Allaniet

Het mineraal allaniet is een cerium-calcium-yttrium-aluminium-ijzer-silicaat met de chemische formule (Ce,Ca,Y)2(Al,Fe3+)3(SiO4)3(OH). Het sorosilicaat behoort tot de epidoot-groep.

Download our Free bookmarks organizing software today!

Search results for 'Allaniet':

More information on 'Allaniet':

Het mineraal allaniet is een cerium-calcium-yttrium-aluminium-ijzer-silicaat met de chemische formule (Ce,Ca,Y)2(Al,Fe3+)3(SiO4)3(OH). Het sorosilicaat behoort tot de epidoot-groep.

Het doorschijnend tot opake bruin tot roodbruine of zwarte allaniet heeft een glas- tot vetglans, een grijsbruine streepkleur en de splijting is imperfect volgens de kristalvlakken [100] en [001]. Allaniet heeft een gemiddelde dichtheid van 3,75 en de hardheid is 5,5. Het kristalstelsel is monoklien en het mineraal is zwak radioactief. De gamma ray waarde volgens het American Petroleum Institute is 27.438,55.

Het mineraal allaniet is genoemd naar de Schotse mineraloog T. Allan (1777 - 1833).

Allaniet is een zeldzaam mineraal dat voornamelijk voorkomt in metamorfe gesteenten. De typelocatie is Qaqarssuatsiaq in Groenland.

Categorieën: Mineraal | Sorosilicaat | Verbinding van cerium | Verbinding van calcium | Verbinding van yttrium | Verbinding van aluminium | Verbinding van ijzer

Cerium

Cerium is een scheikundig element met symbool Ce en atoomnummer 58. Het is een zilverwit lanthanide.

Cerium is in 1801 ontdekt door de Zweedse wetenschappers Jöns Jacob Berzelius en Wilhelm von Hisinger. Tegelijkertijd en onafhankelijk daarvan werd het element ook ontdekt door de Duitser Martin Heinrich Klaproth.

Cerium is door Berzelius vernoemd naar de planetoïde Ceres, welke twee jaar eerder werd ontdekt.

In de industrie wordt cerium vooral gebruikt bij het maken van legeringen met aluminium en zirkonium. Andere toepassingen zijn:

In de petrochemische industrie wordt ceriumoxide gebruikt bij het kraken van olie.

Yttrium

Yttrium is een scheikundig element met symbool Y en atoomnummer 39. Het is een zilverwit overgangsmetaal.

In 1794 is yttriumoxide (Y2O3) ontdekt in het mineraal gadoliniet door de Finse chemicus en geoloog Johann Gadolin. Later is het in 1828 voor het eerst geïsoleerd door Friedrich Wohler door yttriumcloride (YCl3) te reduceren met kalium.

Het element is vernoemd naar de Zweedse stad Ytterby. In de omgeving werden en worden lanthanidehoudende mineralen gevonden waarin ook vaak yttrium wordt aangetroffen. Andere elementen die naar deze stad zijn vernoemd zijn erbium, terbium en ytterbium.

Yttrium en europium worden in fosforverbindingen veelvuldig toegepast in kleurentelevisies voor de rode pixels. Andere toepassingen zijn:

Een andere belangrijke toepassing van yttrium is in YAG-lasers. Hierin vormen yttrium-aluminium kristallen waarbij een klein deel van de yttrium atomen is vervangen door neodymium een belangrijk onderdeel.

Silicaat

Nesosilicaat -- Inosilicaat -- Sorosilicaat -- Cyclosilicaat -- Tectosilicaat -- Fylosilicaat

Categorie: Silicaat

Sorosilicaat

Een sorosilicaat is een silicaat dat is opgebouwd uit geïsoleerde dubbele silica tetraeders, die groepen van Si2O7 vormen. Die dubbele tetraeders worden verbonden door niet-silica ionen bij de zes vrije zuurstof atomen. Voorbeelden van sorosilicaten zijn vesuvianiet en epidoot.

Nesosilicaat -- Inosilicaat -- Sorosilicaat -- Cyclosilicaat -- Tectosilicaat -- Fylosilicaat

Categorie: Sorosilicaat

Epidoot

De mineralengroep epidoot bestaat uit een aantal sorosilicaten, waarvan de belangrijkste het mineraal epidoot is. Het mineraal epidoot is een calcium-ijzer-aluminium-silicaat met de chemische formule Ca2(Fe3+,Al)Al2(SiO4)(Si2O7)O(OH).

Het geel- tot bruingroene, grijze of zwarte epidoot heeft een glasglans, een grijswitte streepkleur en de splijting is perfect volgens kristalvlal [001]. Het kristalstelsel is monoklien. De gemiddelde dichtheid is 3,45 en de hardheid is 7. Epidoot is niet radioactief.

De naam epidoot is afgeleid van het Griekse epidosis, dat "toevoeging" betekent.

Epidoot is een wereldwijd zeer veel voorkomend mineraal, met name in contact metamorfe gesteenten. Het wordt gevormd in kristallijne kalksteen en in schisten. Vooral in de Knappenwand, bij de Großvenediger in het Untersulzbachthal, Salzburg (Oostenrijk) worden mooie epidootkristallen gevonden.

Categorieën: Mineraal | Sorosilicaat | Verbinding van calcium | Verbinding van ijzer | Verbinding van aluminium

Radioactiviteit

Radioactiviteit, ook wel activiteit genoemd, is een natuurkundig fenomeen: bepaalde isotopen zijn instabiel en veranderen (desintegreren) spontaan in een andere atoomsoort. Dit noemt men radioactief verval.

Bij dit proces zenden ze straling uit. Na de desintegratie is de atoomkern veranderd van samenstelling, met name in de aantallen protonen en neutronen. Zo ontstaat een atoom van een andere atoomsoort, hetzij een andere isotoop van hetzelfde element, hetzij een ander element.

In sommige situaties is het desintegratieproduct, ook wel het dochternuclide genoemd, zelf ook weer instabiel. Het proces gaat door totdat de ontstane atoomkern in een stabiele vorm is geraakt. Men spreekt dan van een vervalketen.

Aan de ontdekking van en het onderzoek van radioactiviteit hebben veel mensen hun naam verbonden. Enkele van de voornaamste zijn:

Radioactiviteit wordt uitgedrukt in becquerel (Bq). Als er van een stof 1 atoom per seconde vervalt (desintegreert) is die stof een radioactieve bron (stralingsbron) met een sterkte van 1 becquerel.

Gamma ray (straling)

De gamma ray waarde is een maat voor de natuurlijke radioactiviteit van een gesteente of mineraal. De technische standaards die gelden voor gamma ray metingen, zijn opgesteld door het American Petroleum Institute en de officieuze "eenheid" van deze metingen is dan ook API. Hoewel de naam voor deze waarde gamma ray is, is het niet zuiver gammastraling die door de radioactieve mineralen wordt uitgezonden, dit kunnen ook andere deeltjes omvatten.

Binnen de olie-industrie wordt de gamma ray waarde van gesteente gebruikt om het type gesteente grofweg te bepalen. Door middel van gevoelige metingen in het boorgat (logging) wordt informatie verkregen over de natuurlijke radioactiviteit. Schalie bevat vaak zwak radioactieve mineralen, naast kleimineralen zijn dat voornamelijk biotiet of andere mica's. Ook zandsteen kan radioactieve sporenelementen bevatten, meestal in zogenaamde "vuile zandstenen" (met veel niet-siliciklastisch materiaal). Het kalium-zout sylviet veroorzaakt relatief hoge gamma ray waardes en is daarmee een indicator tegenover het niet radioactieve haliet.

Categorieën: Straling | Olie-industrie

Mineralogie

De mineralogie of delfstofkunde is de tak binnen de aardwetenschappen die zich richt op de systematische studie van mineralen, hun voorkomen, ontstaan, metamorfose en rol in de geologie.

De International Mineralogical Association (IMA) is een organisatie waarvan de leden de mineralogen uit de verschillende landen vertegenwoordigen. Haar activiteiten omvatten het beheer van de namen van mineralen (via de Commissie van nieuwe mineralen en mineraalnamen) en het bijhouden van een database van mineralen.

In 2004 zijn er ongeveer 4000 soorten mineraal erkend door de IMA. Hiervan kunnen er ongeveer 150 als "overvloedig", nog eens 50 als "incidenteel", en de rest als "zeldzaam" tot "zeer zeldzaam" worden beschouwd.

Zie de lijst van mineralen voor meer informatie.

Categorie: Mineralogie

Metamorf gesteente

Metamorf gesteente is gekristalliseerd of gemetamorfoseerd op grote diepte onder het aardoppervlak, of door hoge temperatuur. De stollings- en metamorfe gesteenten worden gevormd door middel van endogene processen, de sedimentgesteenten door exogene processen.

De hoofdindeling van gesteenten is stollingsgesteenten, afzettingsgesteenten en metamorfe gesteenten.

Categorie: Geologie

Source: Wikipedia