Zinkblende

Het mineraal zinkblende, ook wel sphaleriet of sfaleriet genoemd is de belangrijkste bron voor de winning van zink. Het mineraal bestaat grotendeels uit ZnS, zinksulfide en bevat rond de 67% zink. Het mineraal kan echter ook grote hoeveelheiden ijzer bevatten. Cadmium kan ook in winbare hoeveelheden voorkomen. Het mineraal bevat vaak insluitsels van chalcopyriet (CuFeS2).

Download our Free bookmarks organizing software today!

Search results for 'Zinkblende':

More information on 'Zinkblende':

Het mineraal zinkblende, ook wel sphaleriet of sfaleriet genoemd is de belangrijkste bron voor de winning van zink. Het mineraal bestaat grotendeels uit ZnS, zinksulfide en bevat rond de 67% zink. Het mineraal kan echter ook grote hoeveelheiden ijzer bevatten. Cadmium kan ook in winbare hoeveelheden voorkomen. Het mineraal bevat vaak insluitsels van chalcopyriet (CuFeS2).

Sfaleriet komt regelmatig voor als verontreiniging in looderts.

Het mineraal heeft een hardheid van 3,5 - 4, en een soortelijke massa van 3,9 - 4,1. De geringe hardheid maakt dat het mineraal voor sieraden niet geschikt is.

Zinkblende is heeft een kubische kristalstructuur met als ruimtegroep F-43m. Het kan bestaan uit tetrahedrale of dodecahedrale kristallen, maar het heeft doorgaans geen mooie kristalvormen (anhedrisch).

Splijting vindt plaats volgens het kristalvlak {110}. Vertweelinging volgens de as [111].

Habitus

Habitus betekent verschijningsvorm. Het wordt als technische term in verschillende vakgebieden gebruikt.

Afhankelijk van welke richtingen van een kristal het snelste groeien wordt de uiterlijke vorm van het macroscopische kristal uiteindelijk bepaald. Deze vorm heet de habitus van het kristal. Het zijn de kristalvlakken die het langzaamste groeien, die aan het oppervlak overblijven; de andere vlakken "groeien eruit".

De kinetiek van de kristalgroei hangt sterk van uitwendige factoren af, bijvoorbeeld de aan- of afwezigheid van verontreinigingen in de oplossing of de smelt waaruit het kristal groeit, de temperatuur en de druk. Een mineraal kan dus best op de ene vindplaats met de ene habitus (bijvoorbeeld een kubus) en op de andere met een andere (bijvoorbeeld een octaëder) gevonden worden. De inwendige structuur is dan echter nog steeds hetzelfde.

De hoeken die de kristalvlakken met elkaar maken liggen vast door de kristalstructuur, dat wil zeggen de inwendige symmetrie. Een bepaald mineraal kan dus maar één bepaald stel hoeken vertonen.

Categorie: Materiaalkunde

Cadmium

Cadmium is een scheikundig element met symbool Cd en atoomnummer 48. Het is een zilvergrijs overgangsmetaal.

Cadmium werd in 1817 ontdekt door de Duitse chemicus Friedrich Strohmeyer als een onzuiverheid in het mineraal calamiet (zinkcarbonaat). Gedurende zo'n 100 jaar was Duitsland het enige land ter wereld dat op grote schaal cadmium produceerde.

Alhoewel vandaag de dag bekend is dat cadmium en cadmiumverbindingen uiterst giftig zijn, stelde de Britse Pharmaceutical Codex in 1907 dat cadmiumjodide in de geneeskunde toegepast kon worden ter bestrijding van enkele ziekten.

In 1927 is door de International Conference on Weights and Measures de meter geherdefinieerd op basis van de rode spectrumlijn van cadmium. In 1960 is de definitie opnieuw herzien (zie krypton).

De naam cadmium is afkomstig van het Latijnse cadmia.

Chalcopyriet

Het mineraal chalcopyriet is een koper-ijzer-sulfide met de chemische formule CuFeS2.

De kleur van het mineraal is messinggeel, soms ook wat groenig. Vaak zijn als gevolg van oxidatie aan het oppervlak een grote verscheidenheid aan kleuren te zien en het heeft een slechte splijting. De streepkleur van het opake chalcopyriet is groenig zwart Het mineraal heeft een tetragonale kristalstructuur, met de ribben: a=52.5 nm, c=103.2nm. De structuur lijkt zeer veel op die van sfaleriet (zinkblende).

Het mineraal is genoemd naar het Griekse woord chalcos en pyriet ("koper"-pyriet), naar de kleuren die chalcopyriet vaak vertoont.

Chalcopyriet is een van de meest voorkomende sulfides, en is algemeen voorkomend in een grote hoeveelheid sulfidische ertsen. Het geld ook als een der belangrijkste koper-ertsmineralen.

Categorieën: Mineraal | Sulfide

Galena

Het mineraal galeniet of loodglans (ook wel galena) is een lood-sulfide met de chemische formule PbS.

De galenietkristallen zijn over het algemeen kubisch, maar soms octahedrisch. Het mineraal komt vaak voor samen met sphaleriet (zinkblende) en fluoriet (vloeispaat).

Afzettingen van galeniet worden aangetroffen in Duitsland, Frankrijk, Roemenië, Oostenrijk, België, Italië, Spanje, Schotland, Engeland, Australië en Mexico. In de Verenigde Staten komt het mineraal voor in Missouri, Illinois, Iowa, Kansas, Oklahoma, Colorado, Idaho, Utah, Montana, en Wisconsin. Galeniet wordt primair aangetroffen in hydrothermale aders en rond pegmatieten, alsook in aders in kalksteen en dolomiet samen met sfaleriet.

Galeniet was bij de Babyloniërs al bekend, en bij de Romeinen was het een begeerde stof zoals het gebruik in de aquaducten aantoont. De naam galena voor loodglans is van Romeinse oorsprong. In het oude Egypte werd het mineraal gebruikt in kralen.

Galeniet is een belangrijk looderts. Verder vindt het ook toepassing als zilvererts in de zilerindustrie door insluitingen van argentiet, waarbij lood een bijproduct is. Omwille van de speciale elektrische eigenschappen werd in de pionierstijd van de radio gebruikt voor het maken van elektrische componenten in radio's. Omwille van zijn donkergrijze kleur werd galeniet als pigment gebruikt. Zo werd gemalen galeniet als oogschaduw gebruikt in vele Arabische landen.

Pyriet

Het mineraal pyriet is een ijzer-sulfide en heeft de samenstelling FeS2. Het mineraal is een belangrijk ijzer- en zwavelerts. Het vormt vaak goed gevormde kristallen in de vorm van een kubus met karakteristieke striaties en met een goudachtige glans. Het wordt wel 'gekkengoud' ('fool's gold') genoemd omdat het soms voor goud aangezien werd. Omdat het in ruime mate voorkomt kan dit de illusie van grote rijkdom wekken. Het wordt gevonden samen met andere sulfidische mineralen, maar ook met oxiden, in kwartsaders, in afzettingsgesteenten in koolbedden en als vervangingsmineraal in fossielen. Pyriet is een toeslagproduct in de staalproductie

Pyriet is een disulfide met zwavelparen (S2)2- en Fe2+ ionen in een oktaëdrische omringing in een t2g6 lage spin toestand. Ten gevolge van het feit dat beide ionen een gesloten configuratie bezitten is het een halfgeleider.

Bij de verwering van pyriet ontstaan ijzerhydroxiden, waarbij ook zwavelzuur vrijkomt. Dit zuur kan dan reacties aangaan met andere mineralen en daardoor leiden tot de vorming van bijvoorbeeld gips, aluniet en jaroniet.

Een belangrijke vindplaats van pyriet is het eiland Elba.

De naam pyriet is zeer oud, afgeleid van het oude Indo-europese woord pyr (vuur, vgl. bijv. pyrotechnicus voor vuurwerkkunstenaar of Engels: pyre=brandstapel), omdat men vonken kon maken door pyriet tegen vuursteen of ijzer aan te slaan. Vandaag de dag verstaan we onder vuursteen iets heel anders (een bepaalde vorm van SiO2).

Source: Wikipedia