Spurriet

Het mineraal spurriet is een calcium-carbonaat-silicaat met de chemische formule Ca5(SiO4)2(CO3). Het behoort tot de nesosilicaten.

Download our Free bookmarks organizing software today!

Search results for 'Spurriet':

More information on 'Spurriet':

Het mineraal spurriet is een calcium-carbonaat-silicaat met de chemische formule Ca5(SiO4)2(CO3). Het behoort tot de nesosilicaten.

Het doorschijnend tot doorzichtig grijswit tot grijze of grijsroze spurriet heeft een glasglans, een witte streepkleur en een duidelijke splijting volgens het kristalvlak [100]. De gemiddelde dichtheid is 3 en de hardheid is 5. Het kristalstelsel is monoklien en het mineraal is niet radioactief.

Het mineraal spurriet komt met name voor in contactmetamorf gesteente, met name op het grensvlak van kalksteen en dioriet. De typelocatie is het Velardena mijnbouwgebied in Mexico. Het wordt ook gevonden in Camphouse, Ardnamurchan, Argyll, Schotland, Verenigd Koninkrijk en op de South Sister Peak, Tres Hermanas-gebergte, Luna county, New Mexico, Verenigde Staten.

Categorieën: Mineraal | Nesosilicaat | Verbinding van calcium | Carbonaat

Silicaat

Nesosilicaat -- Inosilicaat -- Sorosilicaat -- Cyclosilicaat -- Tectosilicaat -- Fylosilicaat

Categorie: Silicaat

Radioactiviteit

Radioactiviteit, ook wel activiteit genoemd, is een natuurkundig fenomeen: bepaalde isotopen zijn instabiel en veranderen (desintegreren) spontaan in een andere atoomsoort. Dit noemt men radioactief verval.

Bij dit proces zenden ze straling uit. Na de desintegratie is de atoomkern veranderd van samenstelling, met name in de aantallen protonen en neutronen. Zo ontstaat een atoom van een andere atoomsoort, hetzij een andere isotoop van hetzelfde element, hetzij een ander element.

In sommige situaties is het desintegratieproduct, ook wel het dochternuclide genoemd, zelf ook weer instabiel. Het proces gaat door totdat de ontstane atoomkern in een stabiele vorm is geraakt. Men spreekt dan van een vervalketen.

Aan de ontdekking van en het onderzoek van radioactiviteit hebben veel mensen hun naam verbonden. Enkele van de voornaamste zijn:

Radioactiviteit wordt uitgedrukt in becquerel (Bq). Als er van een stof 1 atoom per seconde vervalt (desintegreert) is die stof een radioactieve bron (stralingsbron) met een sterkte van 1 becquerel.

Contactmetamorfose

Contactmetamorfose is het geologische proces dat plaatsvindt wanneer een magma een gesteente binnendringt en door de hoge temperatuur invloed uitoefent op het omringende gesteente.

Contactmetamorfe gesteenten komen veelal voor in vulkanische gebieden, maar ook daarbuiten. Wanneer een magma het aardoppervlak niet bereikt, maar onder het oppervlak een batholiet vormt, ondervindt het oorsprongsgesteente om die batholiet heen invloed van het hete magma. Hierdoor vinden allerlei mineralogische veranderingen in het gesteente plaats. Welke veranderingen precies plaatsvinden en welke mineralen bij die specifieke druk en temperatuur stabiel zijn, hangt af van de metamorfe facies waarin het gesteente zich bevindt.

Categorieën: Metamorf gesteente | Petrologie

Kalksteen

Kalksteen is een afzettingsgesteente dat voor een groot deel bestaat uit calciumcarbonaat. Kalksteen-gesteente bevat vaak fossielen, zoals schelpen, ammonieten en veel micro-fossielen. Blauwe hardsteen is een dergelijke vorm van fossiele kalksteen, bestaande uit de restanten van zeelelies.

In kalksteen treden vaak karstverschijnselen op zoals grotten met druipstenen, dolines, poljes en diepe karstdalen.

In Zuid-Limburg dagzoomt de kalksteen op veel plekken. Ten onrechte wordt de kalksteen hier ook mergel genoemd. In België komt in de Ardennen op veel plekken kalksteen voor.

Kalksteen dateerd uit de Krijt-periode (100 milj. jaar geleden) en is ontstaan uit de kalkskeletten van zeedieren.

De White Cliffs van Dover bestaan ook uit kalksteen.

Dioriet

Het stollingsgesteente dioriet is een redelijk mafisch diepte- en ganggesteente met tussen de 52 en 63% silica.

Dioriet is het mafischere equivalent van granodioriet en het diepte- en ganggesteente-equivalent van het uitvloeiingsgesteente andesiet.

De mineralen met een redelijke kristalgrootte die in dioriet voorkomen, zijn onder andere pyroxeen, amfibool, plagioklaas, muscoviet en biotiet.

Dioriet is een diepte- of ganggesteente dat ontsloten raakt bij tektonische opheffing bij orogenese. Het wordt gevormd in de kern en de magma-gangen van redelijk mafische vulkanen.

Categorie: Stollingsgesteente

Source: Wikipedia