Ankeriet

Het mineraal ankeriet is een calcium-ijzer-magnesium-mangaan-carbonaat met de chemische formule Ca(Fe,Mg,Mn)(CO3)2. Het is nauw verwant met dolomiet, met dit verschil dat bepaalde magnesiumionen vervangen zijn door wisselende hoeveelheden ijzer(II) en mangaan. Normaal ankeriet heeft de formule Ca2MgFe(CO3)4. De kristallografische en fysische eigenschappen lijken op deze van dolomiet en sideriet. De hardheid op de schaal van Mohs is 3,5 tot 4 en het soortelijk gewicht is 2,9 tot 3,1. De kleur is wit, grijs of roodachtig tot geelachtig bruin.

Download our Free bookmarks organizing software today!

Search results for 'Ankeriet':

More information on 'Ankeriet':

Het mineraal ankeriet is een calcium-ijzer-magnesium-mangaan-carbonaat met de chemische formule Ca(Fe,Mg,Mn)(CO3)2. Het is nauw verwant met dolomiet, met dit verschil dat bepaalde magnesiumionen vervangen zijn door wisselende hoeveelheden ijzer(II) en mangaan. Normaal ankeriet heeft de formule Ca2MgFe(CO3)4. De kristallografische en fysische eigenschappen lijken op deze van dolomiet en sideriet. De hardheid op de schaal van Mohs is 3,5 tot 4 en het soortelijk gewicht is 2,9 tot 3,1. De kleur is wit, grijs of roodachtig tot geelachtig bruin.

Ankeriet komt voor samen met sideriet in afzettingen van ijzererts. Het is een van de mineralen van de dolomiet-siderietreeks.

Ankeriet kan ontstaan ten gevolge van hydrothermaal of direct contact met grondwater. Het kan eveneens ontstaan ten gevolge van metamorfe herkristallisatie van ijzerrijke sedimentaire gesteenten. Het wordt vaak in ertsafzettingen gevonden als een gangmineraal samen voorkomend met goud en een gamma aan sulfiden.

Het werd voor het eerst als een apart mineraal aanzien door W. von Haidinger in 1825 en door hem genoemd naar Mathias J. Anker (1771-1843) uit Stiermarken, een Oostenrijks mineraloog.

Categorieën: Mineraal | Carbonaat | Verbinding van calcium | Verbinding van magnesium | Verbinding van ijzer | Verbinding van mangaan

Mangaan

Mangaan is een scheikundig element met symbool Mn en atoomnummer 25. Het is een zilverkleurig overgangsmetaal.

Al sinds de prehistorie wordt mangaan gebruikt. 15.000 jaar voor het begin van onze jaartelling werd bruinsteen (mangaandioxide) al gebruikt als pigment in verf. De Egyptenaren en Romeinen pasten mangaan toe tijdens de productie van glas, zowel om kleuren toe te voegen, als om kleuren te verwijderen. De Spartanen maakten legeringen van mangaan en ijzer.

In de 17e eeuw produceerde de Duitse chemicus Johann Rudolph Glauber voor het eerst kaliumpermanganaat, een stof die veel toepassing vindt in chemische laboratoria. In het midden van de 18e eeuw werd mangaanoxide gebruikt voor chloorproductie.

De Zweedse chemicus Carl Wilhelm Scheele kwam tot de ontdekking dat mangaan een element is. Zijn collega Johann Gottlieb Gahn isoleerde zuiver mangaan in 1774 door mangaanoxide te reduceren met koolstof.

In het begin van de 19e eeuw gingen wetenschappers op zoek naar manieren waarop mangaan gebruikt kon worden in de productie van staal. In 1816 werd ontdekt dat de toevoeging van mangaan aan ijzer leidde tot een hardere staalvariant, zonder het breekbaar te maken.

Dolomiet

Dolomiet of bitterspaat is een mineraal en een gesteente; calcium-magnesium-carbonaat met de chemische formule CaMg(CO3)2. Het gesteente met dezelfde naam bestaat voor het grootste gedeelte uit het mineraal, het wordt ter onderscheiding ook wel dolosteen genoemd.

In zijn voorkomen lijkt dolomiet op calciet, maar het lost slecht tot niet op in zoutzuur. Het is niet precies bekend hoe het mineraal wordt gevormd, een mogelijkheid is dat het gebeurt in ondiep zeewater in (sub-)tropische gebieden, maar ook andere mechanismen zijn mogelijk. Hoewel het gesteente meestal niet door sedimentatie ontstaat, wordt het toch tot de sedimentaire gesteenten gerekend.

De naam dankt het mineraal aan de 18de eeuwse Franse geoloog Déodat de Dolomieu, die dit mineraal ontdekte in de bergketen die sindsdien naar hem de Dolomieten wordt genoemd.

Het mineraal ontstaat meestal secundair in kalksteen, waar door omzetting van puur calciumcarbonaat dolomiet ontstaat. Doordat Mg ionen plaatsen van Ca ionen in het kristalrooster innemen, ontstaan zowel op atomaire als op macroschaal gaten in het gesteente. Dit is typisch voor secundaire dolomiet.

Dolomiet wordt gebruikt als natuursteen, maar ook als grondstof voor cement, als bron voor magnesiumoxide en voor het vervaardigen van vuurvaste stenen.

Sideriet

Het mineraal sideriet (ook wel ijzerspaat) is een ijzer-carbonaat met de chemische formule Fe2+CO3.

Het grijze of geelbruin tot bruine sideriet heeft een glasglans, een witte streepkleur en de splijting van het mineraal is perfect volgens het kristalvlak [1011]. Het kristalstelsel is trigonaal. Sideriet heeft een gemiddelde dichtheid van 3,96, de hardheid is 3,5 en het mineraal is niet radioactief.

De naam van het mineraal sideriet is afgeleid van het Griekse sideros, dat "ijzer" betekent.

Sideriet is een mineraal dat zeer algemeen voorkomt en in allerlei verschillende typen gesteenten kan ontstaan. Het wordt gevormd in biogeen afzettingsgesteente als kalksteen, en ook in stollings- en metamorfe gesteenten. Het is een typisch mineraal dat ontstaat bij verwering van andere gesteenten en zorgt voor de oranjebruine kleur van verweerde kalksteen. Sideriet wordt in kristalvorm onder andere gevonden in Beira Baixa, Portugal, Peyrebrune, Tarn, Frankrijk en in Québec, Canada.

Categorieën: Mineraal | Carbonaat | Verbinding van ijzer

Goud

Goud is een scheikundig element met symbool Au (Latijn: Aurum) en atoomnummer 79. Het is een geel metalliek overgangsmetaal.

Goud wordt al lange tijd als waardevol metaal gezien. In Egyptische hiërogliefen van de 26e eeuw v. Chr. wordt al melding gemaakt van goud als betaalmiddel. Tot ongeveer halverwege de 20e eeuw werd goud nog veelvuldig gebruikt voor munten. Later werd het vervangen door papiergeld.

In de oudheid was goud niet alleen bekend als waardevol, maar ging er ook magie van uit en stond het symbool voor zuiverheid. Alchemisten zijn lange tijd op zoek geweest naar de steen der wijzen, om andere materialen te transformeren in goud. Zij zijn daar echter nooit in geslaagd en met huidige inzichten in de opbouw van atomen is dat goed te verklaren.

In de 19e eeuw zijn er vooral in de Verenigde Staten en Australië veel goudbronnen ontdekt, hetgeen de befaamde goldrushes tot gevolg had.

Het symbool van goud Au is de afkorting van het Latijnse aurum. De naam goud is een verbastering van de term jval uit het sanskriet.

Sulfide

Een sulfide is een ion van zwavel in oxidatietoestand -2 (S-2). Een groep van ongeveer 600 mineralen,zoals antimoniet en galeniet waarin zwavel een binding vormt met metallische en metaalachtige elementen.De meeste sulfiden zijn ondoorzichtig,en duidelijk gekleurd en gestreept.

Categorieën: Zout | Verbinding van zwavel

Source: Wikipedia