Xocomecatliet

Het mineraal xocomecatliet is een koper-tellurium-oxide met de chemische formule Cu3(TeO4)(OH)4.

Download our Free bookmarks organizing software today!

Search results for 'Xocomecatliet':

More information on 'Xocomecatliet':

Het mineraal xocomecatliet is een koper-tellurium-oxide met de chemische formule Cu3(TeO4)(OH)4.

Het smaragdgroene xocomecatliet heeft een lichtgroene streepkleur en een orthorhombisch kristalstelsel. Het is blauwgroen pleochroïsch, heeft een gemiddelde dichtheid van 4,65 en een hardheid van 4. Het mineraal is niet radioactief.

De naam van het mineraal xocomecatliet is afgeleid uit de indianentaal Nahuatl, en betekent "druiventrossen". Het werd zo genoemd vanwege de vorm van de kristallen.

Het mineraal komt vooral voor in verweerde rhyolieten waar hydrothermale activiteit plaatsvond. De typelocatie is de Bambollita mijn in Moctezuma, Sonora, Mexico.

Categorieën: Mineraal | Oxide | Verbinding van koper | Verbinding van tellurium

Koper (element)

Koper is een scheikundig element met symbool Cu en atoomnummer 29. Het is een rood/geel overgangsmetaal.

Opgravingen in het noorden van wat tegenwoordig bekend is als Irak, hebben aangetoond dat koper al werd gebruikt rond 8700 v. Chr. Andere opgravingen wijzen uit dat men in 5000 v. Chr. koper al smolt en isoleerde uit koperhoudende mineralen zoals malachiet en azuriet.

Van de Sumeriërs en Egyptenaren is bekend dat zij rond 3000 v. Chr. koper smolten en gebruikten om brons te maken. Ook in China was het gebruik van koper bekend en zijn er zeer hoogwaardige bronzen voorwerpen uit 1200 v. Chr. gevonden. De in 1991 in de Oostenrijks/Italiaanse Alpen gevonden mummie Ötzi, die vermoedelijk omstreeks 3300 v. Chr. is gestorven, droeg gereedschap dat uit 99,7% zuiver koper bestond.

In de mythologie en alchemie werd koper vaak geassocieerd met de godheid Aphrodite vanwege de mooie glans. Om die reden werd koper vroeger onder andere gebruikt voor spiegels. De naam koper is vermoedelijk een verbastering van Cyprus.

Cyprus in de griekse term.

Tellurium

Telluur of tellurium is een scheikundig element met symbool Te en atoomnummer 52. Het is een zilvergrijs metalloïde.

Tellurium is in 1782 ontdekt door de Roemeense wetenschapper Franz Joseph Muller von Reichstein. 16 jaar later werd het in 1798 door Martin Heinrich Klaproth voor het eerst geïsoleerd en kreeg het element een naam.

Vanaf de jaren '60 werd tellurium steeds vaker gebruikt in thermo-elektrische apparaten en vrij machinaal bewerkt staal.

De naam tellurium is afkomstig van het Latijnse tellus dat aarde betekent.

Tellurium wordt veelal gebruikt in legeringen met andere metalen. Het wordt aan lood toegevoegd om het metaal wat sterker en duurzamer te maken en beter bestand tegen zwavelzuur. Wanneer tellurium wordt toegevoegd aan roestvrij staal wordt het eenvoudiger bewerkbaar. Andere toepassingen zijn:

Nahuatl

Nahuatl, met de klemtoon op de eerste lettergreep, (Nahuatl: Nahuatlahtolli, letterlijk 'heldere taal') is een taal die gesproken wordt door de Nahua, oorspronkelijke bewoners van het huidige Mexico. Het was ook de taal die gesproken werd door de Tolteken en Azteken. Het wordt gesproken door anderhalf miljoen mensen, die hoofdzakelijk in de staten Puebla, Veracruz, Hidalgo, Mexico en Guerrero leven. Nagenoeg alle Nahuatlsprekenden, behalve de alleroudsten, zijn tweetalig; naast Nahuatl heeft men een actieve kennis van het Spaans. Over het algemeen vertoont het moderne Nahuatl een sterke invloed van het Spaans.

Nahuatl behoort tot de Uto-Azteekse taalfamilie. Deze familie wordt door sommigen ingedeeld in een Amerindische taalfamilie, die vrijwel alle oorspronkelijke talen van Amerika zou omvatten, maar die theorie is niet onomstreden. Andere Uto-Azteekse talen zijn onder andere Ute, Comanche, Pima en Shoshone. Het Nahuatl is onderdeel van de zuidelijke subgroep van de Uto-Azteekse taalfamilie. Haar meest naaste verwant is het inmiddels uitgestorven Pochuteeks. Een nog naastere verwant is het Pipil dat in El Salvador wordt gesproken. Deze taal is echter een afsplitsing van het Nahuatl, vermoedelijk door Tolteekse emigranten. Vaak wordt het Pipil dan ook als dialect van het Nahuatl gezien.

Nahuatl is een agglutinerende taal. In het Nahuatl is er geen vast verschil tussen zinsdelen of woorden. Een woord in het Nahuatl bestaat meestal uit een prefix, vervolgens meerdere stamconcepten, en een suffix. Voorbeeld: nimitzittaz - tot ziens. Dit woord is opgebouwd rond itta, zien. Ni- geeft aan dat het om de eerste persoon enkelvoud gaat, dus "ik zie". -Mitz- is een zogenaamd prefixobject van de tweede persoon, met andere woorden: het lijdend voorwerp is 'jou', dus "ik zie jou". De -z tenslotte geeft aan dat het in de toekomstige tijd staat, dus "ik zal jou zien".

Men kan zoveel stamconcepten plaatsen als men wil, elk een lettergreep, zoals vereist, dus sommige Nahuatl woorden zijn erg lang. Een voorbeeld van zo'n lang woord is nehualmoyecastemojmolunijtzinutinemisquiöni uit het Tetelcingo Nahuatl. Het betekent "jullie eerbiedwaardige mensen hadden mee kunnen komen terwijl jullie met jullie neuzen slaan om ze te laten bloeden, maar in werkelijkheid deden jullie dat niet".[1] Dit soort lange woorden hebben er toe geleid dat Nahuatl een reputatie van onuitspreekbaarheid heeft, wat nog versterkt wordt door het feit dat in het Nahuatl lettercombinaties die voor Europeanen vreemd zijn (tl) veelvuldig voorkomen. Daarom wordt er in fictie wel eens pseudo-Nahuatl gebruikt. De agglutinatie betekent ook dat woorden gemaakt kunnen worden tijdens het spreekproces.

Nahuatl woorden die wij kennen in het Nederlands zijn onder meer "avocado", "axolotl", "chili", "chocolade", "coyote", en "tomaat". In het Spaans zijn maar liefst 200 woorden uit het Nahuatl opgenomen. Opvallend is ook dat ongeveer 250 woorden uit het Nahuatl in het Tagalog, een taal die op de Filipijnen wordt gesproken, zijn opgenomen. Dit komt doordat Mexico tijdens de koloniale periode uitgebreide handelscontacten met de Filipijnen onderhield.

Rhyoliet

Het stollingsgesteente rhyoliet is een uitvloeiingsgesteente met een felsische samenstelling, gedefinieerd als meer dan 68% silica.

Rhyoliet heeft, door het extrusieve ontstaan van het gesteente, kleine kristallen. Bij uitvloeiingsgesteenten koelt het aan het aardoppervlak gekomen magma (en vanaf dat moment lava genoemd) snel tot zeer snel af, waardoor er geen tijd is voor de mineralen om grote kristallen te ontwikkelen.

Rhyoliet bestaat doorgaans uit de mineralen kwarts, kaliveldspaat en plagioklaas. Sporen van meer mafische mineralen als biotiet, amfibool en pyroxeen kunnen aanwezig zijn in rhyolieten. Door het hoge silicapercentage in rhyoliet, is het gesteente erg visceus (stroperig). Hierdoor zullen lavastromen met een rhyolietsamenstelling veel minder mobiel zijn dan de laag visceuze mafische en daardoor snelstromende basalten.

Als rhyoliet zo snel afkoelt dat het helemaal geen kristallen kan vormen, wordt gesproken van een vitrofier, of vulkanisch glas. De bekendste variant hiervan is obsidiaan.

Rhyolieten komen overal voor waar hoog visceuze magma ondanks de stroperigheid toch het aardoppervlak kan bereiken en snel stollen. De diepere varianten van rhyoliet zijn het ganggesteente granofier en het dieptegesteente graniet. Rhyoliet, dat in het Japans ook wel koga genoemd wordt, komt vooral voor in Niijima, Japan en het Italiaanse Lipari. Ook op het Nieuw-Zeelandse Noordereiland komen rhyoliet-vulkanen voor.

Source: Wikipedia