Langbeiniet

Het mineraal langbeiniet is een kalium-magnesium-sulfaat met de chemische formule K2Mg2(SO4)3.

Download our Free bookmarks organizing software today!

Search results for 'Langbeiniet':

More information on 'Langbeiniet':

Het mineraal langbeiniet is een kalium-magnesium-sulfaat met de chemische formule K2Mg2(SO4)3.

Het doorzichtig tot doorschijnend kleurloze, grijze, groenige of paarse langbeiniet heeft een witte streepkleur, een glasglans en het mineraal kent geen splijting. Het kristalstelsel is kubisch. Langbeiniet heeft een gemiddelde dichtheid van 2,83 en de hardheid is 3,5 tot 4. De radioactiviteit van het mineraal is nauwelijks meetbaar. De gamma ray waarde volgens het American Petroleum Institute is 269,89.

Langbeiniet wordt gevormd in mariene evaporitische afzettingen. Het mineraal wordt onder andere gevonden in Carlsbad, Eddy County, New Mexico, Verenigde Staten.

Categorieën: Mineraal | Sulfaat | Verbinding van kalium | Verbinding van magnesium

Evaporiet

Een evaporiet is een gesteente dat is ontstaan door indamping. Als de verzadiging van mineralen en zouten die opgelost zijn in (zee)water te hoog wordt, slaan deze neer en vormen een indampingslaag. Naarmate er meer verzadiging en toch verse aanvoer van water plaatsvindt, wordt het pakket evaporieten steeds dikker.

Bekende voorbeelden van evaporieten zoals bekend uit de geologie zijn

Evaporiet werkt als een afsluitend gesteente (seal) in olie- en gasproductie. Door de vaak dikke impermeabele pakketen worden olie en gas "gevangen" gehouden in reservoirs.

Categorie: Gesteente

Sediment

Sediment is de benaming voor door wind, water en/of ijs verplaatste en vervolgens afgezette korrels of deeltjes. Voorbeelden van sedimenten zijn grind, zand en klei. Aangroei van land door sedimentatie wordt wel aanwassen genoemd.

Sediment verplaatst zich op verschillende manieren, zoals glijdend of rollend (over ander sediment of gesteente), zwevend door het water, of springend en stuiterend. Als de stroming in water of lucht een gelijkmatige beweging is zal de sedimentverplaatsing constant zijn. Als de stroming draait en kolkt ontstaan er ophopingen van sediment en sedimentloze plekken. Ribbels op het strand zijn hier een voorbeeld van.

Sedimentverplaatsing zie je overal, in buitendijks gebied onder invloed van het getij, in binnedijks gebied door (over)stromingen van rivieren. Momenteel wordt van Oost-Terschelling zand meegenomen door de stroming en dit komt er aan de westkant van Ameland weer aan. Na ongeveer tien jaar draait dit weer om en komt het sediment weer terug bij Terschelling. In de Waddenzee is door de sterke stroming ook goed te zien wat er gebeurt met het sediment: hele stukken vaarroutes verplaatsen zich door dit proces.

De bodem in Nederland en het grootste deel van België is opgebouwd uit sediment of sedimentair gesteente. Het verschil tussen sediment en sedimentair gesteente is dat de laatste door chemische processen aan elkaar gekit en hard geworden is. Het verloop is gradueel.

Sediment kan worden afgezet door rivieren (fluviaal sediment) 18,3 (109 ton per jaar), door de wind (eolisch sediment) 0,6, door de zee (marien sediment), door landijs of gletsjers (glaciaal sediment) 2,0, door smeltwater (fluvioglaciaal sediment), door vulkanische uitbarstingen (volcanic ejecta) 0,15, door grondwater 0,48 en in meren (lacustrien sediment).

Source: Wikipedia