Stibniet

Het mineraal stibniet (ook: antimoniet) is een antimoon-sulfide met de chemische formule Sb2S3.

Download our Free bookmarks organizing software today!

Search results for 'Stibniet':

More information on 'Stibniet':

Het mineraal stibniet (ook: antimoniet) is een antimoon-sulfide met de chemische formule Sb2S3.

Het opaak loodgrijze, staalgrijze of zwarte stibniet heeft een metallische glans, een zwartgrijze streepkleur en de splijting van het mineraal is perfect volgens het kristalvlak [010]. Het kristalstelsel is orthorhombisch. Stibniet heeft een gemiddelde dichtheid van 4,63, de hardheid is 2 en het mineraal is niet radioactief. Antimoniet komt voor als lange, straalvormige uitwaaierende kristallen of in massieve vorm. Deze laatste kan verward worden met galeniet, maar de kristalvorm is kenmerkend voor antimoniet, evenals het lage smeltpunt: het smelt in een kaarsvlam. Dit mineraal is de belangrijkste bron van het betrekkelijk zeldzame mineraal antimoon (concentratie 0,2 delen per miljoen in de aardkorst), een giftig element dat gebruikt wordt in accu's,voor halfgeleiders en voor het harden van metaallegeringen.

De naam van het mineraal stibniet is afgeleid van het Griekse stibnum, dat "antimoon" betekent.

Stibniet is een mineraal dat wordt gevormd in hydrothermale aders samen met andere antimoon-ertsen, in sedimenten bij heetwaterbronnen en in kalksteen. De typelocatie is gelegen in Ichinokawa, Shikoku, Japan. Het wordt ook gevonden in Lengshuijang, Hunan, China

Categorieën: Mineraal | Sulfide | Verbinding van antimoon

Habitus

Habitus betekent verschijningsvorm. Het wordt als technische term in verschillende vakgebieden gebruikt.

Afhankelijk van welke richtingen van een kristal het snelste groeien wordt de uiterlijke vorm van het macroscopische kristal uiteindelijk bepaald. Deze vorm heet de habitus van het kristal. Het zijn de kristalvlakken die het langzaamste groeien, die aan het oppervlak overblijven; de andere vlakken "groeien eruit".

De kinetiek van de kristalgroei hangt sterk van uitwendige factoren af, bijvoorbeeld de aan- of afwezigheid van verontreinigingen in de oplossing of de smelt waaruit het kristal groeit, de temperatuur en de druk. Een mineraal kan dus best op de ene vindplaats met de ene habitus (bijvoorbeeld een kubus) en op de andere met een andere (bijvoorbeeld een octaëder) gevonden worden. De inwendige structuur is dan echter nog steeds hetzelfde.

De hoeken die de kristalvlakken met elkaar maken liggen vast door de kristalstructuur, dat wil zeggen de inwendige symmetrie. Een bepaald mineraal kan dus maar één bepaald stel hoeken vertonen.

Categorie: Materiaalkunde

Antimoon

Antimoon, ook antimonium of stibium geheten, is een scheikundig element met symbool Sb en atoomnummer 51. Het is een zilvergrijs metalloïde.

De eerste wetenschappelijke melding van antimoon werd gemaakt in 1450 door Tholden, maar reeds lange tijd daarvoor werden antimoonverbindingen voor uiteenlopende doeleinden gebruikt. Het in de natuur voorkomende antimoonsulfide - het mineraal stibiniet - werd gebruikt als medicijn en voor cosmetica.

Over de herkomst van de naam antimoon bestaat veel onduidelijkheid. Sommige bronnen melden dat de naam een samentrekking is van de Griekse woorden anti en monos, wat vertaald kan worden als niet alleen voorkomend. Volgens andere bronnen komt de naam van de Arabische uitdrukking Antos Ammon dat bloei van god Ammon betekent.

Antimoon wordt veel gebruik in de halfgeleiderindustrie bij de productie van dioden, infrarood detectors en Hall-effect apparatuur. In legeringen levert antimoon een grote bijdrage in de hardheid en sterkte van lood en tin. Daarvoor wordt antimoon veel gebruikt in lood-batterijen. Andere toepassingen zijn:

Antimoonverbindingen worden om de brandwerende eigenschappen ook gebruikt in kinderkleding, speelgoed en bekleding van autostoelen.

Sulfide

Een sulfide is een ion van zwavel in oxidatietoestand -2 (S-2). Een groep van ongeveer 600 mineralen,zoals antimoniet en galeniet waarin zwavel een binding vormt met metallische en metaalachtige elementen.De meeste sulfiden zijn ondoorzichtig,en duidelijk gekleurd en gestreept.

Categorieën: Zout | Verbinding van zwavel

Galeniet

Het mineraal galeniet of loodglans (ook wel galena) is een lood-sulfide met de chemische formule PbS.

De galenietkristallen zijn over het algemeen kubisch, maar soms octahedrisch. Het mineraal komt vaak voor samen met sphaleriet (zinkblende) en fluoriet (vloeispaat).

Afzettingen van galeniet worden aangetroffen in Duitsland, Frankrijk, Roemenië, Oostenrijk, België, Italië, Spanje, Schotland, Engeland, Australië en Mexico. In de Verenigde Staten komt het mineraal voor in Missouri, Illinois, Iowa, Kansas, Oklahoma, Colorado, Idaho, Utah, Montana, en Wisconsin. Galeniet wordt primair aangetroffen in hydrothermale aders en rond pegmatieten, alsook in aders in kalksteen en dolomiet samen met sfaleriet.

Galeniet was bij de Babyloniërs al bekend, en bij de Romeinen was het een begeerde stof zoals het gebruik in de aquaducten aantoont. De naam galena voor loodglans is van Romeinse oorsprong. In het oude Egypte werd het mineraal gebruikt in kralen.

Galeniet is een belangrijk looderts. Verder vindt het ook toepassing als zilvererts in de zilerindustrie door insluitingen van argentiet, waarbij lood een bijproduct is. Omwille van de speciale elektrische eigenschappen werd in de pionierstijd van de radio gebruikt voor het maken van elektrische componenten in radio's. Omwille van zijn donkergrijze kleur werd galeniet als pigment gebruikt. Zo werd gemalen galeniet als oogschaduw gebruikt in vele Arabische landen.

Sediment

Sediment is de benaming voor door wind, water en/of ijs verplaatste en vervolgens afgezette korrels of deeltjes. Voorbeelden van sedimenten zijn grind, zand en klei. Aangroei van land door sedimentatie wordt wel aanwassen genoemd.

Sediment verplaatst zich op verschillende manieren, zoals glijdend of rollend (over ander sediment of gesteente), zwevend door het water, of springend en stuiterend. Als de stroming in water of lucht een gelijkmatige beweging is zal de sedimentverplaatsing constant zijn. Als de stroming draait en kolkt ontstaan er ophopingen van sediment en sedimentloze plekken. Ribbels op het strand zijn hier een voorbeeld van.

Sedimentverplaatsing zie je overal, in buitendijks gebied onder invloed van het getij, in binnedijks gebied door (over)stromingen van rivieren. Momenteel wordt van Oost-Terschelling zand meegenomen door de stroming en dit komt er aan de westkant van Ameland weer aan. Na ongeveer tien jaar draait dit weer om en komt het sediment weer terug bij Terschelling. In de Waddenzee is door de sterke stroming ook goed te zien wat er gebeurt met het sediment: hele stukken vaarroutes verplaatsen zich door dit proces.

De bodem in Nederland en het grootste deel van België is opgebouwd uit sediment of sedimentair gesteente. Het verschil tussen sediment en sedimentair gesteente is dat de laatste door chemische processen aan elkaar gekit en hard geworden is. Het verloop is gradueel.

Sediment kan worden afgezet door rivieren (fluviaal sediment) 18,3 (109 ton per jaar), door de wind (eolisch sediment) 0,6, door de zee (marien sediment), door landijs of gletsjers (glaciaal sediment) 2,0, door smeltwater (fluvioglaciaal sediment), door vulkanische uitbarstingen (volcanic ejecta) 0,15, door grondwater 0,48 en in meren (lacustrien sediment).

Kalksteen

Kalksteen is een afzettingsgesteente dat voor een groot deel bestaat uit calciumcarbonaat. Kalksteen-gesteente bevat vaak fossielen, zoals schelpen, ammonieten en veel micro-fossielen. Blauwe hardsteen is een dergelijke vorm van fossiele kalksteen, bestaande uit de restanten van zeelelies.

In kalksteen treden vaak karstverschijnselen op zoals grotten met druipstenen, dolines, poljes en diepe karstdalen.

In Zuid-Limburg dagzoomt de kalksteen op veel plekken. Ten onrechte wordt de kalksteen hier ook mergel genoemd. In België komt in de Ardennen op veel plekken kalksteen voor.

Kalksteen dateerd uit de Krijt-periode (100 milj. jaar geleden) en is ontstaan uit de kalkskeletten van zeedieren.

De White Cliffs van Dover bestaan ook uit kalksteen.

Shikoku

Shikoku (四国) is het kleinste van de vier grote eilanden van Japan.

Ten noordwesten van Shikoku ligt Honshu, waarvan Shikoku is gescheiden door de Japanse Binnenzee. Ten zuidwesten van Shikoku ligt Kyushu.

De naam wordt in het Japans geschreven met twee karakters - shi voor "vier" en koku voor "landen", en verwijst naar de vier prefecturen op het eiland:

Op Shikoku wonen 4,2 miljoen mensen. De oppervlakte is 18.292 km². Het hoogste punt is de berg Ishizuchi (1982 meter).

Categorieën: Japans eiland | Regio van Japan | Shikoku

Source: Wikipedia