Hematiet

Hematiet (van Grieks: αιμία, haima, bloed) is een mineraal dat voornamelijk bestaat uit ferri-oxidekristallen (ijzer(III)oxide, Fe2O3), een van de ijzeroxides. Het komt naast andere variëteiten voor als het rode bloedsteen en het grijszwarte tot zwarte ijzerglans en ijzerglimmer. Het mineraal heeft een hardheid tussen 5 en 6.

Download our Free bookmarks organizing software today!

Search results for 'Hematiet':

More information on 'Hematiet':

Hematiet (van Grieks: αιμία, haima, bloed) is een mineraal dat voornamelijk bestaat uit ferri-oxidekristallen (ijzer(III)oxide, Fe2O3), een van de ijzeroxides. Het komt naast andere variëteiten voor als het rode bloedsteen en het grijszwarte tot zwarte ijzerglans en ijzerglimmer. Het mineraal heeft een hardheid tussen 5 en 6.

De zgn. streep, of streepkleur, de kleur die het mineraal afgeeft bij wrijven over een ongeglazuurd porseleinen schaaltje, is meestal een karakteristiek bloedrood - het mineraal ontleent daaraan z'n naam. Het mineraal kan sporen magnesium, mangaan en titaan bevatten.

Hematiet komt zowel voor als gangmineraal als in sedimentaire lagen. Het is vaak de oorzaak van roodkleuring van veel gesteenten.

Samen met hematiet komen vaak andere ijzerertsen voor zoals magnetiet, martiet, limoniet en ijzerspaat. Als magnetiet door geologische processen is omgezet in hematiet, dan noemen we dit mineraal Martiet. Martiet is dus hematiet, pseudomorf naar Magnetiet.

Het mineraal komt wereldwijd voor, in Europa in Duitsland onder andere in het gebied van de Lahn waar 's werelds grootste concentratie van ijzerertsen is, in de Eifel, de Harz en in het Thüringerwoud. Verder in Engeland in Cumberland en North-Lancashire, in België in Vezin en Namen, op het Italiaanse eiland Elba en in Spanje. In Afrika is Algerije een noemenswaardige producent en in de Verenigde Staten van Amerika wordt het gevonden bij het Upper Lake en bij de Missouri. Meer dan de helft van de wereldproductie komt tegenwoordig uit China, Brazilië en Australië.

Habitus

Habitus betekent verschijningsvorm. Het wordt als technische term in verschillende vakgebieden gebruikt.

Afhankelijk van welke richtingen van een kristal het snelste groeien wordt de uiterlijke vorm van het macroscopische kristal uiteindelijk bepaald. Deze vorm heet de habitus van het kristal. Het zijn de kristalvlakken die het langzaamste groeien, die aan het oppervlak overblijven; de andere vlakken "groeien eruit".

De kinetiek van de kristalgroei hangt sterk van uitwendige factoren af, bijvoorbeeld de aan- of afwezigheid van verontreinigingen in de oplossing of de smelt waaruit het kristal groeit, de temperatuur en de druk. Een mineraal kan dus best op de ene vindplaats met de ene habitus (bijvoorbeeld een kubus) en op de andere met een andere (bijvoorbeeld een octaëder) gevonden worden. De inwendige structuur is dan echter nog steeds hetzelfde.

De hoeken die de kristalvlakken met elkaar maken liggen vast door de kristalstructuur, dat wil zeggen de inwendige symmetrie. Een bepaald mineraal kan dus maar één bepaald stel hoeken vertonen.

Categorie: Materiaalkunde

Kristalvlakken

Een kristalvlak is een vlak in een kristal. Kristallen vormen vaak harde, brosse materialen, die bij blootstelling aan voldoende druk- of trekkracht breken langs de kristalvlakken.

Een kristal van een materie is opgebouwd uit moleculen. Dit is voor te stellen als een regelmatig geordende stapel knikkers. Een kubische ordening begint bijvoorbeeld met een rooster van vierkanten, waarbij iedere nieuwe knikker precies bovenop een andere komt. Deze structuur van boven bekeken is nog steeds een vlak van vierkanten. Echter als de structuur diagonaal wordt doorsneden, dan ziet men een vlak van driehoeken waarbij alle deeltjes iets verder uit elkaar liggen.

Het blijkt dat je de uiterlijke vorm van kristallen kunt verklaren aan de hand van de snelheden waarmee de verschillende kristalvlakken aangroeien. Bij het smelten of stollen van een kristallijne stof groeit een kristalvlak van driehoeken met een andere snelheid dan een vlak van vierkanten. Indien alle mogelijke kristalvlakken met vrijwel dezelfde snelheid groeien, verkrijgt men veelhoekige (polygone), nagenoeg "ronde" kristallen.

Categorie: Kristallografie

Goethiet

Het mineraal goethiet of limoniet is een ijzer- en zuurstofhoudend hydroxide met de chemische formule Fe3+O.OH.

Het heeft een hardheid van 5 tot 5,5 op de hardheidsschaal van Mohs. De dichtheid is 3,3 tot 4,3 en het mineraal is niet radioactief.

Het mineraal werd in 1806 geïdentificeerd en is genoemd naar de Duitse schrijver Johann Wolfgang von Goethe die zich ook voor mineralogie interesseerde.

Het is een veel voorkomend ijzererts, dat over de hele wereld voorkomt door verwering van andere ijzerhoudende mineralen als magnetiet en pyriet. In Europa komt het onder meer voor in Elzas-Lotharingen (Frankrijk), Westfalen (Duitsland) en Bohemen (Tsjechië). Het wordt ook gebruikt als kleipigment; in de grotschilderingen van Lascaux in Frankrijk is goethiet als pigment aangetroffen. Limoniet, de onvolkomen gekristalliseerde variant van goethiet, is een bestanddeel van het gesteente umber.

In 2004 werd het mineraal ook op de planeet Mars geïdentificeerd door de robot "Spirit" van de NASA. Dit zou erop wijzen dat er in het verleden water aanwezig was op Mars, want goethiet wordt enkel gevormd in aanwezigheid van water.

Lepidoliet

Het mineraal lepidoliet is een kalium-lithium-aluminium-fluor-fylosilicaat met de chemische formule KLi2AlSi4O10F(OH).

Het kleurloze, witte, gelige of rozige lepidoliet bestaat uit aluminium-silicaat, kalium- en aluminiumlithiumaathydroxide en kan sporen rubidium bevatten. Het kenmerkt zich door een goede splijting. Het mineraal is opaak en gevoelig voor zuur en warm water en verliest daardoor zijn kleur. De gemiddelde dichtheid is 2,84 en de hardheid is 2,5 tot 3. Het kristalstelsel is monoklien en de streep is wit.

Lepidoliet is genoemd naar de Griekse woorden lepidion en lithos, respectievelijk "schaal" en "steen".

Het mineraal komt vooral voor in lithiumrijke pegmatieten. De typelocatie is Pala, San Diego, Californië, VS.

Categorieën: Mineraal | Fylosilicaat | Verbinding van kalium | Verbinding van lithium | Verbinding van aluminium | Verbinding van fluor

Ilmeniet

Het mineraal ilmeniet is een ijzer-titanium-oxide met de chemische formule FeTiO3.

Het grijs tot zwarte opake ilmeniet heeft een trigonaal kristalstelsel. De ribben van de eenheidscel zijn: a=50.90 nm (nanometer), c=140.80 nm. Het is een mineraal met in het algemeen langwerpige kristallen, soms naaldvormig, meestal korte zuiltjes. Ilmeniet heeft geen splijting. De gemiddelde dichtheid is 4,72 en de hardheid is 5 tot 5,5.

Ilmeniet is genoemd naar de eerste vindplaats; het Russische Ilmen-gebergte, zuidelijke Oeral.

Ilmeniet is een algemeen voorkomend mineraal, te vinden in graniet, maar ook in basische stollingsgesteenten, vele metamorfe gesteenten, zware-mineraal zanden, zandsteen etc.

Ilmeniet is o.a. belangrijk als ertsmineraal voor Ti (Titanium).

Magnetisme

Al in de Oudheid ontdekte men dat magnetietkristallen elkaar afhankelijk van de oriëntatie aantrekken of afstoten. Dit natuurkundige verschijnsel wordt magnetisme genoemd. Magnetiet is, evenals magnesium genoemd naar Magnesia, een gebied in Thessalië in het oude Griekenland.

Verantwoordelijk voor het magnetisme van magnetiet is het aanwezige ijzer. Veel ijzerlegeringen vertonen magnetisme. Naast ijzer vertonen ook nikkel en kobalt magnetische eigenschappen.

Voorwerpen die dit verschijnsel sterk vertonen noemt men magneten. Er zijn natuurlijke en kunstmatige magneten (bijvoorbeeld Alnico,Fernico, ferrieten). Alle magneten hebben twee polen die noordpool en zuidpool worden genoemd. De noordpool van een magneet stoot de noordpool van een andere magneet af, en trekt de zuidpool van een andere magneet aan. Twee zuidpolen stoten elkaar ook af. Omdat ook de aarde een magneetveld heeft, met z'n zuidpool vlak bij de noordpool en z'n noordpool vlakbij de zuidpool, zal een vrij ronddraaiende magneet altijd de noord-zuidrichting aannemen. De benamingen van de polen van een magneet zijn hiervan afgeleid. Overigens wordt gemakshalve, maar wel enigszins verwarrend, de zuidpool van de "aardemagneet" de magnetische noordpool genoemd en de noordpool van de "aardemagneet" de magnetische zuidpool.

Een verwant verschijnsel is elektromagnetisme, magnetisme dat ontstaat door een elektrische stroom.

Bij nadere beschouwing blijkt het magnetisme in van nature magnetische of magnetiseerbare materialen, net als elektromagnetisme, ook veroorzaakt te worden door bewegende elektrische lading. James Maxwell heeft, voortbouwend op onderzoek van o.a. Michael Faraday al in de negentiende eeuw een zeer elegante wiskundige formulering gegeven van elektriciteit en magnetisme die door Heaviside werd bijgeschaafd tot slechts vier differentiaalvergelijkingen, de vergelijkingen van Maxwell waarmee alle macroscopische elektrische en magnetische verschijnselen zijn te beschrijven.

Bloedsteen

Bloedsteen (ook wel kidney ore, rother glaskopf, bloodstone, sanguine, blutstein, eisenniere, röthel, reddle) is een vormvariëteit van hematiet (Fe2O3, di-ijzertrioxyde).

De naam bloedsteen komt van de kleur van het poeder dat de kleur van geronnen bloed heeft en soms wordt gebruikt als polijstmiddel. De naam "hematiet" is afgeleidt van "aima", grieks voor bloed omdat ook de zwarte kristallen de rode kleur afgeven als ze bekrast of verpoederd worden.

Het mineraal komt voor als bolvormige massa's met een concentrisch gelaagde structuur waarbij de verschillende lagen bestaan uit vezeltjes en langgestrekte kristalletjes. De dichtheid van de lagen bepaalt de hardheid, hoe dichter de aparte vezeltjes op elkaar zitten hoe harder het materiaal. Het oppervlak heeft vaak een hoge metaalachtige glans en het wordt als zodanig ook gebruikt in sieraden.

Bloedsteen is waarschijnlijk gevormd uit gels van oorspronkelijk goethiet in gossans, die door temperatuur verhoging al het geabsorbeerde water zijn kwijtgeraakt. Hydrothermale-, en gemetamorfoseerde afzettingen zijn ook mogelijkheden. Het komt bijna overal voor en geeft zijn rode kleur aan een verscheidenheid van, vooral sedimentaire-, afzettingen. De hardheid op de schaal van Mohs varieert sterk, maar voor bewerkbaar materiaal ligt die rond de 5. Dichtheid is ongeveer 5 en is ook afhankelijk van de structuur van het materiaal.

Categorie: Mineraal

Martiet

Martiet is een ijzererts dat ontstond door metamorfose van magnetiet. chemisch is het hematiet, mineralogisch wordt het martiet genoemd.

Source: Wikipedia