Humiet

Het mineraal humiet is een fluor-houdend magnesium-ijzer-silicaat met de chemische formule (Mg,Fe2+)7(SiO4)3(F,OH)2. Het mineraal behoort tot de nesosilicaten.

Download our Free bookmarks organizing software today!

Search results for 'Humiet':

More information on 'Humiet':

Het mineraal humiet is een fluor-houdend magnesium-ijzer-silicaat met de chemische formule (Mg,Fe2+)7(SiO4)3(F,OH)2. Het mineraal behoort tot de nesosilicaten.

Het doorzichtig tot doorschijnend witte, gele, donkeroranje of bruine humiet heeft een glasglans, een witte streepkleur en de splijting van het mineraal is slecht volgens het kristalvlak [001]. Het kristalstelsel is orthorhombisch. Humiet heeft een gemiddelde dichtheid van 3,15, de hardheid is 6 tot 6,5 en het mineraal is niet radioactief.

Het mineraal humiet is genoemd naar de Engelse kunst- en mineralenverzamelaar Abraham Hume (1749 - 1838).

Het mineraal humiet is een mineraal dat voorkomt samen met clinohumiet. De typelocatie is de Monte Somma, Vesuvius, Italië.

Categorieën: Mineraal | Nesosilicaat | Verbinding van magnesium | Verbinding van ijzer | Verbinding van fluor

Fluor

Fluor is een scheikundig element met symbool F en atoomnummer 9. Het is een geelgroen halogeen.

Het vloeieffect van vloeispaat was al in 1529 beschreven door Gregorius Agricola. Bij toevoeging van sterk zuur aan vloeispaat ontstaat vloeizuur en al in 1670 ontdekte Schwandhard dat zo'n oplossing glas etste. Er werd daarna veel geëxperimenteerd met vloeizuur door Karl Wilhelm Scheele, Humphry Davy, Joseph Louis Gay-Lussac en Antoine Lavoisier, sommige met akelige gevolgen. Hoewel oplossingen van fluoriden en vloeizuur HF dus al lang uit vloeispaat bereid werden, heeft het vanwege de bijzonder reactieve aard van het element lang geduurd voordat Henri Moissan er in 1886 in slaagde het element te isoleren. De naam fluor is afkomstig van het Latijnse fluere dat vloeien of stromen betekent.

In de organische chemie kan een fluor atoom voor vrijwel ieder waterstof atoom gesubstitueerd worden. Dat wil zeggen dat het aantal potentiële organische fluor verbindingen gigantisch groot is. Wanneer alle waterstof atomen door fluor vervangen worden (per-fluoridering) ontstaan verbindingen die bijzonder inert zijn. Sommige daarvan vinden wijdverspreid toepassing. Een goed voorbeeld is teflon, het per-fluor equivalent van polyetheen. Ook kleinere moleculen zoals chloorfluorkoolwaterstoffen (freon) of waterstoffluorkoolwaterstoffen worden veel toegepast. Vanwege de aantasting van de ozonlaag verschuift het gebruik van de chloorhoudende verbindingen meer naar de verbindingen zonder chloor.

Vloeizuur of waterstoffluoride (HF) is een matig sterk zuur, maar wel uiterst reactief. Het tast glas snel aan en wordt gebruikt voor het etsen ervan. Broompentafluoride BrF5 is zo reactief dat het de zuurstof uit silicaten vrijmaakt. De grote reactiviteit wordt veroorzaakt door het feit dat fluor de grootste elektronegativiteit heeft van alle elementen. Het wordt gebruikt in de analyse van de zuurstof isotoop verhoudingen in geologische materialen (klei bijvoorbeeld). Het kan in nikkel bewaard worden omdat dit metaal een beschermende fluoridehuid ontwikkelt.

Fluoride is giftig, maar in kleine hoeveelheden ook een noodzakelijk sporen-element. Het emaille van de tand bestaat uit hydroxyapatiet kristallen met een schroefdislocatie in het midden. Deze kristallen zijn dus schroefvormig gegroeid. De as van de schroef is een zwakke plek waar door bacteriële werking tandbederf kan optreden. Wanneer fluoride ionen worden aangeboden in het drinkwater of in de tandpasta, hechten deze zich op de zwakke plek en blokkeren deze. Het gevolg is minder tandbederf.

Silicaat

Nesosilicaat -- Inosilicaat -- Sorosilicaat -- Cyclosilicaat -- Tectosilicaat -- Fylosilicaat

Categorie: Silicaat

Orthorhombisch

Veel vaste stoffen hebben een kristallijne structuur. Dat wil zeggen dat zij bestaan uit een regelmatige opstapeling van een structuureenheid (moleculen, ionen, atomen) die als bouwsteen van de regelmatige stapeling gezien kan worden. De structuureenheden vormen een driedimensionaal rooster. In de kristallografie worden de gestapelde structuureenheden eenheidscellen genoemd.

De regelmatige stapeling wordt translatiesymmetrie genoemd. Naast de translatiesymmetrie bestaat er ook nog interne symmetrie binnen de eenheden. Het geheel van alle symmetrie heet kristalstructuursymmetrie (zie hierna).

De symmetrie heeft onder meer als gevolg dat de gehele structuur van het kristal kan worden beschreven als de inhoud van één eenheidscel of zelfs een gedeelte daarvan, soms aangevuld met een beschrijving van de (zeer kleine) verschillen tussen eenheidscellen.

Een van de technieken die kan worden gebruikt om kristalstructuren te bepalen is de Röntgendiffractie. Dit is tot nog toe (2003) de nauwkeurigste techniek om de structuur van moleculen te onderzoeken. Kristalstructuren van meer dan 250.000 organische verbindingen zijn reeds bepaald en opgeslagen in de Cambridge Structural Database.

Naast kristallijne vaste stoffen bestaan er glasstructuren en amorfe structuren.

Radioactiviteit

Radioactiviteit, ook wel activiteit genoemd, is een natuurkundig fenomeen: bepaalde isotopen zijn instabiel en veranderen (desintegreren) spontaan in een andere atoomsoort. Dit noemt men radioactief verval.

Bij dit proces zenden ze straling uit. Na de desintegratie is de atoomkern veranderd van samenstelling, met name in de aantallen protonen en neutronen. Zo ontstaat een atoom van een andere atoomsoort, hetzij een andere isotoop van hetzelfde element, hetzij een ander element.

In sommige situaties is het desintegratieproduct, ook wel het dochternuclide genoemd, zelf ook weer instabiel. Het proces gaat door totdat de ontstane atoomkern in een stabiele vorm is geraakt. Men spreekt dan van een vervalketen.

Aan de ontdekking van en het onderzoek van radioactiviteit hebben veel mensen hun naam verbonden. Enkele van de voornaamste zijn:

Radioactiviteit wordt uitgedrukt in becquerel (Bq). Als er van een stof 1 atoom per seconde vervalt (desintegreert) is die stof een radioactieve bron (stralingsbron) met een sterkte van 1 becquerel.

Clinohumiet

Het mineraal clinohumiet is een fluor-houdend magnesium-ijzer-silicaat met de chemische formule (Mg,Fe2+)9(SiO4)4(F,OH)2. Het mineraal behoort tot de nesosilicaten.

Het doorzichtig tot doorschijnend witte, gele, donkeroranje of (rood)bruine clinohumiet heeft een glasglans, een witte streepkleur en de splijting van het mineraal is slecht volgens het kristalvlak [001]. Het kristalstelsel is monoklien. Humiet heeft een gemiddelde dichtheid van 3,26, de hardheid is 6 en het mineraal is niet radioactief.

Het mineraal clinohumiet is net als humiet genoemd naar de Engelse kunst- en mineralenverzamelaar Abraham Hume (1749 - 1838). Het voorvoegsel clino duidt op de monokliene variant van humiet.

Het mineraal clinohumiet is een mineraal dat voorkomt samen met humiet. De typelocatie is de Monte Somma, Vesuvius, Italië.

Categorieën: Mineraal | Nesosilicaat | Verbinding van magnesium | Verbinding van ijzer | Verbinding van fluor

Vesuvius

De Vesuvius is een vulkaan gelegen in het zuidoosten van Italië dichtbij de kust, meer bepaald bij de baai van Napels. De naam "Vesuvius" is afkomstig van het Oskisch "fesf", wat rook betekent. De vulkaan maakt deel uit van de Campaniavlakte, heeft een doorsnede van 50 km en is 1200 meter hoog.

De Vesuvius is een stratovulkaan, Strato is afgeleid van stratum, latijn voor laag. Een stratovulkaan bestaat uit een afwisseling van lagen van as en lava, die in de twee stadia van een uitbarsting van dit type vulkaan worden gevormd.

De bekendste eruptie van de Vesuvius was die van 24 en 25 augustus van het jaar 79 na Chr. Dit was de gewelddadigste uitbarsting die tot nu toe plaats vond. De top van de vulkaan explodeerde en de Romeinse steden Pompeii, Herculaneum en Stabiae werden volledig bedolven onder de assen. Maar liefst 2000 mensen werden gedood. Uit recent wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat mensen levend werden gekookt, "gezandstraald" door de gloeiend hete aswolk en vervolgens levend ontvleesd. De hersenpan explodeerde doordat de temperatuur van het superhete gas tussen de 500 en 550 graden Celsius bedroeg. Het verloop van deze ramp is vooral bekend door de geschriften van Plinius de Jongere, in zijn brief naar de geschiedschrijver Tacitus (Epistulae boek VI brief 16).

In de loop van de geschiedenis heeft de Vesuvius nog verscheidene keren haar macht getoond en nog vele mensen gedood en steden vernield: in 1631 (deze was bijna even zwaar als de uitbarsting van 79), 1794, 1906, 1913, 1926, 1929 en voor het laatst in 1944.

In de strips van Donald Duck woont Zwarte Magica op de Vesuvius. Ze wil het geluksdubbeltje van Oom Dagobert stelen en het omsmelten in de as van Vesuvius, waarmee ze de gave van Koning Midas (alles wat hij aanraakte veranderde in goud) hoopt te erven.

Source: Wikipedia