Glaucofaan
Het mineraal glaucofaan is een natrium-magnesium-aluminium-inosilicaat met de chemische formule Na2Mg3Al2(Si8O22)(OH)2. Het behoort tot de amfibolen.
Het mineraal glaucofaan is een natrium-magnesium-aluminium-inosilicaat met de chemische formule Na2Mg3Al2(Si8O22)(OH)2. Het behoort tot de amfibolen.
... Het mineraal glaucofaan is een natrium-magnesium-aluminium-inosilicaat met de ... doorschijnende grijze, blauwe of blauwzwarte glaucofaan heeft een grijsblauwe streepkleur, een ...
Amfibolen
... vanwege het schisteuze karakter van het gesteente en het v��rkomen van de blauwe mineralen glaucofaan en lawsoniet ... kwarts + jadeiet + lawsoniet � fengiet, glaucofaan, chloriet ...
Amfibolen
... Andere namen, zoals bariet, diopsied, fluoriet, glaucofaan, malachiet, serpentijn, zullen u wellicht minder bekend ...
Amfibolen
OP DEze site is veel informatie te vinden over stenen en mineralen. ... colemaniet, mottramiet, manganiet, auripigment, limoniet, dolomiet, glaucofaan, grossulaar, zeoliet, meneghiniet ...
Amfibolen
... hogere druk staan, kan zich een blauwpaarse amfibool vormen, glaucofaan. Het vormt mooi gekleurde gesteenten tezamen met ...
Amfibolen
... gesteenten, donkerblauw gekleurd door alkali-amfibolen (glaucofaan of crossiet), ontstaan bij metamorfose bij (zeer ...
Amfibolen
... Metamorf niet boven de 10-15% en een weinig Glaucofaan. Naar het noorden en oosten wordt ...
Amfibolen
... Het reservaat is wereldberoemd om een uiterst zeldzaam gesteente: blauw glaucofaan ...
Amfibolen
... en glaucofaangesteenten met mineralen als omphaciet, jade�et, lawsoniet, glaucofaan en phengiet in de West-Alpen, in de ...
Amfibolen
... en glaucofaangesteenten met mineralen als omphaciet, jade�et, lawsoniet, glaucofaan en phengiet in de West-Alpen, in de ...
Amfibolen
Het mineraal glaucofaan is een natrium-magnesium-aluminium-inosilicaat met de chemische formule Na2Mg3Al2(Si8O22)(OH)2. Het behoort tot de amfibolen.
Het doorschijnende grijze, blauwe of blauwzwarte glaucofaan heeft een grijsblauwe streepkleur, een glas- tot parelglans en een goede splijting volgens de kristalvlakken [110] en [001]. De gemiddelde dichtheid is 3,07 en de hardheid is 6 tot 6,5. Het kristalstelsel is monoklien en het mineraal is niet radioactief.
De naam van het mineraal glaucofaan is afgeleid van de Griekse woorden glaucos ("blauw") en phanos ("lijken", "schijnen").
Glaucofaan is een zeer algemeen mineraal in magmatische en metamorfe gesteenten. Het is een van de meest voorkomende amfibolen en een indicatief mineraal voor de metamorfe blauwschist-facies.
Categorieën: Mineraal | Inosilicaat | Verbinding van natrium | Verbinding van magnesium | Verbinding van aluminium
Een inosilicaat is een silicaat waarbij de silica-tetraeders enkele of dubbele ketens vormen. De enkele ketens hebben de algemene formule Si2O7 en de dubbele ketens de algemene formule Si8O22.
Voorbeelden van inosilicaten met enkele ketens zijn de pyroxenen en met dubbele ketens de amfibolen.
Nesosilicaat -- Inosilicaat -- Sorosilicaat -- Cyclosilicaat -- Tectosilicaat -- Fylosilicaat
Categorie: Inosilicaat
De groep mineralen die deel uitmaken van de amfibolen zijn allen inosilicaten opgebouwd uit dubbele ketens van silica tetraeders. Het verschil met de pyroxenen is de hoek tussen de belangrijkste assen. Bij pyroxeen is die 90°, bij amfibool ongeveer 120°.
Amfibolen zijn orthorhombische of monokliene mineralen met een gemiddelde dichtheid van 3 tot 3,5 en een hardheid van 5 tot 6. Vijf soorten vallen onder de noemer asbest en zijn verwerkt in zeer uiteenlopende materialen vanwege een hoge slijtvastheid en bestendigheid. Bij bewerking kunnen echter vezels vrijkomen die schadelijk zijn als ze worden ingeademd.
De naam van het mineraal amfibool is afgeleid van het Griekse amfibolos, dat "dubbelzinnig" betekent. Het werd voor het eerst gebruikt door René Just Haüy om de amfibool-leden tremoliet, actinoliet, en hoornblende te benoemen. Sindsdien is de term voor de hele groep van toepassing.
Orthorhombisch
Monoklien
Radioactiviteit, ook wel activiteit genoemd, is een natuurkundig fenomeen: bepaalde isotopen zijn instabiel en veranderen (desintegreren) spontaan in een andere atoomsoort. Dit noemt men radioactief verval.
Bij dit proces zenden ze straling uit. Na de desintegratie is de atoomkern veranderd van samenstelling, met name in de aantallen protonen en neutronen. Zo ontstaat een atoom van een andere atoomsoort, hetzij een andere isotoop van hetzelfde element, hetzij een ander element.
In sommige situaties is het desintegratieproduct, ook wel het dochternuclide genoemd, zelf ook weer instabiel. Het proces gaat door totdat de ontstane atoomkern in een stabiele vorm is geraakt. Men spreekt dan van een vervalketen.
Aan de ontdekking van en het onderzoek van radioactiviteit hebben veel mensen hun naam verbonden. Enkele van de voornaamste zijn:
Radioactiviteit wordt uitgedrukt in becquerel (Bq). Als er van een stof 1 atoom per seconde vervalt (desintegreert) is die stof een radioactieve bron (stralingsbron) met een sterkte van 1 becquerel.
Stollings- of magmatische gesteenten zijn gesteenten die zijn ontstaan door stolling van lava (aan het aardoppervlak) of magma (onder het aardoppervlak). De hoofdindeling van gesteenten is in stollingsgesteenten, afzettingsgesteenten en metamorfe gesteenten.
Stollinggesteenten worden onderverdeeld in 3 vormen:
In het Engels heten uitvloeiingsgesteenten volcanics, genoemd naar de Romeinse god van het vuur en de vulkanen "Vulcanus" en dieptegesteenten plutonics, genoemd naar de Romeinse god van de onderwereld, "Pluto".
felsisch--------------------------------------------------mafischkwarts - veldspaat - mica - amfibool - pyroxeen - olivijn
Categorieën: Geologie | Stollingsgesteente
Metamorf gesteente is gekristalliseerd of gemetamorfoseerd op grote diepte onder het aardoppervlak, of door hoge temperatuur. De stollings- en metamorfe gesteenten worden gevormd door middel van endogene processen, de sedimentgesteenten door exogene processen.
De hoofdindeling van gesteenten is stollingsgesteenten, afzettingsgesteenten en metamorfe gesteenten.
Categorie: Geologie
De blauwschist-facies treedt op als de graad van metamorfose zich bevindt in het lage temperatuur, maar gemiddeld tot hoge druk regime. Dit is bijvoorbeeld het geval in subductiezones. De metamorfe facies is blauwschist genoemd vanwege het schisteuze karakter van het gesteente en het vóórkomen van de blauwe mineralen glaucofaan en lawsoniet. Zoals bij alle metamorfe facies wordt de blauwschist-facies vastgesteld aan de hand van bepaalde mineralen die gewoonlijk middels onderzoek naar slijpplaatjes worden gedetermineerd. De blauwschist-facies wordt gekarakteriseerd door de mineraalassemblages in metamorfe basische gesteenten, grauwackes, pelieten en carbonaten:
Categorie: Metamorf gesteente
Het mineraal glaucofaan is een natrium-magnesium-aluminium-inosilicaat met de chemische formule Na2Mg3Al2(Si8O22)(OH)2. Het behoort tot de amfibolen.
Het doorschijnende grijze, blauwe of blauwzwarte glaucofaan heeft een grijsblauwe streepkleur, een glas- tot parelglans en een goede splijting volgens de kristalvlakken [110] en [001]. De gemiddelde dichtheid is 3,07 en de hardheid is 6 tot 6,5. Het kristalstelsel is monoklien en het mineraal is niet radioactief.
De naam van het mineraal glaucofaan is afgeleid van de Griekse woorden glaucos ("blauw") en phanos ("lijken", "schijnen").
Glaucofaan is een zeer algemeen mineraal in magmatische en metamorfe gesteenten. Het is een van de meest voorkomende amfibolen en een indicatief mineraal voor de metamorfe blauwschist-facies.
Categorieën: Mineraal | Inosilicaat | Verbinding van natrium | Verbinding van magnesium | Verbinding van aluminium