Kinoiet

Het mineraal kinoiet is een gehydrateerd-calcium-koper-silicaat met de chemische formule Ca2Cu2Si3O10·2(H2O). Het mineraal behoort tot de sorosilicaten.

Download our Free bookmarks organizing software today!

Search results for 'Kinoiet':

More information on 'Kinoiet':

Het mineraal kinoiet is een gehydrateerd-calcium-koper-silicaat met de chemische formule Ca2Cu2Si3O10·2(H2O). Het mineraal behoort tot de sorosilicaten.

Het doorzichtig tot doorschijnend azuurblauwe kinoiet heeft een glasglans, een blauwwitte streepkleur en de splijting van het mineraal is perfect volgens het kristalvlak [010] en duidelijk volgens [100] en [001]. Het kristalstelsel is monoklien. Kinoiet heeft een gemiddelde dichtheid van 3,16, de hardheid is 5 en het mineraal is niet radioactief.

Het mineraal kinoiet is genoemd naar Eusebio Francisco Kino (1645 - 1711), een jezuït die in het zuidwesten van de Verenigde Staten mineralen zocht.

De typelocatie van kinoiet is Helvetia, Santa Rita gebergte, Pima county, Arizona, Verenigde Staten.

Categorieën: Mineraal | Sorosilicaat | Verbinding van calcium | Verbinding van koper

Hydraat

Een hydraat is een stof waarin water in sterke binding opgenomen is. Zo zijn er zouthydraten, maar ook hydraten van methaan, en 'legeringen' tussen ijs of zeer koud water (rond het vriespunt) en gassen (gashydraten). Methaanhydraten kunnen spontaan gevormd worden als aardgas met water onder hoge druk bij niet al te hoge temperaturen opgeslagen of getransporteerd wordt. Deze combinatie van materialen komt bijvoorbeeld voor in de transportleidingen van offshore productieplatforms naar de kust. Omdat methaanhydraat een vaste stof is, kan het deze transportleidingen verstoppen. Om hydraatvorming tegen te gaan wordt bij vervoer van ongereinigd aardgas altijd een middel toegevoegd dat het water bindt. Glycol is een veel gebruikt middel, methanol wordt gebruikt als er al hydraatvorming opgetreden is. Bij het ontvangstpunt wordt het water uit het glycol gekookt en het zuivere glycol teruggestuurd voor hergebruik.

Het vermoeden bestaat dat zich op de bodem van de oceanen hydraatafzettingen bevinden, dit is echter nog niet aangetoond. Het spontaan uitéénvallen van zo'n afzetting in water en gas zou dan een verklaring kunnen zijn voor anderszins onverklaarbare schipbreuken zoals in de Bermuda driehoek voorkomen.

Categorie: Chemische stof

Koper (element)

Koper is een scheikundig element met symbool Cu en atoomnummer 29. Het is een rood/geel overgangsmetaal.

Opgravingen in het noorden van wat tegenwoordig bekend is als Irak, hebben aangetoond dat koper al werd gebruikt rond 8700 v. Chr. Andere opgravingen wijzen uit dat men in 5000 v. Chr. koper al smolt en isoleerde uit koperhoudende mineralen zoals malachiet en azuriet.

Van de Sumeriërs en Egyptenaren is bekend dat zij rond 3000 v. Chr. koper smolten en gebruikten om brons te maken. Ook in China was het gebruik van koper bekend en zijn er zeer hoogwaardige bronzen voorwerpen uit 1200 v. Chr. gevonden. De in 1991 in de Oostenrijks/Italiaanse Alpen gevonden mummie Ötzi, die vermoedelijk omstreeks 3300 v. Chr. is gestorven, droeg gereedschap dat uit 99,7% zuiver koper bestond.

In de mythologie en alchemie werd koper vaak geassocieerd met de godheid Aphrodite vanwege de mooie glans. Om die reden werd koper vroeger onder andere gebruikt voor spiegels. De naam koper is vermoedelijk een verbastering van Cyprus.

Cyprus in de griekse term.

Silicaat

Nesosilicaat -- Inosilicaat -- Sorosilicaat -- Cyclosilicaat -- Tectosilicaat -- Fylosilicaat

Categorie: Silicaat

Sorosilicaat

Een sorosilicaat is een silicaat dat is opgebouwd uit geïsoleerde dubbele silica tetraeders, die groepen van Si2O7 vormen. Die dubbele tetraeders worden verbonden door niet-silica ionen bij de zes vrije zuurstof atomen. Voorbeelden van sorosilicaten zijn vesuvianiet en epidoot.

Nesosilicaat -- Inosilicaat -- Sorosilicaat -- Cyclosilicaat -- Tectosilicaat -- Fylosilicaat

Categorie: Sorosilicaat

Radioactiviteit

Radioactiviteit, ook wel activiteit genoemd, is een natuurkundig fenomeen: bepaalde isotopen zijn instabiel en veranderen (desintegreren) spontaan in een andere atoomsoort. Dit noemt men radioactief verval.

Bij dit proces zenden ze straling uit. Na de desintegratie is de atoomkern veranderd van samenstelling, met name in de aantallen protonen en neutronen. Zo ontstaat een atoom van een andere atoomsoort, hetzij een andere isotoop van hetzelfde element, hetzij een ander element.

In sommige situaties is het desintegratieproduct, ook wel het dochternuclide genoemd, zelf ook weer instabiel. Het proces gaat door totdat de ontstane atoomkern in een stabiele vorm is geraakt. Men spreekt dan van een vervalketen.

Aan de ontdekking van en het onderzoek van radioactiviteit hebben veel mensen hun naam verbonden. Enkele van de voornaamste zijn:

Radioactiviteit wordt uitgedrukt in becquerel (Bq). Als er van een stof 1 atoom per seconde vervalt (desintegreert) is die stof een radioactieve bron (stralingsbron) met een sterkte van 1 becquerel.

Source: Wikipedia