Zinalsiet

Het mineraal zinalsiet is een gehydrateerd-zink-aluminium-silicaat met de chemische formule Zn2AlSi2O5(OH)4·2(H2O). Het fylosilicaat behoort tot de serpentijn-groep.

Download our Free bookmarks organizing software today!

Search results for 'Zinalsiet':

More information on 'Zinalsiet':

Het mineraal zinalsiet is een gehydrateerd-zink-aluminium-silicaat met de chemische formule Zn2AlSi2O5(OH)4·2(H2O). Het fylosilicaat behoort tot de serpentijn-groep.

Het witte, roze of roodbruine zinalsiet heeft een glasglans, een witte streepkleur en de splijting van het mineraal is onbekend. Het kristalstelsel is monoklien. Zinalsiet heeft een gemiddelde dichtheid van 3,007, de hardheid is 2,5 tot 3 en het mineraal is niet radioactief.

De naam van het mineraal zinalsiet is afgeleid van de samenstelling; de elementen zink, aluminium en silicium.

Het mineraal zinalsiet wordt gevormd als verweringsproduct van zink-afzettingen. De typelocatie is gelegen in Kazachstan.

Categorieën: Mineraal | Fylosilicaat | Verbinding van zink | Verbinding van aluminium

Hydraat

Een hydraat is een stof waarin water in sterke binding opgenomen is. Zo zijn er zouthydraten, maar ook hydraten van methaan, en 'legeringen' tussen ijs of zeer koud water (rond het vriespunt) en gassen (gashydraten). Methaanhydraten kunnen spontaan gevormd worden als aardgas met water onder hoge druk bij niet al te hoge temperaturen opgeslagen of getransporteerd wordt. Deze combinatie van materialen komt bijvoorbeeld voor in de transportleidingen van offshore productieplatforms naar de kust. Omdat methaanhydraat een vaste stof is, kan het deze transportleidingen verstoppen. Om hydraatvorming tegen te gaan wordt bij vervoer van ongereinigd aardgas altijd een middel toegevoegd dat het water bindt. Glycol is een veel gebruikt middel, methanol wordt gebruikt als er al hydraatvorming opgetreden is. Bij het ontvangstpunt wordt het water uit het glycol gekookt en het zuivere glycol teruggestuurd voor hergebruik.

Het vermoeden bestaat dat zich op de bodem van de oceanen hydraatafzettingen bevinden, dit is echter nog niet aangetoond. Het spontaan uitéénvallen van zo'n afzetting in water en gas zou dan een verklaring kunnen zijn voor anderszins onverklaarbare schipbreuken zoals in de Bermuda driehoek voorkomen.

Categorie: Chemische stof

Silicaat

Nesosilicaat -- Inosilicaat -- Sorosilicaat -- Cyclosilicaat -- Tectosilicaat -- Fylosilicaat

Categorie: Silicaat

Fylosilicaat

Een fylosilicaat is een silicaat waarbij de silica tetraeders volgens een platige structuur gerangschikt zijn. Tussen twee vlakken met silica tetraeders heerst een zwakke binding tussen vrije zuurstofatomen. Door deze structuur splijten fylosilicaten heel makkelijk.

Voorbeelden van fylosilicaten zijn mica's als muscoviet en biotiet en kleimineralen.

Nesosilicaat -- Inosilicaat -- Sorosilicaat -- Cyclosilicaat -- Tectosilicaat -- Fylosilicaat

Categorie: Fylosilicaat

Serpentijn

Het mineraal serpentijn of clinochrysotiel is een magnesium-ijzer-silicaat met de chemische formule (Mg, Fe)3Si2O5(OH)4. Het behoort tot de fylosilicaten.

Het amorfe mineraal kan rood, geel, wit en groen zijn. De groene kleur is typisch voor het mineraal in het mantelgesteente serpentiniet. De hardheid is 2,5 tot 4, afhankelijk van de samenstelling en serpentijn heeft een gemiddelde dichtheid van 2,59.

Het mineraal serpentijn is, net als het gesteente serpentiniet, genoemd naar het Latijnse woord serpens, dat "slang" betekent. De vorm waarin de mineralen gegroeid zijn in het gesteente doet denken aan de vorm van een slang. Ook werd het vroeger wel gebruikt als geneesmiddel tegen slangebeten. De andere naam voor serpentiniet, clinochrysotiel, is afgeleid van de Griekse woorden clinos, chrysos en tilos (respectievelijk "krom, scheef", "goud" en "vezel"). Het wordt zo genoemd door de goudkleurige vezelige structuur dat het mineraal kan aannemen.

Serpentijn is een indicatief mineraal voor serpentiniet, een veelal door hydrothermale activiteit omgezette peridotiet. Onder invloed van druk en temperatuur zijn de olivijn en pyroxeen uit het mantelgesteente omgezet in serpentijn. Dit noemt men wel serpentinitisatie. De chemische reactievergelijking is:

4Mg2SiO4 (olivijn) + 4H2O (l) + 2CO2 (aq) --> Mg6Si4O10(OH)8 (serpentijn) + 2MgCO3 (magnesiet)

Radioactiviteit

Radioactiviteit, ook wel activiteit genoemd, is een natuurkundig fenomeen: bepaalde isotopen zijn instabiel en veranderen (desintegreren) spontaan in een andere atoomsoort. Dit noemt men radioactief verval.

Bij dit proces zenden ze straling uit. Na de desintegratie is de atoomkern veranderd van samenstelling, met name in de aantallen protonen en neutronen. Zo ontstaat een atoom van een andere atoomsoort, hetzij een andere isotoop van hetzelfde element, hetzij een ander element.

In sommige situaties is het desintegratieproduct, ook wel het dochternuclide genoemd, zelf ook weer instabiel. Het proces gaat door totdat de ontstane atoomkern in een stabiele vorm is geraakt. Men spreekt dan van een vervalketen.

Aan de ontdekking van en het onderzoek van radioactiviteit hebben veel mensen hun naam verbonden. Enkele van de voornaamste zijn:

Radioactiviteit wordt uitgedrukt in becquerel (Bq). Als er van een stof 1 atoom per seconde vervalt (desintegreert) is die stof een radioactieve bron (stralingsbron) met een sterkte van 1 becquerel.

Silicium

Silicium of kiezel is een scheikundig element met symbool Si en atoomnummer 14. Het is een donkergrijs metalloïde.

Silicium is voor het eerst geïdentificeerd door Antoine Lavoisier in 1787. Later werd het door Humphry Davy aangezien voor een verbinding. Pas in 1811 werd duidelijk dat het tóch om een element ging, toen Louis Gay-Lussac onzuiver amorf silicium verkreeg door siliciumtetrafluoride te verhitten in aanwezigheid van kalium. In 1824 maakte Jöns Jacob Berzelius zuiver silicium door dezelfde methode als Lussac te gebruiken, maar door daarna het product meerdere malen uit te wassen. Z'n naam heeft silicium te danken aan het Latijnse Silex, "vuursteen". In 1854 bereidde Henri Saint-Claire Deville voor het eerst kristallijn silicium, de tweede allotrope vorm waarin silicium voorkomt.

De high-tech regio Silicon Valley in Californië is vernoemd naar silicium, omdat silicium een belangrijke grondstof is voor halfgeleiders.

Silicium wordt in veel takken van industrie gebruikt. Siliciumdioxide wordt in de vorm van zand of klei gebruikt voor de productie van veel bouwmaterialen. Voor planten en dieren is silicium van essentieel levensbelang voor het opbouwen van celwanden. Andere industrietakken die veelvuldig gebruikmaken van silicium zijn:

Daarnaast zijn er nog tal van andere toepassingen van silicium in de industrie.

Zinalsiet

Het mineraal zinalsiet is een gehydrateerd-zink-aluminium-silicaat met de chemische formule Zn2AlSi2O5(OH)4·2(H2O). Het fylosilicaat behoort tot de serpentijn-groep.

Het witte, roze of roodbruine zinalsiet heeft een glasglans, een witte streepkleur en de splijting van het mineraal is onbekend. Het kristalstelsel is monoklien. Zinalsiet heeft een gemiddelde dichtheid van 3,007, de hardheid is 2,5 tot 3 en het mineraal is niet radioactief.

De naam van het mineraal zinalsiet is afgeleid van de samenstelling; de elementen zink, aluminium en silicium.

Het mineraal zinalsiet wordt gevormd als verweringsproduct van zink-afzettingen. De typelocatie is gelegen in Kazachstan.

Categorieën: Mineraal | Fylosilicaat | Verbinding van zink | Verbinding van aluminium

Source: Wikipedia