Arsenopyriet

Het mineraal arsenopyriet is een ijzer-arseen-sulfide met de chemische formule FeAsS.

Download our Free bookmarks organizing software today!

Search results for 'Arsenopyriet':

More information on 'Arsenopyriet':

Het mineraal arsenopyriet is een ijzer-arseen-sulfide met de chemische formule FeAsS.

Het opaak witte of staalgrijze arsenopyriet heeft een metallische glans, een zwarte streepkleur en een duidelijke splijting volgens kristalvlak [110]. Het kristalstelsel is monoklien. De gemiddelde dichtheid is 6,07 en de hardheid is 5. Arsenopyriet is magnetisch na verhitting, maar niet radioactief.

De naam van het mineraal arsenopyriet is afgeleid van de samenstelling, pyriet met arseen.

Arsenopyriet komt voornamelijk voor in hydrothermale aders van hoge temperatuur. Ook in pegmatieten en contactmetamorfe gesteenten komt arsenopyriet voor.

Arsenopyriet is het belangrijkste erts waaruit arsenicum of arseen gewonnen wordt. Bij verhitting van arsenopyriet sublimeert arsenicum. De belangrijkste bronnen van arsenopyriet bevinden zich in Rusland, China, Zweden en Mexico.

Arseen

Arsenicum of arseen is een scheikundig element met symbool As en atoomnummer 33. Het is een grijs metalloïde.

Vermoedelijk heeft Albertus Magnus in 1250 het element voor het eerst geïsoleerd. In 1649 beschreef Johann Schroeder twee manieren om arsenicum te isoleren.

De naam arsenicum komt van het Griekse arsenikon, dat te vertalen is als geel orpiment.

Tot in de 20e eeuw werd loodarsenaat als pesticide gebruikt in de fruitteelt. Wegens de schadelijke gevolgen hiervan voor de sproeiers is men later op andere middelen overgestapt. In de 19e eeuw werd koperarsenaat zelfs als kleurstof gebruikt in snoepjes. Tegenwoordige toepassingen van arsenicum zijn:

Verder wordt arseentrioxide in de hematologie gebruikt om sommige vormen van leukemie te bestrijden, wanneer patiënten immuun zijn (geworden) voor andere middelen.

Sulfide

Een sulfide is een ion van zwavel in oxidatietoestand -2 (S-2). Een groep van ongeveer 600 mineralen,zoals antimoniet en galeniet waarin zwavel een binding vormt met metallische en metaalachtige elementen.De meeste sulfiden zijn ondoorzichtig,en duidelijk gekleurd en gestreept.

Categorieën: Zout | Verbinding van zwavel

Magnetisme

Al in de Oudheid ontdekte men dat magnetietkristallen elkaar afhankelijk van de oriëntatie aantrekken of afstoten. Dit natuurkundige verschijnsel wordt magnetisme genoemd. Magnetiet is, evenals magnesium genoemd naar Magnesia, een gebied in Thessalië in het oude Griekenland.

Verantwoordelijk voor het magnetisme van magnetiet is het aanwezige ijzer. Veel ijzerlegeringen vertonen magnetisme. Naast ijzer vertonen ook nikkel en kobalt magnetische eigenschappen.

Voorwerpen die dit verschijnsel sterk vertonen noemt men magneten. Er zijn natuurlijke en kunstmatige magneten (bijvoorbeeld Alnico,Fernico, ferrieten). Alle magneten hebben twee polen die noordpool en zuidpool worden genoemd. De noordpool van een magneet stoot de noordpool van een andere magneet af, en trekt de zuidpool van een andere magneet aan. Twee zuidpolen stoten elkaar ook af. Omdat ook de aarde een magneetveld heeft, met z'n zuidpool vlak bij de noordpool en z'n noordpool vlakbij de zuidpool, zal een vrij ronddraaiende magneet altijd de noord-zuidrichting aannemen. De benamingen van de polen van een magneet zijn hiervan afgeleid. Overigens wordt gemakshalve, maar wel enigszins verwarrend, de zuidpool van de "aardemagneet" de magnetische noordpool genoemd en de noordpool van de "aardemagneet" de magnetische zuidpool.

Een verwant verschijnsel is elektromagnetisme, magnetisme dat ontstaat door een elektrische stroom.

Bij nadere beschouwing blijkt het magnetisme in van nature magnetische of magnetiseerbare materialen, net als elektromagnetisme, ook veroorzaakt te worden door bewegende elektrische lading. James Maxwell heeft, voortbouwend op onderzoek van o.a. Michael Faraday al in de negentiende eeuw een zeer elegante wiskundige formulering gegeven van elektriciteit en magnetisme die door Heaviside werd bijgeschaafd tot slechts vier differentiaalvergelijkingen, de vergelijkingen van Maxwell waarmee alle macroscopische elektrische en magnetische verschijnselen zijn te beschrijven.

Radioactiviteit

Radioactiviteit, ook wel activiteit genoemd, is een natuurkundig fenomeen: bepaalde isotopen zijn instabiel en veranderen (desintegreren) spontaan in een andere atoomsoort. Dit noemt men radioactief verval.

Bij dit proces zenden ze straling uit. Na de desintegratie is de atoomkern veranderd van samenstelling, met name in de aantallen protonen en neutronen. Zo ontstaat een atoom van een andere atoomsoort, hetzij een andere isotoop van hetzelfde element, hetzij een ander element.

In sommige situaties is het desintegratieproduct, ook wel het dochternuclide genoemd, zelf ook weer instabiel. Het proces gaat door totdat de ontstane atoomkern in een stabiele vorm is geraakt. Men spreekt dan van een vervalketen.

Aan de ontdekking van en het onderzoek van radioactiviteit hebben veel mensen hun naam verbonden. Enkele van de voornaamste zijn:

Radioactiviteit wordt uitgedrukt in becquerel (Bq). Als er van een stof 1 atoom per seconde vervalt (desintegreert) is die stof een radioactieve bron (stralingsbron) met een sterkte van 1 becquerel.

Pyriet

Het mineraal pyriet is een ijzer-sulfide en heeft de samenstelling FeS2. Het mineraal is een belangrijk ijzer- en zwavelerts. Het vormt vaak goed gevormde kristallen in de vorm van een kubus met karakteristieke striaties en met een goudachtige glans. Het wordt wel 'gekkengoud' ('fool's gold') genoemd omdat het soms voor goud aangezien werd. Omdat het in ruime mate voorkomt kan dit de illusie van grote rijkdom wekken. Het wordt gevonden samen met andere sulfidische mineralen, maar ook met oxiden, in kwartsaders, in afzettingsgesteenten in koolbedden en als vervangingsmineraal in fossielen. Pyriet is een toeslagproduct in de staalproductie

Pyriet is een disulfide met zwavelparen (S2)2- en Fe2+ ionen in een oktaëdrische omringing in een t2g6 lage spin toestand. Ten gevolge van het feit dat beide ionen een gesloten configuratie bezitten is het een halfgeleider.

Bij de verwering van pyriet ontstaan ijzerhydroxiden, waarbij ook zwavelzuur vrijkomt. Dit zuur kan dan reacties aangaan met andere mineralen en daardoor leiden tot de vorming van bijvoorbeeld gips, aluniet en jaroniet.

Een belangrijke vindplaats van pyriet is het eiland Elba.

De naam pyriet is zeer oud, afgeleid van het oude Indo-europese woord pyr (vuur, vgl. bijv. pyrotechnicus voor vuurwerkkunstenaar of Engels: pyre=brandstapel), omdat men vonken kon maken door pyriet tegen vuursteen of ijzer aan te slaan. Vandaag de dag verstaan we onder vuursteen iets heel anders (een bepaalde vorm van SiO2).

Pegmatiet

Pegmatiet is een ganggesteente, vaak ontstaan uit felsisch (zuur, hoog SiO2 gehalte) vulkanisme, dat zeer grote kristallen (tot 10 meter doorsnede) kan bevatten.

Kenmerkend voor een pegmatiet is het voorkomen van zeldzame mineralen als aquamarijn, toermalijn, topaas, fluoriet, apatiet en wolfraam. Vooral mineralen die lithium bevatten, ontstaan in pegmatieten omdat een pegmatiet de laatst kristalliserende elementen opneemt.

Pegmatiet is genoemd naar het Latijnse woord pegma, dat "schavot" of "boekenkast" betekent.

Overal waar magma stolt onder het aardoppervlak, ontstaat stollingsgesteente. In gebieden waar een deel van het magma nog vloeibaar blijft, zijn er kristallen die "drijven" en aangroeien in de smelt die langzaam en als laatste uitkristalliseert. Als pegmatieten ontsloten raken aan het oppervlak, zijn er vaak erg mooie en grote kristallen te vinden. Dit is het geval in Brazilië, maar ook op kleinere schaal op Cap de Creus, Catalonië, Spanje.

Omdat pegmatieten zeldzame aardelementen als lithium, beryllium en tantalium bevat, is het voor de industrie een interessant gesteente om te mijnen. Ook edelstenen worden in pegmatieten gevonden.

Sublimatie

Sublimatie is de directe overgang van een stof uit de vaste fase naar een gasvormige fase. Zo kan bijvoorbeeld ijs in strenge winters, bij erg droog weer, direct sublimeren naar de gasvormige fase. Daarbij wordt de vloeibare fase dus overgeslagen. Dit verschijnsel wordt ook wel vervluchtigen genoemd.

In afwijking van de oorspronkelijke betekenis wordt in de meteorologie ook de faseovergang van gas naar vast sublimatie genoemd, waar men beter de term "depositie" zou kunnen gebruiken. Dit is conform gebruik in de Verenigde Staten.

Een stof die bij normale druk altijd sublimeert is vast kooldioxide, als vaste stof vaak aangeduid met koolzuursneeuw.

Sublimatie wordt gebruikt in de textielindustrie voor het bedrukken van textiel, maar ook van gebruiksvoorwerpen, zoals bijvoorbeeld een snowboard. Onder druk en bij hoge temperatuur wordt een verflaag op het voorwerp aangebracht, waardoor het een verbinding aangaat met de acrylate of polyesther ondergrond. Voorwerpern die op deze manier zijn bedrukt, zijn goed was- en krasbestendig, omdat het niet op het oppervlak is bevestigd, maar in het oppervlak is geintegreerd.

Met het woord sublimatie wordt ook aangeduid het onderdrukken van ongewenste (seksuele) gevoelens door andere activiteiten, bijvoorbeeld door hard te werken. Om verwarring te voorkomen gebruiken psychologen meestal de term sublimering.

Arsenopyriet

Het mineraal arsenopyriet is een ijzer-arseen-sulfide met de chemische formule FeAsS.

Het opaak witte of staalgrijze arsenopyriet heeft een metallische glans, een zwarte streepkleur en een duidelijke splijting volgens kristalvlak [110]. Het kristalstelsel is monoklien. De gemiddelde dichtheid is 6,07 en de hardheid is 5. Arsenopyriet is magnetisch na verhitting, maar niet radioactief.

De naam van het mineraal arsenopyriet is afgeleid van de samenstelling, pyriet met arseen.

Arsenopyriet komt voornamelijk voor in hydrothermale aders van hoge temperatuur. Ook in pegmatieten en contactmetamorfe gesteenten komt arsenopyriet voor.

Arsenopyriet is het belangrijkste erts waaruit arsenicum of arseen gewonnen wordt. Bij verhitting van arsenopyriet sublimeert arsenicum. De belangrijkste bronnen van arsenopyriet bevinden zich in Rusland, China, Zweden en Mexico.

Source: Wikipedia