Odiniet

Het mineraal odiniet is een ijzer-magnesium-aluminium-titanium-mangaan-silicaat met de chemische formule (Fe3+,Mg,Al,Fe2+,Ti,Mn)2,5(Si,Al)2O5(OH)4. Het fylosilicaat behoort binnen de kleimineralen tot de kaoliniet-groep.

Download our Free bookmarks organizing software today!

Search results for 'Odiniet':

More information on 'Odiniet':

Het mineraal odiniet is een ijzer-magnesium-aluminium-titanium-mangaan-silicaat met de chemische formule (Fe3+,Mg,Al,Fe2+,Ti,Mn)2,5(Si,Al)2O5(OH)4. Het fylosilicaat behoort binnen de kleimineralen tot de kaoliniet-groep.

Het (donker)groene odiniet heeft een zijdeglans, een grijsgroene streepkleur en het mineraal kent geen splijting. De gemiddelde dichtheid is 2,6 en de hardheid is 2,5. Het kristalstelsel is monoklien en het mineraal is niet radioactief.

Het mineraal odiniet is genoemd naar de Franse klei-mineraloog Gilles Serge Odin van de Universiteit Pierre en Marie Curie in Parijs.

Odiniet is een kleimineraal en komt als zodanig voor in schalies en andere sedimentaire gesteenten, vooral in tropische lagunaire gebieden.

Categorieën: Mineraal | Fylosilicaat | Verbinding van ijzer | Verbinding van aluminium | Verbinding van magnesium | Verbinding van titaan | Verbinding van mangaan

Titanium

Titanium, of titaan, is een scheikundig element met symbool Ti en atoomnummer 22. Het is een grijs metallisch overgangsmetaal, het behoort met Zirconium (Zr), Hafnium (Hf) en Rutherfordium (Rf) tot de titaangroep.

In 1791 ontdekte Rev. William Gregor een nog onbekend element in het mineraal ilmeniet. In 1795 herontdekte Martin Heinrich Klaproth het element, ditmaal in rulieterts en noemde het titanium naar de titanen uit de Griekse mythologie. Omdat het metaal bij hoge temperaturen makkelijk reageert met zuurstof en koolstof, is het moeilijk om zuiver titanium te produceren. In 1922 lukte het A.E. van Arkel om zuiver metallisch titaan te bereiden (jodideproces).

Titanium wordt hoofdzakelijk (ongeveer 95%) gebruikt in de vorm van titaniumdioxide (TiO2); een intens wit pigment (titaanwit) in verf, papier en kunststoffen. Verf met titaniumdioxide reflecteert infrarood licht zeer goed, waardoor het veel wordt gebruikt in de astronomie.

Omdat het metaal sterk, licht en erg corrosiebestendig is, en bovendien bestand tegen extreme temperatuursschommelingen, worden titaniumlegeringen veel toegepast bij de constructie van vliegtuigen en raketten. Andere toepassingen van titanium zijn:

Verder wordt titanium soms gebruikt als constructiemateriaal om zeewater via destillatie om te zetten in drinkwater.

Mangaan

Mangaan is een scheikundig element met symbool Mn en atoomnummer 25. Het is een zilverkleurig overgangsmetaal.

Al sinds de prehistorie wordt mangaan gebruikt. 15.000 jaar voor het begin van onze jaartelling werd bruinsteen (mangaandioxide) al gebruikt als pigment in verf. De Egyptenaren en Romeinen pasten mangaan toe tijdens de productie van glas, zowel om kleuren toe te voegen, als om kleuren te verwijderen. De Spartanen maakten legeringen van mangaan en ijzer.

In de 17e eeuw produceerde de Duitse chemicus Johann Rudolph Glauber voor het eerst kaliumpermanganaat, een stof die veel toepassing vindt in chemische laboratoria. In het midden van de 18e eeuw werd mangaanoxide gebruikt voor chloorproductie.

De Zweedse chemicus Carl Wilhelm Scheele kwam tot de ontdekking dat mangaan een element is. Zijn collega Johann Gottlieb Gahn isoleerde zuiver mangaan in 1774 door mangaanoxide te reduceren met koolstof.

In het begin van de 19e eeuw gingen wetenschappers op zoek naar manieren waarop mangaan gebruikt kon worden in de productie van staal. In 1816 werd ontdekt dat de toevoeging van mangaan aan ijzer leidde tot een hardere staalvariant, zonder het breekbaar te maken.

Fylosilicaat

Een fylosilicaat is een silicaat waarbij de silica tetraeders volgens een platige structuur gerangschikt zijn. Tussen twee vlakken met silica tetraeders heerst een zwakke binding tussen vrije zuurstofatomen. Door deze structuur splijten fylosilicaten heel makkelijk.

Voorbeelden van fylosilicaten zijn mica's als muscoviet en biotiet en kleimineralen.

Nesosilicaat -- Inosilicaat -- Sorosilicaat -- Cyclosilicaat -- Tectosilicaat -- Fylosilicaat

Categorie: Fylosilicaat

Kaoliniet

Kaolien of chinaklei bestaat uit het aluminium-fylosilicaat kaoliniet; Al2Si2O5(OH)4.

De commerciële waarde van kaolien ligt in de witheid en de fijne deeltjesgrootte. De morfologie van kaolien is een plaatjesstructuur. Deze structuur zorgt voor een hoge opaciteit. Het pigment is zacht en niet-abrasief en het is chemisch inert.

Kaolien is verkrijgbaar in kwaliteiten die tot 94% zuiver zijn. Kaolien wordt gebruikt in de papierindustrie, bij het vervaardigen van porselein en als "performance chemikalie".

In de papierindustrie wordt ongeveer de helft gebruikt als vulstof, wat het papier goedkoper maakt en de bedrukbaarheid verbetert. De andere helft wordt gebruikt als pigment in de coating op het papier. Kaolien verbetert dan de witheid, gladheid, glans en de inktcapaciteit.

In de keramische industrie is de functie van kaolien het geven van witheid aan het keramiek.

Schalie

Schalie of kleisteen is een sedimentair gesteente bestaande uit klei-mineralen.

Schalie wordt gevormd op het moment dat klei gecompacteerd wordt en onder in vloed van druk overgaat van een ongeconsolideerd materiaal in een gesteente. Door de structuur van de kleimineralen ontstaat een "platig" karakter.

Schalie bevat vaak veel fossielen. Schalie komt in Nederland wel voor in Twente en op sommige plekken in Zuid-Limburg, waar het tussen de mergel voorkomt. In België is het een vrij algemeen voorkomend gesteente en komt het onder andere in de Ardennen voor.

Schalie is een natuursteen die in Nederland relatief weinig wordt toegepast, het is daarvoor niet hard genoeg. Vaak wordt het hardere leisteen gebruikt.

Categorie: Sedimentair gesteente

Sedimentair gesteente

De afzettingsgesteenten of sedimentaire gesteenten zijn ontstaan door sedimentatie of bezinking van minerale deeltjes, hetzij uit water, hetzij uit de atmosfeer, of chemische neergeslagen deeltjes uit een oplossing. Door deze processen vormt zich sediment. Het sediment kan vervolgens door te consolideren in een gesteente veranderen. In de sedimentologie wordt meestal geen verschil gemaakt tussen sedimenten en sedimentaire gesteenten, de mate van consolidatie wordt als onderdeel van de lithologie van een formatie beschreven.

De hoofdindeling van gesteenten is in stollingsgesteenten, afzettingsgesteenten en metamorfe gesteenten.

Sedimentaire gesteenten ontstaan door sedimentatie in sedimentaire bekkens. De typen sedimentair gesteente kunnen zeer uiteenlopen, een zeer ruwe indeling is in zandsteen, schalie en kalksteen.

Categorieën: Geologie | Sedimentologie | Sedimentair gesteente

Lagune

Een lagune is een soort meer dat ontstaat tussen een strand en een schoorwal. De lagune kan nog een verbinding met de zee hebben.

Het ontstaan van een lagune kan vooral in verband worden gebracht met de stromingsrichting van het water en het op deze manier ontstaan van een schoorwal voor de lagune.

Categorie: Geografie naar vorm

Source: Wikipedia