Er bestaan zeer veel vormen van slijpen, die in twee hoofdgroepen te scheiden zijn, n.l. het in facetten slijpen en het glad polijsten.

uitzondering maken de andalusiet, brazilianiet en benitoiet, die ondanks een lagere hardheid toch tot de edelstenen worden gerekend;

title

In beide groepen bestaan heel veel varianten. Een in facetten geslepen steen wordt daarom in deze vorm geslepen, opdat vooral de facetten van de onderzijde van de steen het licht zo voordelig mogelijk weerkaatsen en naar boven uitstralen. Iets wat b.v., zij het dan in mindere mate, ook met natuurlijke kristalvlakken het geval kan zijn.

Bij de glad geslepen vorm is vooral de bolvormige van onder afgeplatte vorm, de z.g. cabochons, voor de edelsteenhandel van belang.

Bij de facetslijpvorm spelen vooral de juiste verhoudingen van de vlakken tot elkaar een zeer grote rol.

Een verkeerd geslepen vlak kan de lichtbreking in een steen totaal bederven. Hier volgt een opsomming van de werkelijke edelstenen: Diamant, hardheid 10 M.S. De Korundgroep, hardheid 9 M.S. waartoe behoren: robijn, saffier en de andere gekleurde korundvarieteiten. De Chrysoberyl, hardheid 81 M.S. waartoe de cymophaam of chrysoberyl-kattenoog en de zeer zeldzame, Alexandriet behoren. De Spinelgroep, hardheid 8 M.S. De Edeltopaas, hardheid 8 M.S.

Sommige granaten zoals Hessoniet, Spessartiet, Demantoniet en Uvaroviet, hardheid 7i tot 8 M.S., de andere granaatsoorten behoren tot de sierstenen. De Zirkoongroep, hardheid 7i a 71 M.S. De Phenaciet, hardheid 8 M.S. De Euklaas, hardheid 71 M.S. De Cordieriet, hardheid 72 M.S. De Berylgroep, hardheid 74 tot 7e M.S., hiertoe behoren de Smaragd, de Aquamarijn, de Morganiet en Rose Beryl, Goudberyl en Heliodoor. De Toermalijngroep, hardheid 7 M.S. en al zijn varieteiten behalve de zwarte.

Een uitzondering maken de Andalusiet, Brazilianiet en Benitoiet, die ondanks een lagere hardheid toch tot de edelstenen worden gerekend; mits goed van kwaliteit en kleur. Alle andere groepen behoren tot de sierstenen.

Het belang van de hardheid voor edelsteenslijper en juwelier De hardheid van edelstenen is een eigenschap, waarvan de vaststelling niet zo eenvoudig is, a1s men wel zou denken. In het algemeen verstaat men onder de hardheid in de mineralogie, de weerstand tegen krassende materies. Voor de praktijk komt een indeling in aanmerking, waarvan echter alleen de vijf hoogste graden in de edelsteenkunde een rol spelen.

Pas vanaf hardheid zes opwaarts, spreekt men van edelsteenhardheid. Op enkele uitzonderingen na liggen de hardheden hieronder. De Mohssche schaal begint bij Talk (hardheid 1) en eindigt met de hardste materie die bekend is, nl. de Dia m ant (hardheid 10). De tussenliggende graden zijn voor het gebruik praktisch uitgezocht, maar voor een precies gebruik niet geschikt. De graden van de schaal van Mohs volgen hieronder. Hierbij ligt de hardheid van een goed stalen pennenmes ongeveer bij 1/2 ; van een nor maal stuk glas bij 5 1/2 en een goede staalvijl bij 6. De Toermalijn vindt men op 7 1/4 ; de Spinel is op 8 1/2 bepaald. Zo beschikt men over een reeks materialen, die een tamelijk goede indeling vormen. Hardheid van Mohs Hardheid in decimalen (ongeveer)

1 Talk, lucifers 0,03 2 Gips 1,25 2+ Vingernagel 3 Kalkspaat 4,50 4 1/2 Pennenmes 5 Apatiet - Vensterglas 6,50 5 1/2 Hardglas 6 Staalvijzel - V eldspaat 37,00 6+ Kwartsglas 7 Kwarts-Bergkristal-Achaat 120,00 7 1/4 Toerm alijn 7 1/2 Beryl 8 Edeltopaas 175,00 8 1/2 Spinel 9 Saffier - Robijn 1.000,00 9+ Karborund 10 Diamant 1140.000,00

Ondanks zijn hoge prijs is de Diamant een veel verbreid mineraal, dat in vele landen wordt gevonden. Volgens Plinius zijn in India stellig de oudste vindplaatsen. Verder in Kimberley, Z.-Afrika, waar heden ten dage de belangrijkste vondsten worden gedaan en zoals reeds vermeld in Brazilie.

Hier volgt een lijstje van de diverse vindplaatsen in de verschillende werelddelen. Hier zijn alleen de belangrijkste opgenomen. Azie India, Mysore, Haiderabad, Bundelkund, Ceylon, Indonesia Borneo bij Pontianak en Martapoera ; in Serawak en vermoedelijk ook in Nieuw-Guinea. China en Siberia leveren ook diamant. Echter niet geregeld. Afrika Kimberley en de gehele Witwatersrand. Namaqualand Zimbabwe Verder ook nog Liberie, Angola, Zaire, Goudkust, en sporadisch op het eiland Madagascar. Australie in N.Z. Wales en Queensland. Amerika Canada, in Brits Columbia in zeer kleine exemplaren. Verenigde Staten, in Arkansas, California, Oregon. Brazilie, belangrijke vindplaatsen in de provincies Minas Gerais, Bahia en Sao Paolo. Venezuela en Guyana, in onbeduidende hoeveelheden. In de loop der tijden zijn wat de produktie betreft achtereenvolgens de volgende landen van grote betekenis geweest. India vanaf de vroegste tijden, Brazilie na de ontdekking van Amerika en sinds 1889 de mijnen aan de Rand (Zuid-Afrika).