Meliliet

Het mineraal meliliet is een calcium-natrium-aluminium-magnesium-ijzer-silicaat met de chemische formule (Ca,Na)2(Al,Mg,Fe2+)(Si,Al)2O7. Het behoort tot de sorosilicaten.

Download our Free bookmarks organizing software today!

Search results for 'Meliliet':

More information on 'Meliliet':

Het mineraal meliliet is een calcium-natrium-aluminium-magnesium-ijzer-silicaat met de chemische formule (Ca,Na)2(Al,Mg,Fe2+)(Si,Al)2O7. Het behoort tot de sorosilicaten.

Het doorschijnend witte, lichtgele, bruine of (groen)grijze meliliet heeft een glas- tot vetglans, een witte streepkleur, een onduidelijke splijting volgens het kristalvlak [100] en een duidelijke volgens [001]. De gemiddelde dichtheid is 2,95 en de hardheid is 5 tot 5,5. Het kristalstelsel is tetragonaal en het mineraal is niet radioactief.

De naam van het mineraal meliliet is afgeleid van de Griekse woorden meli ("honing") en lithos ("steen"). Dit vanwege de kleur van het mineraal.

Het mineraal meliliet komt met name voor in silica- en alkali-arme stollingsgesteenten. Het komt ook voor in skarns op het grensvlak van diorieten en het omringende gesteente. De typelocatie is de Capo di Bove nabij Rome, Italië. Het wordt ook gevonden in Oravit, Banat, Roemenië en in Üdersdorf, Rijnland-Palts, Duitsland.

Categorieën: Mineraal | Sorosilicaat | Verbinding van calcium | Verbinding van natrium | Verbinding van aluminium | Verbinding van magnesium | Verbinding van ijzer

Tetragonaal

Veel vaste stoffen hebben een kristallijne structuur. Dat wil zeggen dat zij bestaan uit een regelmatige opstapeling van een structuureenheid (moleculen, ionen, atomen) die als bouwsteen van de regelmatige stapeling gezien kan worden. De structuureenheden vormen een driedimensionaal rooster. In de kristallografie worden de gestapelde structuureenheden eenheidscellen genoemd.

De regelmatige stapeling wordt translatiesymmetrie genoemd. Naast de translatiesymmetrie bestaat er ook nog interne symmetrie binnen de eenheden. Het geheel van alle symmetrie heet kristalstructuursymmetrie (zie hierna).

De symmetrie heeft onder meer als gevolg dat de gehele structuur van het kristal kan worden beschreven als de inhoud van één eenheidscel of zelfs een gedeelte daarvan, soms aangevuld met een beschrijving van de (zeer kleine) verschillen tussen eenheidscellen.

Een van de technieken die kan worden gebruikt om kristalstructuren te bepalen is de Röntgendiffractie. Dit is tot nog toe (2003) de nauwkeurigste techniek om de structuur van moleculen te onderzoeken. Kristalstructuren van meer dan 250.000 organische verbindingen zijn reeds bepaald en opgeslagen in de Cambridge Structural Database.

Naast kristallijne vaste stoffen bestaan er glasstructuren en amorfe structuren.

Silica

Silica is een verzamelnaam voor materialen, meest amorfe gels bestaande uit SiO2 en H2O. Silicagel heeft tal van toepassingen: het wordt veelvuldig gebruikt als droogmiddel (in poreuze zakjes bijgevoegd bij elektronische apparatuur of geneesmiddelen), als bindmiddel in tabletten, als schuurmiddel in tandpasta en als dragermateriaal voor katalysatoren. Het wordt eveneens aangewend in de chromatografie. Sinds 1990 is er een grote interesse ontstaan in de ontwikkeling van silica materialen met speciale structuren, de bekendste zijn MCM-41 en MCM-48. Tevens wordt het ook toegepast in kattenbakvullig, in korrelvorm welteverstaan, vanwege zijn absorberende eigenschappen.

Categorie: Mineraal

Kaliveldspaat

De mineralen-reeks kaliveldspaat is een groep van aluminium-tectosilicaten die behoren tot de veldspaten met samenstellingen tussen de eindleden albiet-orthoklaas, met albiet als natrium-houdend en orthoklaas als kalium-houdend uiterste mineraal. De reeks van mineralen is een zogenaamde vaste oplossing.

De kristallografie van de veldspaten varieert sterk met de samenstelling en is vrij complex. De symmetrie varieert van monoklien tot triklien. Algemeen komen meerdere systemen van splijting voor, ook bestaan er hoge en lage temperatuursvormen.

De individuele kaliveldspaatmineralen, gewoonlijk verkort aangeduid als kaliveldspaat, zijn belangrijke gesteentevormende mineralen in zowel felsische stollings-, metamorfe als sedimentaire gesteenten. Een veel voorkomende kleur van kaliveldspaatkristallen is zalmroze en daarmee is het een vrij gemakkelijk te herkennen mineraal in gesteenten. Door een bepaald type verwering van kaliveldspaat ontstaat uiteindelijk gibbsiet, deze verweringsreactie is beschreven als de verweringsreactie van kaliveldspaat.

felsisch--------------------------------------------------mafischkwarts - veldspaat - mica - amfibool - pyroxeen - olivijn

Categorieën: Mineraal | Tectosilicaat | Verbinding van aluminium

Stollingsgesteente

Stollings- of magmatische gesteenten zijn gesteenten die zijn ontstaan door stolling van lava (aan het aardoppervlak) of magma (onder het aardoppervlak). De hoofdindeling van gesteenten is in stollingsgesteenten, afzettingsgesteenten en metamorfe gesteenten.

Stollinggesteenten worden onderverdeeld in 3 vormen:

In het Engels heten uitvloeiingsgesteenten volcanics, genoemd naar de Romeinse god van het vuur en de vulkanen "Vulcanus" en dieptegesteenten plutonics, genoemd naar de Romeinse god van de onderwereld, "Pluto".

felsisch--------------------------------------------------mafischkwarts - veldspaat - mica - amfibool - pyroxeen - olivijn

Categorieën: Geologie | Stollingsgesteente

Dioriet

Het stollingsgesteente dioriet is een redelijk mafisch diepte- en ganggesteente met tussen de 52 en 63% silica.

Dioriet is het mafischere equivalent van granodioriet en het diepte- en ganggesteente-equivalent van het uitvloeiingsgesteente andesiet.

De mineralen met een redelijke kristalgrootte die in dioriet voorkomen, zijn onder andere pyroxeen, amfibool, plagioklaas, muscoviet en biotiet.

Dioriet is een diepte- of ganggesteente dat ontsloten raakt bij tektonische opheffing bij orogenese. Het wordt gevormd in de kern en de magma-gangen van redelijk mafische vulkanen.

Categorie: Stollingsgesteente

Rijnland-Palts

Rijnland-Palts (Duits: Rheinland-Pfalz) is een van de zestien deelstaten van Duitsland en heeft een oppervlakte van 19.846 km² en 4.063.000 inwoners. De hoofdstad is Mainz.

Rijnland-Palts ligt in het zuidwesten van Duitsland en grenst aan (vanuit het noorden, met de klok mee) Noord-Rijnland-Westfalen, Hessen, Baden-Württemberg, Frankrijk, Saarland, Luxemburg en België.

Rijnland-Palts is in 1946 door het bestuur van de Franse sector gevormd uit de voorheen Beierse Palts, het zuidelijke deel van de Pruisische Rijnprovincie (Regierungsbezirke Koblenz en Trier), de voorheen tot Hessen-Darmstadt behorende provincie Rheinhessen, delen van de Pruisische provincie Hessen-Nassau en het voorheen Oldenburgse gebied rond Birkenfeld.

Als gevolg van de besluiten van de conferentie van Potsdam droeg de Amerikaanse regering de bezettingmacht in het huidige Rijnland-Palts op 15 juli 1945 over aan Frankrijk. Het bestuur van de Franse bezettingmacht organiseerde het gebied eerst in twee bestuurlijke gebieden: Rheinland-Hessen-Nassau (voor de tot dan toe Pruisische Regierungsbezirke Koblenz, Trier und Montabaur) en Hessen-Pfalz (voor de tot dan toe Beierse Pfalz en het tot Hessen-Darmstadt behorende Rheinhessen). Het land Rijnland-Palts werd op 30 augustus 1946 door een verordening (nr. 57) van Generaal Pierre Koening, hoofd van de Franse militaire regering opgericht. Hierdoor werden de economisch en historisch samenhorende gebieden Koblenz-Bonn en Rijn-Main opgesplitst. De opname van het eveneens door Frankrijk bezette Saarland werd door de Franse regering geweigerd. Op 22 november 1946 vond de constitueerende zitting van de "Beratender Landesversammlung" plaats in het theater van Koblenz met het doel een grondwet voor de nieuwe deelstaat te ontwerpen. Kort daarop, op 4 december 1946, wordt een voorlopige landsregering onder leiding van de CDU-er Dr. Wilhelm Boden gevormd. Op 18 mei 1947 wordt de landelijke grondwet via een volkstemming aangenomen. Tegelijkertijd werden verkiezingen gehouden, en de landdag van Rijnland-Palts kwam voor zijn constituerende zitting op 4 juni 1947 samen in de grote zaal van het stadhuis van Koblenz. Koblenz werd als hoofdstad van het land gekozen, en bleef dit tot 1950. Vanaf dan werd Mainz de hoofdstad. Dr. Wilhelm Boden werd als eerste minister-president van het nieuwe land verkozen. Hij bleef echter minder dan een maand in zijn ambt en werd dan opgevolgd door Peter Altmeier.

In het nieuwe, kunstmatig samengevoegde land was er in de eerste jaren weinig 'nationaal' gevoel, en er ontstonden stromingen om de oude grenzen van de Pruisische en Beierse gebieden te herstellen. In 1956 werd op basis van artikel 29 van de Duitse grondwet in de voormalige Regierungsbezirken Koblenz, Trier, Montabaur, Rheinhessen en in de Palts referenda georganiseerd, waarbij de bevolking de wens kon uiten om de betroffen gebieden bij Noord-Rijnland-Westfalen, Beieren en Baden-Württemberg aan te sluiten. Alle referenda, met uitzondering van het referendum in de Palts verkregen de noodzakelijke meerderheid, maar de uitvoering van de gebiedswijzigingen liet bijna 20 jaar op zich wachten. Bij de volkstemming, die op 19 januari 1975 doorgevoerd werd, en die de finale bevestiging van de wijzigingen zou moeten zijn, werd noch het noodzakelijke quorum, noch de meerderheid van de uitgebrachte stemmen gehaald. Hierdoor heeft het land nog steeds de grenzen van 1946.

Source: Wikipedia