Laurentia en Baltica steeds dichter bij elkaar te liggen. Tegelijkertijd schoof vanuit het zuiden het kleine paleocontinent Avalonia (tegenwoordig onder andere de korst onder Nederland) richting Baltica. Of tussen Baltica en Avalonia continentale collisie plaatsvond is onzeker, maar als dat al zo was heeft het weinig sporen achtergelaten. De belangrijkste fase van gebergtevorming vond rond 400 Ma plaats en wordt de Scandische fase genoemd. Daarvoor vonden kleinere collisies plaats rond 505 Ma (Finnmarkien fase) en 455 Ma (Jämmtlandien fase), die verklaard worden door aan te nemen dat zich in de Iapetus oceaan eilandbogen of microcontinenten bevonden, die eerder met Baltica collideerden.

De Caledonische orogenese is duidelijk te herkennen in Scandinavië, Schotland en op oostelijk Groenland.

Categorieën: Orogenese | Paleozoïcum

Siluur

Het geologisch tijdvak Siluur (443,7 - 416,0 Ma) is een periode van het era Paleozoïcum en onderverdeeld in 4 subperiodes:

Het Siluur is genoemd naar een historische Keltische stam, de Silures, die leefden op de grens van Wales en Engeland, door de Schotse geoloog Roderick Murchison in 1835.

De basis van het Siluur wordt gedefinieerd door het eerste voorkomen van de graptoliet Parakidograptus acuminatus en de top door het eerste voorkomen van de graptoliet Monograptus uniformis.

Gedurende het Siluur was er nog weinig continentaal leven, maar in sedimenten, vooral afgezet in ondiepe wateren, is een rijke fauna gevonden. Daaronder zijn de Eurypterus en de Brontoscorpio, verwant aan de schorpioenen. In het Siluur verschenen ook de eerste kaakvissen.

Cenozoïcum - Mesozoïcum - Paleozoïcum - Proterozoïcum - Archeïcum - Hadeïcum

Source: Wikipedia