Uraniniet

Het mineraal uraniniet, gewoonlijk pekblende genoemd, is het belangrijkste uranium-oxide met de chemische formule UO2.

Download our Free bookmarks organizing software today!

Search results for 'Uraniniet':

More information on 'Uraniniet':

Het mineraal uraniniet, gewoonlijk pekblende genoemd, is het belangrijkste uranium-oxide met de chemische formule UO2.

Het vrijwel opake grijze tot zwarte uraniniet heeft een donkerbruine streepkleur, een submetallische glans en een goede splijting volgens onbekend kristalvlak. De gemiddelde dichtheid is 8,72 en de hardheid is 5 tot 6. Het kristalstelsel is isometrisch en het mineraal is zeer sterk radioactief. Het heeft een API gamma ray waarde van 6.010.359,61.

De naam van het mineraal uraniniet is afgeleid van de samenstelling.

Uraniniet wordt voornamelijk gevormd in pegmatieten van granitische en syenitische samenstelling. Ook in hydrothermale aders van hoge temperatuur wordt uraniniet gevormd. De typelocaties zijn de zuidelijke delen van het Canadese Precambrische schild, met name Bancroft in Ontario en New Hampshire in de Verenigde Staten en de goud-houdende conglomeraten van Transvaal, Zuid-Afrika.

Categorieën: Mineraal | Oxide | Verbinding van uranium

Uranium

Uranium of uraan is een scheikundig element met symbool U en atoomnummer 92. Het is een metalliek grijs actinide.

Uranium werd in 1789 ontdekt door de Duitse scheikundige Martin Heinrich Klaproth in het mineraal pekblende. Het element werd genoemd naar de planeet Uranus, die acht jaar eerder was ontdekt.

De zoektocht naar en ontginning van radioactieve ertsen begon in de Verenigde Staten aan het begin van de 20e eeuw. Er werden toen bronnen van radium gezocht, voor gebruik in lichtgevende verf voor wijzers in horloges en dergelijke. Radium werd gevonden in uraniumerts. In 1917 werd het belangrijkste uraniumisotoop, 235U, ontdekt door Auguste Piccard. Uranium werd voor de defensie-industrie van belang gedurende de Tweede Wereldoorlog. In 1943 werd in Colorado uranium gewonnen voor het Manhattanproject. Rond 1960 nam de behoefte aan militair uranium in de Verenigde Staten af door de nucleaire ontwapening. Tegelijkertijd kwam er meer behoefte aan uranium voor gebruik in kernreactoren.

Naast het genoemde gebruik van verrijkt uranium in kernwapens en kernreactoren wordt verarmd uranium gebruikt als contragewicht in vliegtuigen (zie Bijlmerramp), als afschermingsmateriaal van ioniserende straling en in munitie. In Nederland is het gebruik van munitie met verarmd uranium op de oefenterreinen Vliehors en Noordvaarder sinds 1993 niet meer toegestaan.

Na raffinage is uranium een zilverwit licht radioactief metaal dat iets zachter is dan staal. Het is buigzaam, vervormbaar en een beetje paramagnetisch en heeft een zeer hoge dichtheid; 65% dichter dan lood. Als fijn verdeeld poeder reageert uranium met koud water en bij aanwezigheid van zuurstof wordt het langzaamaan bedekt met een laagje uraniumoxide.

Pegmatiet

Pegmatiet is een ganggesteente, vaak ontstaan uit felsisch (zuur, hoog SiO2 gehalte) vulkanisme, dat zeer grote kristallen (tot 10 meter doorsnede) kan bevatten.

Kenmerkend voor een pegmatiet is het voorkomen van zeldzame mineralen als aquamarijn, toermalijn, topaas, fluoriet, apatiet en wolfraam. Vooral mineralen die lithium bevatten, ontstaan in pegmatieten omdat een pegmatiet de laatst kristalliserende elementen opneemt.

Pegmatiet is genoemd naar het Latijnse woord pegma, dat "schavot" of "boekenkast" betekent.

Overal waar magma stolt onder het aardoppervlak, ontstaat stollingsgesteente. In gebieden waar een deel van het magma nog vloeibaar blijft, zijn er kristallen die "drijven" en aangroeien in de smelt die langzaam en als laatste uitkristalliseert. Als pegmatieten ontsloten raken aan het oppervlak, zijn er vaak erg mooie en grote kristallen te vinden. Dit is het geval in Brazilië, maar ook op kleinere schaal op Cap de Creus, Catalonië, Spanje.

Omdat pegmatieten zeldzame aardelementen als lithium, beryllium en tantalium bevat, is het voor de industrie een interessant gesteente om te mijnen. Ook edelstenen worden in pegmatieten gevonden.

Graniet

Graniet is een zuur (of felsisch) stollingsgesteente dat voornamelijk bestaat uit drie mineralen; kwarts, veldspaten (kaliveldspaat en plagioklaas) en mica's (muscoviet en/of biotiet). Ook amfibool komt in graniet voor.

De onderlinge verhouding van de mineralen verschilt, maar doorgaans is kwarts de dominante component (ongeveer 50%). Het kwarts is meestal (melk-)wit, het veldspaat kan gekleurd zijn (crème, roze) en de glimmers zijn meestal bruin of lichtgrijs van kleur.

Graniet is een stollingsgesteente en dat wil zeggen dat het is gevormd bij het ondergronds stollen van magma. (Dit in tegenstelling tot een uitvloeiïngsgesteente zoals basalt dat dichtbij of aan het aardoppervlak gestold is.) Doordat graniet op diepte gestold is, hebben de mineralen bij langzame afkoeling de tijd gehad om kristallen te vormen. Een gesteente dat nog langzamer stolt, meestal in de "armen" van een magmakamer, wordt pegmatiet genoemd. Als graniet wordt blootgesteld aan zeer hoge drukken en temperaturen, verandert het in gneis, een metamorf gesteente.

Het woord komt van het Latijnse woord granus, dat korrel betekent. Het verklaart het vaak korrelige uiterlijk van graniet. Strikt genomen klopt dit niet, omdat een stollingsgesteente niet bestaat uit korrels (wat typisch is voor een sedimentair gesteente). Grofkristallijn zou een betere benaming zijn.

Graniet komt voor in sommige delen van België, al is daar het meeste graniet commercieel al gewonnen. Sommige zwerfstenen in Noord-Nederland bestaan uit graniet, meestal uit Noorwegen of Zweden. (De meeste zwerfstenen zijn in ieder geval granietachtige stollingsgesteenten).

Syeniet

Het gesteente syeniet is een grofkristallijn stollingsgesteente dat verzadigd is met SiO2, maar weinig tot geen kwarts bevat. Het behoort tot de dieptegesteenten.

De mineralen die voorkomen in syenieten zijn voornamelijk orthoklaas, biotiet, amfibool en pyroxeen. Naast orthoklaas kan syeniet ook plagioklaas bevatten. De kleur van het gesteente varieert van blauwgrijs of rood tot donkergroen of zwart. Uiterlijk lijkt het op graniet, het dieptegesteente waar het in feite de kwartsloze of kwartsarme variant van is.

De naam van het gesteente syeniet is afgeleid van de oude en Latijnse naam voor Aswan, Syene in Egypte.

Categorie: Stollingsgesteente

Precambrium

Het Precambrium is een term die in de geologische geschiedenis van de Aarde wordt gebruikt voor alle tijdperken ouder dan het Cambrium. Het Precambrium bevat daardoor alle tijd tussen het ontstaan van de Aarde (4560 miljoen jaar (of 4,56 Ga) geleden) en 542 Ma. Het Precambrium omvat twee eons:

Hoewel het Precambrium ongeveer 4 miljard jaar duurde en daarmee verreweg de langste tijdsaanduiding is uit de geschiedenis van de Aarde, is er weinig bekend over het Precambrium. Van wat wel bekend is, is een groot deel pas de laatste 50 jaar ontdekt.

Wanneer er voor het eerst leven was in het Precambrium is niet zeker. Waarschijnlijk ontstond de eerste levensvorm in het begin van het Archeïcum. Er zijn in het westen van Australië bacteriën gevonden die ouder zijn dan 3450 miljoen jaar. De eerste meercellige levensvorm ontstond in het Proterozoïcum, ongeveer 600 miljoen jaar geleden.

Rond 1 Ga, tijdens het Neoproterozoïcum, ontstond het supercontinent Rodinië dat ongeveer 750 miljoen jaar geleden uiteen viel in losse paleocontinenten.

Het Hadeïcum (4560 - 3800 Ma) wordt in sommige indelingen van de geologische tijdsschaal gebruikt om de periode aan te duiden tussen het ontstaan van de Aarde en het voorkomen van de eerste sedimentaire gesteenten.

Schild (geologie)

Met een schild of continentaal schild wordt in de geologie een groot aaneengesloten deel van een continent bedoeld waar basement gesteenten dagzomen (aan het oppervlak komen). Schilden bestaan qua landschapsvorm uit plateaux - hoger gelegen delen van continenten met relatief weinig reliëf. Structureel gezien kan een schild worden beschreven als een heel grote, licht alle kanten op dippende domevormige structuur.

De term schild werd voor het eerst gebruikt door de Duitse geoloog Eduard Suess in 1888. Suess noemde in Canada een groot platform van vlakliggende Paleozoïsche sedimentaire gesteenten die een Archeïsche metamorfe kern omringen het "Canadese schild". Later werden vergelijkbare geologische structuren op andere continenten ook schild genoemd.

Schilden bestaan in de praktijk altijd uit Precambrische gesteenten, hoewel dit per definitie niet zo hoeft te zijn. Schilden vormen vaak de kernen van continenten. Veel continenten zijn ontstaan door aangroei van continentale korst rondom de randen van een schild.

Zelf bestaan schilden meestal uit één of meerdere kratons, dat zijn kleine Archeïsche continenten. Als meerdere kratons een schild vormen worden ze meestal van elkaar gescheiden door oude orogenen.

Categorieën: Structurele geologie | Tektoniek

Goud

Goud is een scheikundig element met symbool Au (Latijn: Aurum) en atoomnummer 79. Het is een geel metalliek overgangsmetaal.

Goud wordt al lange tijd als waardevol metaal gezien. In Egyptische hiërogliefen van de 26e eeuw v. Chr. wordt al melding gemaakt van goud als betaalmiddel. Tot ongeveer halverwege de 20e eeuw werd goud nog veelvuldig gebruikt voor munten. Later werd het vervangen door papiergeld.

In de oudheid was goud niet alleen bekend als waardevol, maar ging er ook magie van uit en stond het symbool voor zuiverheid. Alchemisten zijn lange tijd op zoek geweest naar de steen der wijzen, om andere materialen te transformeren in goud. Zij zijn daar echter nooit in geslaagd en met huidige inzichten in de opbouw van atomen is dat goed te verklaren.

In de 19e eeuw zijn er vooral in de Verenigde Staten en Australië veel goudbronnen ontdekt, hetgeen de befaamde goldrushes tot gevolg had.

Het symbool van goud Au is de afkorting van het Latijnse aurum. De naam goud is een verbastering van de term jval uit het sanskriet.

Conglomeraat (geologie)

Conglomeraat is een sedimentair gesteente bestaand uit grind (groter dan 64 mm) in een fijnere matrix.

Een conglomeraat is een continentaal gesteente, gewoonlijk afgezet als afbraakproduct van gebergten. Het is afgezet in een rivieromgeving met een steile gradient of als fanglomeraat waarbij het gesteente direct wordt afgezet, zonder transport.

Een conglomeraat verschilt van een breccie doordat laatstgenoemde uit hoekige clasten bestaat en een conglomeraat uit afgeronde. Het verschil is gradueel.

Categorie: Sedimentair gesteente

Source: Wikipedia