Sericiet

De benaming sericiet voor een mineraal betekent een mica met kleine kristallen, meestal muscoviet, illiet of paragoniet.

Download our Free bookmarks organizing software today!

Search results for 'Sericiet':

More information on 'Sericiet':

De benaming sericiet voor een mineraal betekent een mica met kleine kristallen, meestal muscoviet, illiet of paragoniet.

Het is een verweringsproduct van de veldspaten orthoklaas of plagioklaas in gebieden die door hydrothermale activiteit zijn beïnvloed. Sericiet komt ook als mineraal in metamorfe gesteenten als fyllieten en schisten.

De naam sericiet is afgeleid van het Latijnse sericus, dat "Chinees" betekent. Het werd zo genoemd vanwege de zijdeglans die gesteenten met sericiet hebben, referend aan de Chinese import van deze stof.

Categorieën: Mineraal | Fylosilicaat

Mica

Mica of glimmer is de naam voor een grote groep mineralen.

Het zijn allen fylosilicaten met de algemene formule (AB2-3X,Si)4O10(O,F,OH)2:

Mica's vormen een belangrijk gesteentevormend onderdeel van felsische vulkanische gesteenten, zoals graniet en rhyoliet. Muscoviet en biotiet zijn daarin de belangrijkste mica's. In metamorfe gesteenten, groenschisten bijvoorbeeld, komt ook chloriet voor. Bij erosie van deze gesteenten worden de mica's gestransporteerd en verweren ze vrij gemakkelijk tot kleimineralen.

Mica's komen vrij veel voor en in vele verschillende samenstellingen. De meest voorkomende mica's zijn:

Mica is vuurvast en doorschijnend. Daarom werd het vroeger vooral voor de plaatjes van kachelvensters gebruikt. Tegenwoordig wordt het gebruikt in condensatoren, als isolerend materiaal en als resonant diafragma in sommige akoestische apparaten. De meeste mica wordt gebruikt in de Verenigde Staten en wordt met name geïmporteerd uit India en Brazilië. Synthetische mica wordt voornamelijk geproduceerd in de Verenigde Staten en China.

Muscoviet

Het mineraal muscoviet is een gehydrateerd kalium-aluminium-fylosilicaat met de chemische formule KAl2(AlSi3)O10(OH)2.

Muscoviet is een mica, een fylosilicaat met een plaatstructuur die bestaat uit een laag SiO4-tetraeders die ieder met hun buren drie zuurstofatomen delen. Zo vormen zij een vlak netwerk van zeshoekige ringen. In deze lagen is de binding bijzonder sterk, tussen de lagen echter is de binding veel minder sterk, zodat het materiaal gemakkelijk in dunne, vaak doorzichtige lagen te klieven is.

In de kristalstructuur is een ingewikkelde stapeling van de lagen mogelijk, hetgeen leidt tot verschillende polytypes, varianten van de kristalstructuur. Vrijwel alle polytypes van muscoviet zijn monoklien, maar ook zeldzame trigonale stapelingen komen voor.

Chemie: in muscoviet komen een reeks isomorfe vervangingen voor, met als meest gangbaar

Muscoviet is een van de meest voorkomende mica's, en het komt in een grote verscheidenheid aan gesteenten voor, maar voornamelijk in felsisch stollingsgesteente, zoals graniet.

Illiet

Het mineraal illiet is een gehydrateerd kalium-aluminium-magnesium-ijzer-fylosilicaat met de chemische formule (K,H3O)(Al,Mg,Fe2+)2(Si,Al)4O10[(OH)2,(H2O)]. Het behoort tot de kleimineralen, maar wordt door sommige indelingen gecategoriseerd onder de mica's.

Het doorschijnende witte illiet heeft een doffe glans, een witte streepkleur en een perfecte splijting volgens kristalvlak [001]. De gemiddelde dichtheid is 2,75 en de hardheid is 1 tot 2. Het kristalstelsel is monoklien en de radioactiviteit van het mineraal is nauwelijks meetbaar. De gamma ray waarde volgens het American Petroleum Institute van illiet is 87,5.

Het mineraal illiet is genoemd naar de Amerikaanse staat Illinois, waar het mineraal voor het eerst werd beschreven.

Illiet is een zeer algemeen voorkomend kleimineraal in sedimentaire gesteenten als schalies en zandstenen. Ook als gevolg van verwering of hydrothermale omzetting van muscoviet-houdend gesteente wordt illiet gevormd. De typelocatie is de Maquoketa schalie ontsloten in Gilead, Calhoun County, Illinois, Verenigde Staten.

Binnen de olie-industrie geldt illiet als een zeer vervelend kleimineraal. Het heeft, door de fijne vezelige structuur, de eigenschap de poriën van een reservoirgesteente gedeeltelijk of geheel "dicht te kitten". Hierdoor wordt een reservoir met een aanvankelijk goede porositeit een volkomen waardeloos reservoir door de drastische verlaging van de permeabiliteit als gevolg van de omzetting van andere (klei)mineralen in illiet. Met name in de Noordzee-reservoirs geldt illiet als een belangrijke beperking voor de productie van olie en gas.

Paragoniet

Het mineraal paragoniet is een natrium-aluminium-fylosilicaat met de chemische formule NaAl3Si3O10(OH)2. Het behoort tot de micagroep.

Het doorzichtige tot doorschijnende witte of gele paragoniet heeft een parelglans, een witte streepkleur en de splijting is perfect volgens het kristalvlak [001]. Paragoniet heeft een gemiddelde dichtheid van 2,78 en de hardheid is 2,5. Het kristalstelsel is monoklien en het mineraal is niet radioactief.

De naam van het mineraal paragoniet is afgeleid van het Griekse paragoo, dat "misleiden" betekent, dit vanwege de verwarring van paragoniet met talk.

Paragoniet is een zeer algemeen voorkomende mica, voornamelijk gevormd in metamorfe gesteenten zoals schisten en gneisen bij verschillende temperatuur en druk condities. De typelocatie is de Monte Campione in het Zwitserse kanton Ticino.

Categorieën: Mineraal | Fylosilicaat | Verbinding van natrium | Verbinding van aluminium

Veldspaat

Veldspaat is de naam voor een groep van gesteentevormende mineralen die naar schatting 60% van de aardkorst vormen. Het zijn aluminium-tectosilicaten; silicaten waarbij de silica tetraeders in een driedimensionaal patroon gerangschikt zijn.

Er zijn drie typen veldspaat:

Ook de isomorfe mengsels van deze drie verbindingen behoren tot de veldspaat groep. Gewoonlijk worden de veldspaten onderverdeeld in de:

De twee reeksen vormen zogenaamde vaste oplossingen. Bij de plagioklazen hebben de intermediaire veldspaten een naam afhankelijk van de samenstelling.

De kristallografie van de veldspaten varieert sterk met de samenstelling en is vrij complex. De symmetrie varieert van monoklien tot triklien. Algemeen komen meerdere systemen van splijting voor, ook bestaan er hoge en lage temperatuursvormen.

Orthoklaas

Het mineraal orthoklaas is een kalium-aluminium-tectosilicaat met de chemische formule KAlSi3O8. Het behoort tot de veldspaten.

Het doorzichtige tot doorschijnende kleurloze, witte, roze tot groenig gele orthoklaas heeft een witte streepkleur, een glasglans en een perfecte splijting volgens het kristalvlak [001] en een goede volgens [010]. De gemiddelde dichtheid is 2,56 en de hardheid is 6, per definitie. Het kristalstelsel is monoklien en de radioactiviteit van orthoklaas is nauwelijks meetbaar. De gamma ray waarde volgens het American Petroleum Institute is 200,97.

De naam van het mineraal orthoklaas is afgeleid van de Griekse woorden orthos ("recht") en klasos, dat "breken" betekent.

Orthoklaas, het kaliumhoudende eindlid van de (albiet-orthoklaas) kaliveldspaat-reeks, is een zeer veel voorkomende veldspaat, in zowel intrusief als extrusief stollingsgesteente en in metamorf gesteente.

Categorieën: Mineraal | Tectosilicaat | Verbinding van kalium | Verbinding van aluminium

Plagioklaas

De mineralen-reeks plagioklaas is een groep van aluminium-tectosilicaten die behoren tot de veldspaten met samenstellingen tussen de eindleden albiet-anorthiet, met albiet als natrium-houdend en anorthiet als calcium-houdend uiterste mineraal. De reeks van mineralen is een zogenaamde vaste oplossing.

De kristallografie van de veldspaten varieert sterk met de samenstelling en is vrij complex. De symmetrie varieert van monoklien tot triklien. Algemeen komen meerdere systemen van splijting voor, ook bestaan er hoge en lage temperatuursvormen.

De individuele plagioklaasmineralen, gewoonlijk verkort aangeduid als plagioklaas, zijn belangrijke gesteentevormende mineralen in zowel felsische stollings-, metamorfe als sedimentaire gesteenten. Een veel voorkomende kleur van plagioklaaskristallen is melkwit en daarmee is het een vrij gemakkelijk te herkennen mineraal in gesteenten.

felsisch--------------------------------------------------mafischkwarts - veldspaat - mica - amfibool - pyroxeen - olivijn

Categorieën: Mineraal | Tectosilicaat | Verbinding van aluminium

Metamorf gesteente

Metamorf gesteente is gekristalliseerd of gemetamorfoseerd op grote diepte onder het aardoppervlak, of door hoge temperatuur. De stollings- en metamorfe gesteenten worden gevormd door middel van endogene processen, de sedimentgesteenten door exogene processen.

De hoofdindeling van gesteenten is stollingsgesteenten, afzettingsgesteenten en metamorfe gesteenten.

Categorie: Geologie

Fylliet

Een fylliet is een metamorf gesteente van gemiddelde graad (tussen leisteen en schist dat als oorsprongsgesteente schalie (of kleisteen) had.

Fylliet is een gesteente dat vooral bestaat uit kwarts, sericiet en chloriet (mica's). Ook kunnen grafietkristallen in fylliet voorkomen. Door de aanwezigheid van mica's -ook glimmers genoemd- heeft het gesteente een zijdeachtige glans. De platige structuur wordt veroorzaakt door de mica's die als fylosilicaten het gesteente splijten.

De naam van het gesteente fylliet is afgeleid van het Griekse woord phylos, dat "blad" betekent.

Categorie: Metamorf gesteente

Schist

Schist is een laag- tot middel-metamorf gesteente (doorgaans gevormd bij drukken van 0,1 tot 0,8 GPa en temperaturen van 200 tot 600 graden Celsius). Het oorspronggesteente van schist was schalie, dat via de lager metamorfe fases leisteen en fylliet tot schist gemetamorfoseerd werd. Ook fijnkristallijn stollingsgesteente dat metamorfe processen ondergaat, kan schistositeit vertonen. De naam schist betekent letterlijk gescheurde steen. Door de foliatie ontstaat oplijning van mica's als muscoviet, biotiet of chloriet (groenschist). Dit is typisch voor schisteus gesteente.

De wolkenkrabbers van Manhattan zijn gefundeerd op schistlagen. Op sommige plekken echter bevindt dit gesteente zich meer dan 80 meter onder de grond en op deze plekken kunnen vanwege funderingsproblemen geen wolkenkrabbers staan. De diepte van de schistlaag bepaalt dus op welke plekken de wolkenkrabbers in Manhattan staan.

Categorie: Metamorf gesteente

Source: Wikipedia