Zinkeniet

Het mineraal zinkeniet is een lood-antimoon-sulfide met de chemische formule Pb9Sb22S42.

Download our Free bookmarks organizing software today!

Search results for 'Zinkeniet':

More information on 'Zinkeniet':

Het mineraal zinkeniet is een lood-antimoon-sulfide met de chemische formule Pb9Sb22S42.

Het staalgrijs tot grijze zinkeniet heeft een staalgrijze streepkleur, een metallische glans en een imperfecte splijting volgens kristalvlak [1120]. De gemiddelde dichtheid is 5,23 en de hardheid is 3 tot 3,5. Het kristalstelsel is hexagonaal en het mineraal is noch radioactief, noch magnetisch.

Het mineraal zinkeniet is genoemd naar de mineraloog J. K. L. Zincken (1798 - 1862).

Zinkeniet komt vooral voor in hydrothermale aders. De typelocatie is Wolfsberg in Duitsland.

Categorieën: Mineraal | Sulfide | Verbinding van lood | Verbinding van antimoon

Antimoon

Antimoon, ook antimonium of stibium geheten, is een scheikundig element met symbool Sb en atoomnummer 51. Het is een zilvergrijs metalloïde.

De eerste wetenschappelijke melding van antimoon werd gemaakt in 1450 door Tholden, maar reeds lange tijd daarvoor werden antimoonverbindingen voor uiteenlopende doeleinden gebruikt. Het in de natuur voorkomende antimoonsulfide - het mineraal stibiniet - werd gebruikt als medicijn en voor cosmetica.

Over de herkomst van de naam antimoon bestaat veel onduidelijkheid. Sommige bronnen melden dat de naam een samentrekking is van de Griekse woorden anti en monos, wat vertaald kan worden als niet alleen voorkomend. Volgens andere bronnen komt de naam van de Arabische uitdrukking Antos Ammon dat bloei van god Ammon betekent.

Antimoon wordt veel gebruik in de halfgeleiderindustrie bij de productie van dioden, infrarood detectors en Hall-effect apparatuur. In legeringen levert antimoon een grote bijdrage in de hardheid en sterkte van lood en tin. Daarvoor wordt antimoon veel gebruikt in lood-batterijen. Andere toepassingen zijn:

Antimoonverbindingen worden om de brandwerende eigenschappen ook gebruikt in kinderkleding, speelgoed en bekleding van autostoelen.

Sulfide

Een sulfide is een ion van zwavel in oxidatietoestand -2 (S-2). Een groep van ongeveer 600 mineralen,zoals antimoniet en galeniet waarin zwavel een binding vormt met metallische en metaalachtige elementen.De meeste sulfiden zijn ondoorzichtig,en duidelijk gekleurd en gestreept.

Categorieën: Zout | Verbinding van zwavel

Hexagonaal

Hexagonaal is de benaming voor een type tralie, of kristalstelsel, dat de hexagonale dichtste stapeling bezit. Het behoort tot één van de veertien Bravaistralies. Mineralen met een hexagonale structuur zijn onder meer cadmium en magnesium.

Wanneer een tralie zich herhaalt in dezelfde stand, in drie onafhankelijke richtingen (zodat er een heel groot rooster ontstaat van tralies naast elkaar), en er op ieder traliepunt een atoom of ion wordt ingevuld, noemt men het resultaat een hexagonaal kristalrooster. De atomen of ionen hebben zich dan op dezelfde manier gerangschikt zoals te zien is in het plaatje met het hexagonale rooster.

De structuur kent meerdere varianten:

Ten opzichte van een materiaal met een kubisch rooster (zoals k.v.g. en k.r.g.) heeft een materiaal met een hexagonaal kristalrooster minder glijvlakken. Om precies te zijn treedt de afschuiving alleen op aan de {001}-vlakken, in de <100>-richting. Door het geringe aantal mogelijkheden in afschuiving, is er in hexagonale roosters dan ook meer kans op de vorming van tweelingen.

In tegenstelling tot bij kubische roosters, geeft het rekenen met drie assen bij hexagonale roosters soms problemen. Om deze problemen te ondervangen kan een vierde as aan het coördinatenstelsel worden toegevoegd. In de praktijk wordt deze vierde as door kristallografen niet echt meer gebruikt sinds de komst van geschikte rekensoftware, maar binnen sommige andere vakgebieden komt het gebruik ervan nog voor. Het coördinatenstelsel kent een z-as en drie assen (a1, a2 en a3) in het grondvlak. Deze assen zijn ten opzichte van elkaar 120 graden gedraaid.

Magnetisme

Al in de Oudheid ontdekte men dat magnetietkristallen elkaar afhankelijk van de oriëntatie aantrekken of afstoten. Dit natuurkundige verschijnsel wordt magnetisme genoemd. Magnetiet is, evenals magnesium genoemd naar Magnesia, een gebied in Thessalië in het oude Griekenland.

Verantwoordelijk voor het magnetisme van magnetiet is het aanwezige ijzer. Veel ijzerlegeringen vertonen magnetisme. Naast ijzer vertonen ook nikkel en kobalt magnetische eigenschappen.

Voorwerpen die dit verschijnsel sterk vertonen noemt men magneten. Er zijn natuurlijke en kunstmatige magneten (bijvoorbeeld Alnico,Fernico, ferrieten). Alle magneten hebben twee polen die noordpool en zuidpool worden genoemd. De noordpool van een magneet stoot de noordpool van een andere magneet af, en trekt de zuidpool van een andere magneet aan. Twee zuidpolen stoten elkaar ook af. Omdat ook de aarde een magneetveld heeft, met z'n zuidpool vlak bij de noordpool en z'n noordpool vlakbij de zuidpool, zal een vrij ronddraaiende magneet altijd de noord-zuidrichting aannemen. De benamingen van de polen van een magneet zijn hiervan afgeleid. Overigens wordt gemakshalve, maar wel enigszins verwarrend, de zuidpool van de "aardemagneet" de magnetische noordpool genoemd en de noordpool van de "aardemagneet" de magnetische zuidpool.

Een verwant verschijnsel is elektromagnetisme, magnetisme dat ontstaat door een elektrische stroom.

Bij nadere beschouwing blijkt het magnetisme in van nature magnetische of magnetiseerbare materialen, net als elektromagnetisme, ook veroorzaakt te worden door bewegende elektrische lading. James Maxwell heeft, voortbouwend op onderzoek van o.a. Michael Faraday al in de negentiende eeuw een zeer elegante wiskundige formulering gegeven van elektriciteit en magnetisme die door Heaviside werd bijgeschaafd tot slechts vier differentiaalvergelijkingen, de vergelijkingen van Maxwell waarmee alle macroscopische elektrische en magnetische verschijnselen zijn te beschrijven.

Source: Wikipedia