Chapmaniet

Het mineraal chapmaniet is een ijzer-antimoon-silicaat met de chemische formule Fe2+2Sb(SiO4)2(OH). Het mineraal behoort tot de fylosilicaten.

Download our Free bookmarks organizing software today!

Search results for 'Chapmaniet':

More information on 'Chapmaniet':

Het mineraal chapmaniet is een ijzer-antimoon-silicaat met de chemische formule Fe2+2Sb(SiO4)2(OH). Het mineraal behoort tot de fylosilicaten.

Het doorschijnend gele tot geel- of olijfgroene chapmaniet heeft een diamantglans, een geelgroene streepkleur en het mineraal kent geen splijting. Chapmaniet heeft een gemiddelde dichtheid van 3,64 en de hardheid is 2,5. Het kristalstelsel is monoklien en het mineraal is niet radioactief.

Het mineraal chapmaniet is genoemd naar de Canadese mineraloog Edward John Chapman (1821 - 1904).

Chapmaniet is een zeldzaam mineraal dat voornamelijk voorkomt als begeleidend mineraal van zilver-ertsen. De typelocatie is de Keeley mijn in South Lorrain vlakbij Cobalt, Ontario, Canada.

Categorieën: Mineraal | Fylosilicaat | Verbinding van ijzer | Verbinding van antimoon

Antimoon

Antimoon, ook antimonium of stibium geheten, is een scheikundig element met symbool Sb en atoomnummer 51. Het is een zilvergrijs metalloïde.

De eerste wetenschappelijke melding van antimoon werd gemaakt in 1450 door Tholden, maar reeds lange tijd daarvoor werden antimoonverbindingen voor uiteenlopende doeleinden gebruikt. Het in de natuur voorkomende antimoonsulfide - het mineraal stibiniet - werd gebruikt als medicijn en voor cosmetica.

Over de herkomst van de naam antimoon bestaat veel onduidelijkheid. Sommige bronnen melden dat de naam een samentrekking is van de Griekse woorden anti en monos, wat vertaald kan worden als niet alleen voorkomend. Volgens andere bronnen komt de naam van de Arabische uitdrukking Antos Ammon dat bloei van god Ammon betekent.

Antimoon wordt veel gebruik in de halfgeleiderindustrie bij de productie van dioden, infrarood detectors en Hall-effect apparatuur. In legeringen levert antimoon een grote bijdrage in de hardheid en sterkte van lood en tin. Daarvoor wordt antimoon veel gebruikt in lood-batterijen. Andere toepassingen zijn:

Antimoonverbindingen worden om de brandwerende eigenschappen ook gebruikt in kinderkleding, speelgoed en bekleding van autostoelen.

Silicaat

Nesosilicaat -- Inosilicaat -- Sorosilicaat -- Cyclosilicaat -- Tectosilicaat -- Fylosilicaat

Categorie: Silicaat

Fylosilicaat

Een fylosilicaat is een silicaat waarbij de silica tetraeders volgens een platige structuur gerangschikt zijn. Tussen twee vlakken met silica tetraeders heerst een zwakke binding tussen vrije zuurstofatomen. Door deze structuur splijten fylosilicaten heel makkelijk.

Voorbeelden van fylosilicaten zijn mica's als muscoviet en biotiet en kleimineralen.

Nesosilicaat -- Inosilicaat -- Sorosilicaat -- Cyclosilicaat -- Tectosilicaat -- Fylosilicaat

Categorie: Fylosilicaat

Radioactiviteit

Radioactiviteit, ook wel activiteit genoemd, is een natuurkundig fenomeen: bepaalde isotopen zijn instabiel en veranderen (desintegreren) spontaan in een andere atoomsoort. Dit noemt men radioactief verval.

Bij dit proces zenden ze straling uit. Na de desintegratie is de atoomkern veranderd van samenstelling, met name in de aantallen protonen en neutronen. Zo ontstaat een atoom van een andere atoomsoort, hetzij een andere isotoop van hetzelfde element, hetzij een ander element.

In sommige situaties is het desintegratieproduct, ook wel het dochternuclide genoemd, zelf ook weer instabiel. Het proces gaat door totdat de ontstane atoomkern in een stabiele vorm is geraakt. Men spreekt dan van een vervalketen.

Aan de ontdekking van en het onderzoek van radioactiviteit hebben veel mensen hun naam verbonden. Enkele van de voornaamste zijn:

Radioactiviteit wordt uitgedrukt in becquerel (Bq). Als er van een stof 1 atoom per seconde vervalt (desintegreert) is die stof een radioactieve bron (stralingsbron) met een sterkte van 1 becquerel.

Mineralogie

De mineralogie of delfstofkunde is de tak binnen de aardwetenschappen die zich richt op de systematische studie van mineralen, hun voorkomen, ontstaan, metamorfose en rol in de geologie.

De International Mineralogical Association (IMA) is een organisatie waarvan de leden de mineralogen uit de verschillende landen vertegenwoordigen. Haar activiteiten omvatten het beheer van de namen van mineralen (via de Commissie van nieuwe mineralen en mineraalnamen) en het bijhouden van een database van mineralen.

In 2004 zijn er ongeveer 4000 soorten mineraal erkend door de IMA. Hiervan kunnen er ongeveer 150 als "overvloedig", nog eens 50 als "incidenteel", en de rest als "zeldzaam" tot "zeer zeldzaam" worden beschouwd.

Zie de lijst van mineralen voor meer informatie.

Categorie: Mineralogie

Zilver

Zilver is een scheikundig element met symbool Ag en atoomnummer 47. Het is een zilverkleurig overgangsmetaal.

Zilver wordt al sinds het begin van onze jaartelling gebruikt voor versiersels en betaalmiddelen. Uit opgravingen blijkt dat al 4000-3500 v. Chr. zilver werd gescheiden van lood op eilanden in de Egeïsche Zee en Anatolië.

Vaak werd zilver geassocieërd met de maan, de zee en verschillende goden. In de alchemie werd voor zilver het symbool van een halve maan gebruikt en alchemisten noemden het Luna. Van het metaal kwik werd gedacht dat het een soort zilver was. In sommige talen blijkt dat nog uit de naam die kwik heeft zoals quicksilver in het Engels of kwikzilver (= levend zilver) in wat ouder Nederlands. Veel later bleek het om twee volstrekt verschillende elementen te gaan.

De naam zilver is afkomstig van het Angelsaksische seolfor siolfur. In het Latijn heet zilver argentum, waar zilver het symbool Ag aan dankt.

Tegenwoordig wordt zilver vooral als zilverhalogeniden in de fotografie gebruikt. Andere toepassingen van zilver zijn:

Source: Wikipedia