Hoornblende

Het mineraal ho(o)rnblende is een calcium-magnesium-ijzer-aluminium-inosilicaat met de chemische formule Ca2(Mg,Fe,Al)5(Al,Si)8O22(OH)2. Het behoort tot de amfibolen.

Download our Free bookmarks organizing software today!

Search results for 'Hoornblende':

More information on 'Hoornblende':

Het mineraal ho(o)rnblende is een calcium-magnesium-ijzer-aluminium-inosilicaat met de chemische formule Ca2(Mg,Fe,Al)5(Al,Si)8O22(OH)2. Het behoort tot de amfibolen.

Het zwarte, groene of bruin tot groenbruine hoornblende heeft een glas- tot parelglans en een witte streepkleur. Het kristalstelsel is monoklien. De gemiddelde dichtheid is 3,23 en de hardheid is 5 tot 6. Hoornblende is niet radioactief.

De naam van het mineraal hoornblende komt uit het Duits en betekent "hoornbedriegend".

Zoals andere amfibolen, komt hoornblende voor in stollings- en metamorfe gesteenten, zoals granieten respectievelijk schisten.

Categorieën: Mineraal | Inosilicaat | Verbinding van calcium | Verbinding van magnesium | Verbinding van ijzer | Verbinding van aluminium

Inosilicaat

Een inosilicaat is een silicaat waarbij de silica-tetraeders enkele of dubbele ketens vormen. De enkele ketens hebben de algemene formule Si2O7 en de dubbele ketens de algemene formule Si8O22.

Voorbeelden van inosilicaten met enkele ketens zijn de pyroxenen en met dubbele ketens de amfibolen.

Nesosilicaat -- Inosilicaat -- Sorosilicaat -- Cyclosilicaat -- Tectosilicaat -- Fylosilicaat

Categorie: Inosilicaat

Amfibool

De groep mineralen die deel uitmaken van de amfibolen zijn allen inosilicaten opgebouwd uit dubbele ketens van silica tetraeders. Het verschil met de pyroxenen is de hoek tussen de belangrijkste assen. Bij pyroxeen is die 90°, bij amfibool ongeveer 120°.

Amfibolen zijn orthorhombische of monokliene mineralen met een gemiddelde dichtheid van 3 tot 3,5 en een hardheid van 5 tot 6. Vijf soorten vallen onder de noemer asbest en zijn verwerkt in zeer uiteenlopende materialen vanwege een hoge slijtvastheid en bestendigheid. Bij bewerking kunnen echter vezels vrijkomen die schadelijk zijn als ze worden ingeademd.

De naam van het mineraal amfibool is afgeleid van het Griekse amfibolos, dat "dubbelzinnig" betekent. Het werd voor het eerst gebruikt door René Just Haüy om de amfibool-leden tremoliet, actinoliet, en hoornblende te benoemen. Sindsdien is de term voor de hele groep van toepassing.

Orthorhombisch

Monoklien

Radioactiviteit

Radioactiviteit, ook wel activiteit genoemd, is een natuurkundig fenomeen: bepaalde isotopen zijn instabiel en veranderen (desintegreren) spontaan in een andere atoomsoort. Dit noemt men radioactief verval.

Bij dit proces zenden ze straling uit. Na de desintegratie is de atoomkern veranderd van samenstelling, met name in de aantallen protonen en neutronen. Zo ontstaat een atoom van een andere atoomsoort, hetzij een andere isotoop van hetzelfde element, hetzij een ander element.

In sommige situaties is het desintegratieproduct, ook wel het dochternuclide genoemd, zelf ook weer instabiel. Het proces gaat door totdat de ontstane atoomkern in een stabiele vorm is geraakt. Men spreekt dan van een vervalketen.

Aan de ontdekking van en het onderzoek van radioactiviteit hebben veel mensen hun naam verbonden. Enkele van de voornaamste zijn:

Radioactiviteit wordt uitgedrukt in becquerel (Bq). Als er van een stof 1 atoom per seconde vervalt (desintegreert) is die stof een radioactieve bron (stralingsbron) met een sterkte van 1 becquerel.

Duits

Het Duits (Hoogduits) behoort tot de West-Germaanse tak van de Germaanse talen. Het is de officiële taal van Duitsland, Oostenrijk en Liechtenstein, en een van de officiële talen van Zwitserland, Luxemburg, België (Oostkantons) en Italië (Zuid-Tirol). In onder meer Namibië (een vroegere Duitse kolonie) en landen van het voormalige Oostblok wordt het ook gesproken, maar zonder officiële erkenning. In het Aziatische deel van de voormalige Sovjet-Unie is Duits nog de moedertaal van zo'n twee miljoen inwoners. Dit zijn de zogenaamde Wolgaduitsers (Wolgadeutschen). Zij werden ten tijde van Stalin uit hun geboorteplaats verdreven en naar Azië gedeporteerd. Vandaag leven zij in het Aziatische deel van Rusland (ca. 800.000 inw.), in Kazachstan (900.000 inw.), Kirgizië (100.000) en Oezbekistan. Ook in Noord-Amerika (Canada en de V.S.) wonen nog zo'n twee miljoen mensen die als moedertaal het Duits hebben. In Zuid-Amerika tenslotte is er ook een minderheid aan Duitstaligen. Die wonen vooral in Brazilië, Argentinië en Paraguay.

Met ongeveer 110 miljoen moedertaalsprekers is Duits, na het Russisch, de meest gesproken taal in Europa. Dit is wel louter gebaseerd op numerieke waarden. Ook in Nederland wordt het Duits door enkelen als tweede of derde (na het Engels) taal gesproken, en wordt het nog steeds op middelbare scholen onderwezen. In Venlo is er zelfs een tweetalig Nederlands-Duitse school.

In 786 werd voor de eerste keer het woord Duits gebruikt: theodisce, wat letterlijk 'in de volkstaal' betekende. 'theudo' is immers het oud-Germaanse woord voor volk. De rest (-iska) is een suffix.

Het Duits wordt geschreven met het Latijnse alfabet, waaraan vier tekens zijn toegevoegd: Ä/ä, Ö/ö, Ü/ü en ß. De ß geldt ook in Zwitserland, maar wordt in de dagelijkse praktijk weinig gebruikt, wel bij het drukken van boeken.

Op 1 augustus 1998 werd de spelling van het Duits gewijzigd. Deze spelling geldt voor Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en Liechtenstein. Deze spellingshervorming is enigszins controversieel. Toonaangevende kranten als de Frankfurter Allgemeine Zeitung zijn dan ook inmiddels teruggegaan naar de oude spelling van vóór 1998. Ook Nobelprijs-winnares Elfriede Jelinek maakte kenbaar dat ze tegen de nieuwe spellingshervorming was.

Stollingsgesteente

Stollings- of magmatische gesteenten zijn gesteenten die zijn ontstaan door stolling van lava (aan het aardoppervlak) of magma (onder het aardoppervlak). De hoofdindeling van gesteenten is in stollingsgesteenten, afzettingsgesteenten en metamorfe gesteenten.

Stollinggesteenten worden onderverdeeld in 3 vormen:

In het Engels heten uitvloeiingsgesteenten volcanics, genoemd naar de Romeinse god van het vuur en de vulkanen "Vulcanus" en dieptegesteenten plutonics, genoemd naar de Romeinse god van de onderwereld, "Pluto".

felsisch--------------------------------------------------mafischkwarts - veldspaat - mica - amfibool - pyroxeen - olivijn

Categorieën: Geologie | Stollingsgesteente

Metamorf gesteente

Metamorf gesteente is gekristalliseerd of gemetamorfoseerd op grote diepte onder het aardoppervlak, of door hoge temperatuur. De stollings- en metamorfe gesteenten worden gevormd door middel van endogene processen, de sedimentgesteenten door exogene processen.

De hoofdindeling van gesteenten is stollingsgesteenten, afzettingsgesteenten en metamorfe gesteenten.

Categorie: Geologie

Graniet

Graniet is een zuur (of felsisch) stollingsgesteente dat voornamelijk bestaat uit drie mineralen; kwarts, veldspaten (kaliveldspaat en plagioklaas) en mica's (muscoviet en/of biotiet). Ook amfibool komt in graniet voor.

De onderlinge verhouding van de mineralen verschilt, maar doorgaans is kwarts de dominante component (ongeveer 50%). Het kwarts is meestal (melk-)wit, het veldspaat kan gekleurd zijn (crème, roze) en de glimmers zijn meestal bruin of lichtgrijs van kleur.

Graniet is een stollingsgesteente en dat wil zeggen dat het is gevormd bij het ondergronds stollen van magma. (Dit in tegenstelling tot een uitvloeiïngsgesteente zoals basalt dat dichtbij of aan het aardoppervlak gestold is.) Doordat graniet op diepte gestold is, hebben de mineralen bij langzame afkoeling de tijd gehad om kristallen te vormen. Een gesteente dat nog langzamer stolt, meestal in de "armen" van een magmakamer, wordt pegmatiet genoemd. Als graniet wordt blootgesteld aan zeer hoge drukken en temperaturen, verandert het in gneis, een metamorf gesteente.

Het woord komt van het Latijnse woord granus, dat korrel betekent. Het verklaart het vaak korrelige uiterlijk van graniet. Strikt genomen klopt dit niet, omdat een stollingsgesteente niet bestaat uit korrels (wat typisch is voor een sedimentair gesteente). Grofkristallijn zou een betere benaming zijn.

Graniet komt voor in sommige delen van België, al is daar het meeste graniet commercieel al gewonnen. Sommige zwerfstenen in Noord-Nederland bestaan uit graniet, meestal uit Noorwegen of Zweden. (De meeste zwerfstenen zijn in ieder geval granietachtige stollingsgesteenten).

Schist

Schist is een laag- tot middel-metamorf gesteente (doorgaans gevormd bij drukken van 0,1 tot 0,8 GPa en temperaturen van 200 tot 600 graden Celsius). Het oorspronggesteente van schist was schalie, dat via de lager metamorfe fases leisteen en fylliet tot schist gemetamorfoseerd werd. Ook fijnkristallijn stollingsgesteente dat metamorfe processen ondergaat, kan schistositeit vertonen. De naam schist betekent letterlijk gescheurde steen. Door de foliatie ontstaat oplijning van mica's als muscoviet, biotiet of chloriet (groenschist). Dit is typisch voor schisteus gesteente.

De wolkenkrabbers van Manhattan zijn gefundeerd op schistlagen. Op sommige plekken echter bevindt dit gesteente zich meer dan 80 meter onder de grond en op deze plekken kunnen vanwege funderingsproblemen geen wolkenkrabbers staan. De diepte van de schistlaag bepaalt dus op welke plekken de wolkenkrabbers in Manhattan staan.

Categorie: Metamorf gesteente

Source: Wikipedia