Monticelliet

Het mineraal monticelliet is een calcium-magnesium-silicaat met de chemische formule CaMgSiO4. Het behoort tot de nesosilicaten.

Download our Free bookmarks organizing software today!

Search results for 'Monticelliet':

More information on 'Monticelliet':

Het mineraal monticelliet is een calcium-magnesium-silicaat met de chemische formule CaMgSiO4. Het behoort tot de nesosilicaten.

Het doorzichtig kleurloze of (groen)grijze monticelliet heeft een glasglans, een witte streepkleur en een onduidelijke splijting volgens het kristalvlak [010]. De gemiddelde dichtheid is 3,2 en de hardheid is 5. Het kristalstelsel is orthorhombisch en het mineraal is niet radioactief.

Het mineraal monticelliet is genoemd naar de Italiaanse mineraloog Teodoro Monticelli (1759 - 1846).

Het mineraal monticelliet komt met name voor in carbonatieten, silica-arme en carbonaat-rijke stollingsgesteenten. Het komt ook voor in skarns op het grensvlak van diorieten en het omringende gesteente. De typelocatie is de Magnet Cove, Hot Spring county, Arkansas, Verenigde Staten. Het wordt ook gevonden in de Crestmore groeve, Riverside county, Californië en in Oravit, Banat, Roemenië.

Categorieën: Mineraal | Nesosilicaat | Verbinding van calcium | Verbinding van magnesium

Silicaat

Nesosilicaat -- Inosilicaat -- Sorosilicaat -- Cyclosilicaat -- Tectosilicaat -- Fylosilicaat

Categorie: Silicaat

Orthorhombisch

Veel vaste stoffen hebben een kristallijne structuur. Dat wil zeggen dat zij bestaan uit een regelmatige opstapeling van een structuureenheid (moleculen, ionen, atomen) die als bouwsteen van de regelmatige stapeling gezien kan worden. De structuureenheden vormen een driedimensionaal rooster. In de kristallografie worden de gestapelde structuureenheden eenheidscellen genoemd.

De regelmatige stapeling wordt translatiesymmetrie genoemd. Naast de translatiesymmetrie bestaat er ook nog interne symmetrie binnen de eenheden. Het geheel van alle symmetrie heet kristalstructuursymmetrie (zie hierna).

De symmetrie heeft onder meer als gevolg dat de gehele structuur van het kristal kan worden beschreven als de inhoud van één eenheidscel of zelfs een gedeelte daarvan, soms aangevuld met een beschrijving van de (zeer kleine) verschillen tussen eenheidscellen.

Een van de technieken die kan worden gebruikt om kristalstructuren te bepalen is de Röntgendiffractie. Dit is tot nog toe (2003) de nauwkeurigste techniek om de structuur van moleculen te onderzoeken. Kristalstructuren van meer dan 250.000 organische verbindingen zijn reeds bepaald en opgeslagen in de Cambridge Structural Database.

Naast kristallijne vaste stoffen bestaan er glasstructuren en amorfe structuren.

Radioactiviteit

Radioactiviteit, ook wel activiteit genoemd, is een natuurkundig fenomeen: bepaalde isotopen zijn instabiel en veranderen (desintegreren) spontaan in een andere atoomsoort. Dit noemt men radioactief verval.

Bij dit proces zenden ze straling uit. Na de desintegratie is de atoomkern veranderd van samenstelling, met name in de aantallen protonen en neutronen. Zo ontstaat een atoom van een andere atoomsoort, hetzij een andere isotoop van hetzelfde element, hetzij een ander element.

In sommige situaties is het desintegratieproduct, ook wel het dochternuclide genoemd, zelf ook weer instabiel. Het proces gaat door totdat de ontstane atoomkern in een stabiele vorm is geraakt. Men spreekt dan van een vervalketen.

Aan de ontdekking van en het onderzoek van radioactiviteit hebben veel mensen hun naam verbonden. Enkele van de voornaamste zijn:

Radioactiviteit wordt uitgedrukt in becquerel (Bq). Als er van een stof 1 atoom per seconde vervalt (desintegreert) is die stof een radioactieve bron (stralingsbron) met een sterkte van 1 becquerel.

Mineralogie

De mineralogie of delfstofkunde is de tak binnen de aardwetenschappen die zich richt op de systematische studie van mineralen, hun voorkomen, ontstaan, metamorfose en rol in de geologie.

De International Mineralogical Association (IMA) is een organisatie waarvan de leden de mineralogen uit de verschillende landen vertegenwoordigen. Haar activiteiten omvatten het beheer van de namen van mineralen (via de Commissie van nieuwe mineralen en mineraalnamen) en het bijhouden van een database van mineralen.

In 2004 zijn er ongeveer 4000 soorten mineraal erkend door de IMA. Hiervan kunnen er ongeveer 150 als "overvloedig", nog eens 50 als "incidenteel", en de rest als "zeldzaam" tot "zeer zeldzaam" worden beschouwd.

Zie de lijst van mineralen voor meer informatie.

Categorie: Mineralogie

Silica

Silica is een verzamelnaam voor materialen, meest amorfe gels bestaande uit SiO2 en H2O. Silicagel heeft tal van toepassingen: het wordt veelvuldig gebruikt als droogmiddel (in poreuze zakjes bijgevoegd bij elektronische apparatuur of geneesmiddelen), als bindmiddel in tabletten, als schuurmiddel in tandpasta en als dragermateriaal voor katalysatoren. Het wordt eveneens aangewend in de chromatografie. Sinds 1990 is er een grote interesse ontstaan in de ontwikkeling van silica materialen met speciale structuren, de bekendste zijn MCM-41 en MCM-48. Tevens wordt het ook toegepast in kattenbakvullig, in korrelvorm welteverstaan, vanwege zijn absorberende eigenschappen.

Categorie: Mineraal

Stollingsgesteente

Stollings- of magmatische gesteenten zijn gesteenten die zijn ontstaan door stolling van lava (aan het aardoppervlak) of magma (onder het aardoppervlak). De hoofdindeling van gesteenten is in stollingsgesteenten, afzettingsgesteenten en metamorfe gesteenten.

Stollinggesteenten worden onderverdeeld in 3 vormen:

In het Engels heten uitvloeiingsgesteenten volcanics, genoemd naar de Romeinse god van het vuur en de vulkanen "Vulcanus" en dieptegesteenten plutonics, genoemd naar de Romeinse god van de onderwereld, "Pluto".

felsisch--------------------------------------------------mafischkwarts - veldspaat - mica - amfibool - pyroxeen - olivijn

Categorieën: Geologie | Stollingsgesteente

Dioriet

Het stollingsgesteente dioriet is een redelijk mafisch diepte- en ganggesteente met tussen de 52 en 63% silica.

Dioriet is het mafischere equivalent van granodioriet en het diepte- en ganggesteente-equivalent van het uitvloeiingsgesteente andesiet.

De mineralen met een redelijke kristalgrootte die in dioriet voorkomen, zijn onder andere pyroxeen, amfibool, plagioklaas, muscoviet en biotiet.

Dioriet is een diepte- of ganggesteente dat ontsloten raakt bij tektonische opheffing bij orogenese. Het wordt gevormd in de kern en de magma-gangen van redelijk mafische vulkanen.

Categorie: Stollingsgesteente

Gesteente

Een gesteente is een geconsolideerd (vast) materiaal dat bestaat uit een mineraal of een verbinding van verschillende mineralen. Materialen als zand, modder en grind worden soms als gesteente geclassificeerd, maar vallen eigenlijk onder de term grondsoort. De aardkorst is opgebouwd uit talloze gesteenten. Ze bepalen in belangrijke mate de eigenschappen van het aardoppervlak; reliëf, draagkracht van de ondergrond, het bodemtype dat erop ontstaat en de waterhuishouding.

Veel gesteenten zijn van groot economisch belang. Voorbeelden zijn goud, graniet en marmer. Deze materialen noemt men delfstoffen.

Gesteenten worden ingedeeld op de manier waarop ze zijn ontstaan. Er zijn drie typen te onderscheiden, die hieronder worden toegelicht.

Stollingsgesteenten zijn gevormd uit magma. Het dieptegesteente graniet en het uitvloeiingsgesteente basalt zijn veel voorkomende stollingsgesteenten, ze vormen een belangrijk bestanddeel van respectievelijk de continentale en oceanische korst.

Deze groep wordt ook wel als sedimentgesteenten aangeduid. Het wordt gevormd door de verwering en erosie van andere gesteenten. Het verweringsmateriaal kan op verschillende manieren worden vervoerd. De naam van het sediment is afhankelijk van het soort transport:

Source: Wikipedia