Brushiet

Het mineraal brushiet is een gehydrateerd calcium-fosfaat, met de chemische formule CaHPO4·2H2O.

Download our Free bookmarks organizing software today!

Search results for 'Brushiet':

More information on 'Brushiet':

Het mineraal brushiet is een gehydrateerd calcium-fosfaat, met de chemische formule CaHPO4·2H2O.

Het mineraal is kleurloos, wit, witgeel tot geel en heeft een gemiddelde dichtheid van 2,328. De hardheid is 2,5 en brushiet is niet radioactief.

Brushiet is genoemd naar de Amerikaanse mineraloog George Jarvis Brush (1831-1912).

Het mineraal wordt gevonden in guanorijke grotten en wordt gevormd door de interactie van guano met calciet en klei met een lage pH.

Categorieën: Mineraal | Fosfaat

Fosfaat

Fosfaat (PO43-) is de vorm waarin fosfor het meest in mineralen voorkomt.

Fosfaat is samen met stikstof het belangrijkste bestanddeel van kunstmest. Wanneer er te veel van beide in het oppervlaktewater terecht komt, leidt dit tot hypoxie. Vaak zijn de effecten pas op zee, in de kustwateren, te bemerken omdat daar een geringere stroom is dan in de rivieren.

De streng van RNA en DNA bestaat uit fosfaat- ester groepen en (deoxy)ribosen.

De grootste fosfaatopslagplaatsen ter wereld liggen in de Verenigde Staten en in Nauru. Van het laatstgenoemde land wordt het fosfaat als dat van de beste kwaliteit ter wereld gezien.

In water bevordert het, samen met andere voor algengroei nodige elementen(o.a. de sporenelementen), de groei van algen die zuurstof aan het water onttrekken. Vroeger zat het in wasmiddelen maar door de invoering van fosfaatvrije wasmiddelen is de hoeveelheid fosfaten in meren en waterlopen de laatste jaren verminderd.

Calciet

Het mineraal calciet (ook wel kalkspaat) is een calcium-carbonaat met de samenstelling CaCO3. Het behoort tot de ruimtegroep R-3c en is één van de meest voorkomende mineralen.

Het heeft een rhomboëdrische structuur en wordt soms als rhomboëdrische prisma's gevonden, maar het komt ook vaak in andere vormen voor zoals scalenoëdra of in vezel-, korrel- of kompakte vorm. De kristalstructuur is in hoofdzaak functie van de temperatuur, graad van oververzadiging in de nabije omgeving van het kristal en de CO2-druk. De calciet structuur is de stabiele modificatie van CaCO3 bij kamertemperatuur. Er is een andere vorm aragoniet die bij 743K in calciet overgaat.

In zuiver kristallijne vorm is calciet helder, kleurloos doorschijnend, maar door onzuiverheden kan het allerlei kleuren aannemen, zoals grijs, blauw, violet en zelfs zwart. Vaak is het ook ondoorzichtig wit. Het mineraal kan zowel fosforescentie als fluorescentie vertonen. De hardheid is per definitie 3.

Calciet is sterk dubbelbrekend. Deze optische eigenschap werd het eerst beschreven door Rasmus Bartholin toen de prachtige IJslandse vorm van het mineraal, die uit grote glasheldere rhomboëders bestaat, beschikbaar werd.

Calciet is een algemeen bestanddeel van sedimentaire gesteenten, van aders en in afzettingen in hete bronnen en spelonken in karstgebieden (als druipsteen). Het is het mineraal dat kalksteen vormt en daarmee het meest voorkomende mineraal van biologische oorsprong. Calciet is het hoofdbestanddeel van kalksteen, krijtgesteente en marmer en is het een belangrijk bestanddeel van mergel, kalkhoudende zandsteen en kalkschalies.

Klei

Klei is een grondsoort die bestaat uit kleine, platige deeltjes.

Kleideeltjes zijn kleiner dan 0,002 mm. Klei bestaat uit kleimineralen, waarvan vele soorten bestaan. Kleigronden zijn, vergeleken met zand, slecht waterdoorlatend. In droge tijden houden ze veel langer water vast, maar in natte tijden verdrinken gewassen eerder. Ook hebben kleigronden minder last van uitspoeling dan zandgronden. Hierdoor houden ze beter voedselstoffen voor planten vast en zijn ze over het algemeen voedselrijk. Pogingen om in het kader van natuurbeheer kleigronden te verschralen zijn nutteloos of moeten zeer lange tijd worden volgehouden.

Klei komt in Nederland voornamelijk voor in de kuststreken (zeeklei) en langs de rivieren (rivierklei). Kleigronden die ontwaterd worden, komen lager te liggen, doordat het water dat zorgde voor meer ruimte tussen de kleideeltjes verdwenen is en de kleideeltjes dichter op elkaar komen te zitten. Dit verschijnsel wordt bodemdaling of inklinking genoemd.

Sommige kleisoorten, zoals potklei, worden gebruikt voor aardewerk, keramiek of baksteen. In de dijkenbouw en andere civieltechnische constructies wordt zowel klei als keileem gebruikt.

Klei die een zekere hoeveelheid water bevat, kan men kneden in elke gewenste vorm. Laat men de klei hierna opdrogen, dan wordt deze hard. Door wateropname kan de klei echter dan nog weer zacht worden. Als klei echter gebakken wordt in een voldoende hete oven bij een temperatuur van 900 graden, wordt hij hard omdat de kleideeltjes aan elkaar sinteren. Dit is een onomkeerbaar proces: de gebakken klei wordt niet meer zacht, ook niet als er weer water aan wordt toegevoegd.

PH

Bufferoplossing

Systematische naamgeving zuren

Redoxreactie

Zuren:

Basen:

Source: Wikipedia