Flogopiet

Het mineraal flogopiet is een kalium-magnesium-aluminium-silicaat met de chemische formule KMg3AlSi3O10F(OH). Het behoort tot de groep van de fylosilicaten.

Download our Free bookmarks organizing software today!

Search results for 'Flogopiet':

More information on 'Flogopiet':

Het mineraal flogopiet is een kalium-magnesium-aluminium-silicaat met de chemische formule KMg3AlSi3O10F(OH). Het behoort tot de groep van de fylosilicaten.

Het (rood)bruine, grijze, groene of gele flogopiet heeft een parelglans en een witte streepkleur. Het kristalstelsel is monoklien en de splijting is perfect volgens kristalvlak [001]. De gemiddelde dichtheid is 2,8 en de hardheid is 2 tot 2,5. Zoals meer mica's, is flogopiet zwak radioactief.

De naam van het mineraal flogopiet is afgeleid van het Griekse woord flogopos dat "lijkend op vuur" betekent.

Flogopiet komt vooral voor in contactmetamorfe dolomiet en kalksteen. Ook is het een mineraal dat in ultramafische gesteenten voorkomt, onder andere in kimberliet. De typelocatie van het mineraal is St. Lawrence in de staat New York, VS.

Categorieën: Mineraal | Fylosilicaat | Verbinding van kalium | Verbinding van magnesium | Verbinding van aluminium

Dolomiet

Dolomiet of bitterspaat is een mineraal en een gesteente; calcium-magnesium-carbonaat met de chemische formule CaMg(CO3)2. Het gesteente met dezelfde naam bestaat voor het grootste gedeelte uit het mineraal, het wordt ter onderscheiding ook wel dolosteen genoemd.

In zijn voorkomen lijkt dolomiet op calciet, maar het lost slecht tot niet op in zoutzuur. Het is niet precies bekend hoe het mineraal wordt gevormd, een mogelijkheid is dat het gebeurt in ondiep zeewater in (sub-)tropische gebieden, maar ook andere mechanismen zijn mogelijk. Hoewel het gesteente meestal niet door sedimentatie ontstaat, wordt het toch tot de sedimentaire gesteenten gerekend.

De naam dankt het mineraal aan de 18de eeuwse Franse geoloog Déodat de Dolomieu, die dit mineraal ontdekte in de bergketen die sindsdien naar hem de Dolomieten wordt genoemd.

Het mineraal ontstaat meestal secundair in kalksteen, waar door omzetting van puur calciumcarbonaat dolomiet ontstaat. Doordat Mg ionen plaatsen van Ca ionen in het kristalrooster innemen, ontstaan zowel op atomaire als op macroschaal gaten in het gesteente. Dit is typisch voor secundaire dolomiet.

Dolomiet wordt gebruikt als natuursteen, maar ook als grondstof voor cement, als bron voor magnesiumoxide en voor het vervaardigen van vuurvaste stenen.

Kalksteen

Kalksteen is een afzettingsgesteente dat voor een groot deel bestaat uit calciumcarbonaat. Kalksteen-gesteente bevat vaak fossielen, zoals schelpen, ammonieten en veel micro-fossielen. Blauwe hardsteen is een dergelijke vorm van fossiele kalksteen, bestaande uit de restanten van zeelelies.

In kalksteen treden vaak karstverschijnselen op zoals grotten met druipstenen, dolines, poljes en diepe karstdalen.

In Zuid-Limburg dagzoomt de kalksteen op veel plekken. Ten onrechte wordt de kalksteen hier ook mergel genoemd. In België komt in de Ardennen op veel plekken kalksteen voor.

Kalksteen dateerd uit de Krijt-periode (100 milj. jaar geleden) en is ontstaan uit de kalkskeletten van zeedieren.

De White Cliffs van Dover bestaan ook uit kalksteen.

Kimberliet

Kimberliet is een ultra-mafisch stollingsgesteente dat de belangrijkste bron van natuurlijke diamanten vormt.

Kimberliet is een stollingsgesteente van een magma dat van erg diep (100 tot 200 km) erg snel naar boven komt. Kimberlieten bevatten veel fenocrysten van olivijn, flogopiet, ilmeniet, granaten en pyroxenen in een matrix van serpentijn, flogopiet, magnetiet, perovskiet, chloriet, calciet en apatiet. Vaak zijn de fenocrysten zogenaamde xenocrysten, afkomstig uit het omringende mantelgesteente waar de kimberlietpijp doorheen komt. Hierdoor komen er verschillende "generaties" van olivijn voor; olivijnen gevormd in het magma, als matrix, of olivijnen gevormd in de xenocrysten die "drijven" in de matrix. De xenocrysten afkomstig uit de mantel zijn van ofwel eclogiet, ofwel lherzoliet samenstelling. Omdat kimberliet zeer snel omhoog komt, hebben diamanten die vanuit de mantel in de smelt terechtgekomen zijn niet de tijd om tot grafiet te vervallen; het koolstof behoudt de sterke kristalstructuur van diamant.

Kimberliet is genoemd naar de Kimberley-mijn in Zuid-Afrika.

Kimberlieten komen voor op oude schilden en kratons. Hoewel ze niet beperkt zijn tot rifts, komen ze doorgaans wel voor in gebieden waar sterke riftvorming is opgetreden. De bekendste kimberlieten komen voor in Zuid-Afrika, Australië en Siberië. Dit zijn tevens bekende vindplaatsen van diamant.

Categorie: Stollingsgesteente

Flogopiet

Het mineraal flogopiet is een kalium-magnesium-aluminium-silicaat met de chemische formule KMg3AlSi3O10F(OH). Het behoort tot de groep van de fylosilicaten.

Het (rood)bruine, grijze, groene of gele flogopiet heeft een parelglans en een witte streepkleur. Het kristalstelsel is monoklien en de splijting is perfect volgens kristalvlak [001]. De gemiddelde dichtheid is 2,8 en de hardheid is 2 tot 2,5. Zoals meer mica's, is flogopiet zwak radioactief.

De naam van het mineraal flogopiet is afgeleid van het Griekse woord flogopos dat "lijkend op vuur" betekent.

Flogopiet komt vooral voor in contactmetamorfe dolomiet en kalksteen. Ook is het een mineraal dat in ultramafische gesteenten voorkomt, onder andere in kimberliet. De typelocatie van het mineraal is St. Lawrence in de staat New York, VS.

Categorieën: Mineraal | Fylosilicaat | Verbinding van kalium | Verbinding van magnesium | Verbinding van aluminium

Source: Wikipedia